Rond het midden van de twintigste eeuw, toen in België de lyrische abstractie heerste, ontwikkelde Roger Raveel een eigen beeldtaal. Met een directe beeldtaal en een helder en levendig coloriet onderzocht hij de ruimte. Hij deed dit door enerzijds zijn doeken af te snijden of te laten uitvloeien in de ruimte, en anderzijds door de integratie van witte vlakken afgeboord…
Lees meer
Rond het midden van de twintigste eeuw, toen in België de lyrische abstractie heerste, ontwikkelde Roger Raveel een eigen beeldtaal. Met een directe beeldtaal en een helder en levendig coloriet onderzocht hij de ruimte. Hij deed dit door enerzijds zijn doeken af te snijden of te laten uitvloeien in de ruimte, en anderzijds door de integratie van witte vlakken afgeboord met brede zwarte kaders. Hij ging nog verder toen hij, nog vóór de pop art, reële objecten in zijn werken integreerde. Met het gebruik van de spiegel werden zelfs de toeschouwer en zijn omgeving in het werk betrokken. Door de werkelijkheid in zijn kunst op te nemen, onderzoekt Raveel de relativiteit van de werkelijkheidservaring.
Lees minder