Margaretha van Leuven zou in het eerste kwart van de 13e eeuw geleefd hebben. Als sterfdatum werd later immers 2 september 1225 bepaald, wellicht niet toevallig aansluitend bij de jaarlijkse Leuven Kermis begin september. De oudst gekende variant van haar legende dateert echter al ten laatste uit 1223. Volgens de legende werd Margaretha – nota bene op de vooravond van haar intrede in het klooster! – in de herberg van haar familieleden overmeesterd door rovers nadat zij een kruik wijn had gehaald in de stad. Ze ontvoerden haar tot buiten de stad en probeerden haar te verkrachten aan de oever van de Dijle. Margaretha kon zich echter verzetten, waarop de rovers haar vermoordden en in de rivier gooiden. Hierna voltrok zich een eerste mirakel: in plaats van te zinken of stroomafwaarts te drijven, dreef haar lichaam stroomopwaarts, omgeven door een hemels licht en het gezang van engelen. Aangezien de jonge vrouw zogenaamd de dood had verkozen boven het verliezen van haar eer en maagdelijkheid, kreeg zij de bijnaam ‘fier’ toebedeeld. De Fiere Margriet werd al gauw beschouwd als een lokale (geloofs)heldin waarrond een bloeiende devotie ontstond. Naar aanleiding van de vijfhonderdste verjaardag van haar overlijden in 1725 werden verschillende publicaties en prenten uitgegeven.
M Leuven bewaart de persoonlijke boekencollectie van Edward Van Even (1821-1905), de eerste stadsarchivaris en curator van het museum van Leuven. Na zijn dood kwam zijn omvangrijke collectie van oude drukken, manuscripten en prentalbums terecht bij zijn opvolger als conservator Victor Demunter (1858-1939). Die liet op zijn beurt het leeuwendeel van zijn ruime kunst- en erfgoedcollectie, inclusief het legaat Van Even, na aan het museum. Op dit moment telt de M-collectie zowat 1.785 oude drukken, 102 manuscripten en 27 prentalbums, waarvan het merendeel afkomstig is uit de collecties Van Even-Demunter.
Tijdens het door de Vlaamse Overheid gesubsidieerde registratie- en digitaliseringsproject ‘Boek/Delen’ (2021-2023) gaf de deelcollectie gebonden grafiek een aantal bijzondere geheimen prijs. Een van die ongekende pareltjes betreft een verzameling van verschillende soorten drukwerk op papier, gebonden in een kartonnen kaft bekleed met gemarmerd papier. Hoewel de samensteller van de band onbekend is, verraden verschillende eigendomskenmerken op de schutbladen een stukje van zijn geschiedenis en wie het in hun bezit heeft gehad. Volgens een opschrift op het eerste schutblad behoorde het ooit tot de bibliotheek van G.A. Van Dieven. Op het volgende schutblad noteerde Edward Van Even dat hij het in 1874 voor 6 frank aankocht op de veiling van de collectie Serrure (?).
De band omvat verschillende soorten drukwerk en een enkel handschrift. Vooraan in het boek lijkt op het eerste zicht een gegraveerde titelpagina te zitten met in het midden de titel in gezette letters en onderaan het wapenschild van Leuven. De prent met de uitbundige rocaillecartouche omgeven door bloemen en gebladerte is gesigneerd door de Augsburgse prentmaker Johann Georg I Hertel (1700-1775). Als je deze titelpagina van naderbij bekijkt, blijkt dat zowel het wapenschild, de titel, als de ornamentele rand errond op de prent gekleefd zijn. Iemand heeft voor deze verzamelband een overkoepelende titelpagina in elkaar geknutseld uit verschillende gedrukte onderdelen. Ze kondigt een werk aan over de Fiere Margriet dat echter geen deel uitmaakt van de verzamelband: ‘Het Leven, Doodt, ende Wonderheden van de Salige Fiere Margareta van Loven (…)’.
Hierna volgt een andere druk uit 1725: ‘Solemnelen Jubel-dag van het vyf-hondertste jaer Van de Glorieuse Dood van de Salige Margareta van Loven (…). Die werd uitgegeven door Catharina de Heele, de weduwe van de Leuvense drukker Jacobus Sassenus, wiens drukkerij gelegen was tegenover de Universiteitshal. Het boek verscheen ter gelegenheid van de vijfhonderdste sterfdatum van Margaretha van Leuven; een moment waarop de cultus rond de Fiere Margriet helemaal opleeft en herdenkingen en vieringen in haar naam worden georganiseerd. In deze oude druk worden het leven, de dood en de mirakelen rond Margaretha beschreven, gevolgd door een lofdicht voor de stad Leuven en een beschrijving van het jubelfeest dat werd georganiseerd naar aanleiding van haar vijfhonderdjarig overlijden op 9 september 1725. Zo wordt beschreven dat het stadhuis werd versierd met een opschrift en dat de Sint-Pieterskerk, waar Margaretha was begraven, “kostelyck en prachtig verciert” werd. In de kerk werden gebeden en lofdichten in het Latijn aangebracht op borden om de martelares te aanbidden en te eren. Aangezien niet iedereen deze taal machtig was, wordt in deze druk telkens de volledige vertaling van elk opschrift vermeld.
