Omstreeks 1225 wordt een achttienjarig meisje net buiten Leuven gruwelijk vermoord. 800 jaar later kent nog iedere Leuvenaar het verhaal van de volksheilige Margaretha van Leuven, bijgenaamd Fiere Margriet. In de Leuvense Sint-Pieterskerk worden nog ieder jaar tijdens Leuvens Kermis, de eerste maandag van september, haar relieken aan het publiek getoond.
Haar legende begint in de Leuvense herberg waar de jonge Margriet als dienster werkte. De herbergiers, volgens de overlevering Margriets oom en tante, hadden besloten hun herberg in de stad en al hun bezittingen te verkopen. Ze willen hun oude dag doorbrengen in een klooster. Op de avond voor hun vertrek krijgen ze de twee laatste reizigers over de vloer. Ze maken een maaltijd voor hen klaar en sturen Margriet de stad in om een kruik wijn te halen. De wijnkelder van de herberg was immers uitgeput. Wanneer Margriet terugkomt, vindt ze haar oom en tante vermoord en bestolen door de reizigers, die vermomde boeven blijken te zijn. De schurken ontvoeren Margriet en proberen haar buiten de stad te verkrachten. Waar de mannen niet op hadden gerekend, is dat Margriet haar maagdelijkheid koste wat het kost zou verdedigen, wat haar later de bijnaam Fiere Margriet opleverde. Zij verzet zich zo hevig dat ze hun pogingen moeten opgeven. De mannen vermoorden het meisje en werpen haar lichaam in de Dijle.
Van het vervolg van de legende bestaan meerdere varianten. Het is de vijftiende-eeuwse versie van het verhaal, een eeuw later nog met historische weetjes aangevuld door Leuvens geleerde en hagiograaf Johannes Molanus (1533–1585), die algemeen ingeburgerd raakte. Daarin dreef het levenloze lichaam van Fiere Margriet wonder boven wonder stroomopwaarts weer de stad in, tot bij Hendrik I, hertog van Brabant. Geografisch en fysisch gezien volkomen onmogelijk, maar een tragisch verhaal als dit vraagt nu eenmaal om een heldhaftige wreker. Hendrik slaagt er dan ook in de moordenaars te laten vangen en te bestraffen.
Al heel snel ontstaat een lokale verering rond Fiere Margriet. Haar graf wordt een klein bedevaartsoord, en algauw wordt er melding gemaakt van wonderbare genezingen. In 1535 wordt tussen twee kranskapellen in het koor van de Leuvense Sint-Pieterskerk een kapelletje toegevoegd en aan Fiere Margriet opgedragen. Dat is vandaag nog steeds te zien tussen de Grote Markt en het Rector De Somerplein. Met Leuven kermis in 1540 worden haar beenderen naar deze kapel overgebracht. De Leuvenaars proberen verschillende malen tevergeefs om Fiere Margriet heilig te laten verklaren. In 1902 komt er uiteindelijk wel de zaligverklaring door paus Leo XIII (1810–1903).
In de kapel van Fiere Margriet in de Sint-Pieterskerk bevindt zich een reeks van vijf schilderijen die haar legende in beeld brengen. Ze zijn het werk van Pieter Jozef Verhaghen (1728–1811), een kunstschilder afkomstig uit Aarschot die lange tijd in Leuven actief was. Dat Verhaghen een navolger was van Pieter Paul Rubens (1577–1640) is ook in zijn reeks over Fiere Margriet uit 1760 duidelijk te zien. Zijn commercieel inzicht, efficiënt georganiseerde atelier en vlotte schilderstijl maakten hem in zijn tijd erg succesvol. In 1773 werd Verhaghen benoemd tot hofschilder van de Oostenrijkse keizerin Maria-Theresia.
Verhaghen volgde in zijn schilderijenreeks de vijftiende-eeuwse versie van de legende. De scènes spelen zich af tegen een achtergrond van generieke klassieke architectuurelementen en imaginaire stadszichten. Die stellen geenszins het Leuven uit het midden van de achttiende eeuw voor, maar plaatsen de lokale volksfiguur – anderhalve eeuw voor haar zaligverklaring – in de tijdloze traditie van de antieke martelaren.
Verhaghen past klassieke iconografische thema’s toe in een mooi staaltje van beeldpropaganda rond de lokale heldin. Op het doek dat de zogenaamde marteling van Fiere Margriet voorstelt, zweven boven haar hoofd twee naakte putti met een lauwerkrans en palmtak, in afwachting van haar brutale moord. De jonge Margriet staat centraal in het tafereel, omringd door inmiddels maar liefst acht boeven, verlicht door een hemelse gloed terwijl de mannen in de schaduw blijven. Ze heeft haar blik sereen omhoog gericht, een typische manier waarop kunstenaars sinds de middeleeuwen de connectie tussen (aanstaande) martelaren en God verbeelden.
In 1902, het jaar van haar zaligverklaring, zijn de vermeende resten van Fiere Margriet in een nieuw reliekschrijn opgeborgen. Het neogotische schrijn is vervaardigd in het Luikse atelier van Joseph Wilmotte jr. (1863–1895) en gefinancierd met gulle giften van parochianen. Op de zijkanten van het schrijn van verguld messing is het verhaal van Fiere Margriet verbeeld in acht scènes uitgevoerd in niëllo. Op de twee puntgevels staan aan één zijde Fiere Margriet met haar wijnkruik als attribuut en aan de andere de Sedes Sapientiae, het vijftiende-eeuwse miraculeuze Madonnabeeld in de Sint-Pieterskerk en de patrones van de Leuvense universiteit. Volgens de overlevering waren er onder de crowdfunders heel wat jonge dienstmeisjes die Fiere Margriet vereerden als hun patroonheilige. Zij is overigens tot op vandaag de patrones van het horecapersoneel.
De naamdag van Fiere Margriet valt op 2 september. Daarom wordt eens per jaar, tijdens Leuven Kermis op de eerste maandag van september, het reliekschrijn in de Sint-Pieterskerk opengesteld en kan je er het gebeente en de schedel – met zilveren kroontje – aanschouwen.
In de kapel vind je naast de schilderijenreeks en het reliekschrijn nog een beeld van Fiere Margriet, dat oorspronkelijk in een van de gevelnissen stond van het historische stadhuis op de Grote Markt te Leuven. En… haar attribuut: de oude, houten wijnkruik. Zonder oor, want dat zou zijn afgebroken tijdens de schermutseling met haar belagers.
Ontdek alvast van thuis uit de kapel van Fiere Margriet: hier kan je de virtuele rondleiding herbekijken waarin M-conservator Peter Carpreau ook de kapel bezoekt. Bevat de legende van de Leuvense volksheilige nog niet genoeg spektakel naar jouw smaak? In een aflevering van de M-podcast Klinkt als Kunst krijg je een sappige, alternatieve versie van het verhaal voorgeschoteld.
Meer informatie over een bezoek aan de Sint-Pieterskerk vind je op www.diericbouts.be.