Samen met Lodewijk de Vadder behoorde Jacques d’Arthois in de tweede helft van de zeventiende eeuw tot de schilders van het Zoniënwoud. In brede en krachtige penseelstreken schilderde hij hoge bomen met rijk gebladerte en weelderig struikgewas naast holle wegen, zandige heuvels en aarden wandelpaadjes, vijvers en met mos en klimop begroeide boomstronken. Het meest opvallende element in dit boslandschap…
Lees meer
Samen met Lodewijk de Vadder behoorde Jacques d’Arthois in de tweede helft van de zeventiende eeuw tot de schilders van het Zoniënwoud. In brede en krachtige penseelstreken schilderde hij hoge bomen met rijk gebladerte en weelderig struikgewas naast holle wegen, zandige heuvels en aarden wandelpaadjes, vijvers en met mos en klimop begroeide boomstronken. Het meest opvallende element in dit boslandschap is de geknakte boom centraal in de compositie. De figuren, die zich allen in dezelfde richting bewegen, zijn opvallend klein tegenover het hen omringende landschap. Meestal werden ze uitgevoerd door andere schilders waaronder David Teniers de Jonge.
Lees minder