De meeste van zijn prenten ontstaan in de relatief korte periode van 1886 tot 1891, zijn meest creatieve jaren. Ensor beschouwde zijn etsen als volwaardige composities en toonde ze samen met zijn tekeningen en schilderijen bij Les XX.
In zijn grafisch oeuvre vindt Ensor een uitlaatklep voor zijn hang naar het bizarre en zijn speelse, soms kwaadaardige fantasie. Hij ontwikkelt een hoogstpersoonlijke stijl en een originele beeldtaal. Vanaf 1885 gaat Ensor de mogelijkheden van het groteske onderzoeken. Fantastische elementen, zoals maskers en skeletten, duiken in zijn werk op. In de winkel van zijn moeder heeft hij elke dag (carnavals)maskers om zich heen kunnen zien. Bij zijn Brusselse vrienden Rousseau-Hannon kan hij zich dan weer vertrouwd maken met geraamten. Zij bezitten immers een skelet dat zij Aglaë noemen, naar een van de drie gratiën uit de Griekse mythologie, en waarmee zij af en toe grapjes uithalen.
In Meuble hanté kon Ensor zijn ongebreidelde fantasie de vrije loop laten. Het werk toont een decoratieve zeventiende-eeuwse Friese kast – zoals er twee stonden in het woonhuis van de familie Rousseau – van waarachter een geraamte tevoorschijn komt om de jonge man rechts vooraan te doen schrikken. Bij de derde staat van de prent heeft Ensor twee grijnzende maskers toegevoegd, het ene bij de rechterpoot van de kast en het andere op de schouder van de jongen. In een subtiel lijnenspel verenigt dit kunstwerk Ensors geliefde groteske en macabere motieven van maskers en skeletten.
Voor een prent in drogenaald wordt de voorstelling met een naald in de plaat gegrift. Door het krassen met de naald wordt het metaal aan weerszijden van de groef naar buiten geduwd, waar het zich ophoopt en ‘bramen’ vormt. Hierdoor zijn de lijnen van een drogenaaldprent minder scherp en biedt de voorstelling een enigszins fluweelachtige aanblik. Omdat de plaat niet bewerkt wordt met chemicaliën, is dit een ‘droge’ diepdruktechniek.
Deze tekst verscheen eerder in een extra nummer van Museumbulletin. Met dank aan de Vrienden van de Musea Brugge.
Ontdek ook de website van Musea Brugge en volg het museum via Facebook, Twitter en Instagram.
Robert Hoozee en Sabine Bown-Taevernier, Ik James Ensor: tekeningen en prenten, tent. cat. Gent (Museum voor Schone Kunsten), Amsterdam (Rijksmuseum) 1987, nr. 108; Lydia M.A. Schoonbaert, James Ensor: etsen uit de verzameling van de Kredietbank, tent. cat. Brussel (Kredietbank) 1995, nr. 77; Auguste Taevernier, James Ensor: catalogue illustré de ses gravures, leur description critique et l’inventaire des plaques, Antwerpen 1999, nr. 22; Norbert Hostyn, Ensor: de verzameling van het Museum voor Schone Kunsten Oostende, Gent 1999, nr. 109; Eric Gillis, James Ensor. A Collection of Prints, New York 2003, nr. 19