Tussen de pagina’s van deze oude druk zijn een aantal (losse) prenten toegevoegd, zoals een 19e-eeuwse voorstelling van een reliekhouder met relieken van de heilige Margaretha, Maria, Stanislaus Kostka en Aloysius van Gonzaga uit de Leuvense Sint-Jacobskerk. De vrij summiere tekening van het ostensorium vertoont gelijkenissen met de gedetailleerde prenten die onder meer Lodewijk Jozef Van Peteghem (1825-1900) realiseerde voor de publicaties van Edward Van Even over de geschiedenis van Leuven in de tweede helft van de 19e eeuw.
In de druk is ook een gebonden gravure opgenomen, die wel eigentijds is. Ze verbeeldt de Fiere Margriet die in de Dijle drijft en wordt gevonden door de hertog van Brabant, Hendrik I van Brabant en zijn tweede echtgenote Maria van Frankrijk, die toekijken vanuit hun kasteel hoe een wachter poolshoogte neemt. Boven Margaretha zweven drie engelen en drie cherubijnhoofdjes, omgeven door een hemels licht. Deze voorstelling gaat terug op een variant van de legende uit de vijftiende eeuw, geschreven door de Brusselse augustijner kanunnik Johannes Gielemans (1427-1487). Door hem werd ook de wonderbaarlijke kracht om stroomopwaarts te drijven beschreven. Bijzonder aan de prent is het opschrift bovenaan: “is geraecht Aen Haere Reliquien”, wat zoveel wil zeggen als dat deze prent het reliek van de Fiere Margriet zou hebben aangeraakt. Onderaan de prent benadrukt het opschrift “Saliger Margareta van Loven maeght en martelaresse bidt voor ons” dat deze prent bedoeld was als middel om te bidden tot deze heilige. Op andere exemplaren van deze devotieprent in de M-collectie is onderaan nog een gebedstekst toegevoegd gericht aan de heilige. Het contact dat de prent maakte met haar beenderen moest ervoor zorgen dat de eigenaar bij het bidden zo dicht mogelijk bij de heilige kon geraken.
De verzamelband bevat ook enkele eenbladige documenten, zoals een 19e-eeuwse handgeschreven transcriptie van een – afgaande op de spelling – vermoedelijk 17e-eeuwse tekst. Die eindigt met een ongewoon chronogram dat op ieder van de vijf regels optelt tot het gekende jaar 1725. Het laatste document in de verzamelband is een lijst van relieken en reliekhouders in de Sint-Pieterskerk, afkomstig uit een andere publicatie. Ook de schedelreliek en het kannetje van Margaretha van Leuven zijn in de lijst opgenomen, waardoor de link met de Fiere Margriet opnieuw duidelijk wordt. Zoals vermeld bovenaan de bladzijde, werden de relieken in de Sint-Pieterskerk slechts om de zeven jaar uitgestald voor de gelovigen en pelgrims. Onder meer ook in het ‘Wekelyks Nieuws uyt Loven’ en andere publicaties verschenen naar aanleiding daarvan in de loop van de 18e eeuw gelijkaardige lijsten. Samen vormen ze belangrijke bronnen voor de kennis over het religieuze edelsmeedwerk en de reliekencultus in de Leuvense Sint-Pieterskerk.
De bescheiden, unieke verzamelband brengt enkele opmerkelijke stukken over de Leuvense Fiere Margriet samen en is hierdoor een bijzonder object voor de collectie van M Leuven. Deze volksheilige – ondanks verwoede pogingen van de Leuvenaars werd ze nooit zalig noch heilig verklaard – vormt met enkele andere Leuvense figuren, plaatsen en gebeurtenissen dan ook een van de meest belangrijke thema’s in de collectie van Edward van Even. De oorspronkelijke samensteller mag dan onbekend zijn; Van Even en Demunter waren zich als verzamelaars en conservatoren al te goed bewust van de relevantie van dergelijke, eerder toevallig bewaard gebleven, bronnen voor de geschiedenis van hun stad en haar culturele en religieuze leven. Met de achthonderdste verjaardag van het zogenaamde sterfjaar van Margaretha van Leuven in het vooruitzicht, biedt het boek alvast een boeiende inkijk in de cultus rond Fiere Margriet in de voorbije eeuwen.
Tekst: M Leuven