James Ensor reageerde met dit schilderij immers op een reële gebeurtenis in Oostende in de zomer van 1887. De vissersopstand was het resultaat van een aanslepend conflict met Britse vissers, waarbij de Oostendse vissers hen beschuldigden van oneerlijk concurrentie. De Britten overspoelden de Oostendse markt met veel goedkopere vis, een kwaad dat uitmondde in een opstand die enkele dagen aansleepte en tenslotte gewelddadig onderdrukt werd door de burgerwacht. Daarbij vielen enkele doden en verschillende gewonden. Achteraf bleef de situatie van de lokale vissers even erbarmelijk. Het protest leidde niet tot de verhoopte verbetering van hun statuut. De conflicten met de internationale visserij hielden aan en vreemde vis mocht nog altijd verkocht worden op de markt in Oostende. Het duurde nog tot na de Eerste Wereldoorlog vooraleer de situatie wezenlijk veranderde.
De opstand vond plaats in augustus, wat een hoogtepunt is voor Oostende als koningin der badsteden. Augustus is hoogseizoen en een gewelddadige opstand zoals hierboven beschreven, viel moeilijk te rijmen met een idyllisch verblijf met uitzicht op de zee. De gebeurtenis toonde voornamelijk aan hoe een relatief kleine stad als Oostende in twee aparte stukken bleek opgedeeld te zijn, althans in de perceptie. Oostende was bij wijze van spreken opgedeeld in een toeristisch ‘zichtbaar’ deel en een lokaal ‘onzichtbaar’ gedeelte. De opstand vond plaats aan de vissershaven en het rumoer bleef beperkt tot die specifieke wijk. In de verslaggeving over de opstand viel op hoe groot de kloof was tussen de socialistische, sociaal geëngageerde kranten enerzijds en de bourgeois gerichte media anderzijds. In Le Globe illustré bijvoorbeeld, werd op 25 september 1887 verslag gedaan en de journalist in kwestie stelde de lezer gerust over het feit dat de kinderen zonder zorgen of onrust verder konden spelen op het strand, niet gehinderd door het ‘lawaai’ van de vissers.
De hierboven geschetste context is belangrijk om mee te nemen wanneer we het schilderij in kwestie bekijken. James Ensor schildert het paneel vijf jaar na datum, maar de essentie van zijn aanklacht en engagement als burger van de stad Oostende is groot en oprecht en wordt al veel sneller duidelijk tijdens en kort na het dodelijke incident. Er is alvast één schets van zijn hand gekend, gebaseerd op de beelden die Le Globe illustré publiceerde. Het is een schets die compositorisch dicht bij de illustratie in de krant én de reële context van de haven blijft. In 1888 reageert James Ensor echter met een eigen compositie, uitgewerkt in zowel een tekening als in een ets.
In 1888 realiseert James Ensor een tekening met als titel De Staking, samengesteld uit zes pagina’s van een schetsboek. We zien hoe hij resoluut kiest voor een dramatische setting, weg van de kades waar de gebeurtenissen hadden plaatsgevonden. Ensor creëert een theatrale context op de markt, met links en rechts burgers en toeschouwers die deelnemen aan het gebeuren en vanuit de gebouwen als in een Grieks koor commentaar leveren op de strijd in het midden. We zien agenten en burgers op een chaotische manier samengebracht. De figuren die Ensor weergeeft zijn niet getormenteerd maar grotesk. Ze staan ver af van de tragiek van het gebeuren. De sociale aanklacht – zoals een Eugène Laermans het zou weergeven hebben, om de socialistische zaak op een serieuze manier te dienen – wordt hier vertaald naar een potsierlijk zootje ongeregeld. Grote rode vlaggen – hét embleem van de socialisten – in het centrum van het tafereel worden bijgestaan door Belgische en Britse vlaggen. Een wirwar aan andere onbestemde vlaggen maken het geheel echter tot nóg iets anders dan een zuiver anti-nationalistisch statement.
De figuren die Ensor weergeeft zijn niet getormenteerd maar grotesk.
Datzelfde jaar realiseert James Ensor nog een andere compositie die teruggrijpt naar de tragische gebeurtenis van augustus 1887. Hij creëert een ets waarbij hij zich focust op de twee doden die in het lijkenhuis bewaakt worden door de burgerwacht. De wachters hebben hun bajonetten nog in de aanslag. De twee overleden vissers liggen kaarsrecht neer onder een wit laken.
Het is een opmerkelijke compositie die Ensor ontleent aan een schilderij van Louis Gaillait. Dit schilderij uit 1851 toont een rouwtafereel bij de dood van de Graven Edmont & Hoorne, een verhaal dat teruggrijpt naar de Spaanse overheersing over de Nederlanden in de 16de eeuw. Ensor moet dit schilderij in Brussel gezien hebben tijdens een overzichtstentoonstelling van Gaillait in de zomer van 1887, wanneer de opstand in Oostende plaatsvond. Waar Gaillait een hommage brengt aan de slachtoffers van Spaanse onderdrukkingen, parodieert Ensor met een aanklacht tegen het heersende economisch liberale bewind.
Vier jaar later gebruikt Ensor deze geëtste compositie als basis voor het schilderij op paneel De Gendarmes.
De kunstenaar deed dit wel vaker, zich baseren op een bestaande ets voor het maken van een schilderij. De spiegeling in het beeld verraadt deze tactiek.
Wanneer we het schilderij tenslotte van dichtbij bekijken, zien we hoe James Ensor na de realisatie van de ets toch nog de behoefte voelde om de ‘essentie’ van de gebeurtenissen en vooral ook de ironie van de situatie – de precaire en onzichtbare situatie van de vissers uitgespeeld tegenover zichtbare schone schijn van de bourgeois toeristen – scherp te stellen.
We zien nog steeds de twee dode vissers in het lijkenhuisje omringd door burgerwachters. Ze vegen hun bajonetten schoon, ze tellen hun centen – een slag in het gezicht van de arme vissers – en links onder in de hoek zit een nonnetje te bidden. Wie gelooft de oprechtheid van haar gebed als haar gezicht vuil en bebloed is?
Een opvallende toevoeging is een venster rechts bovenaan, waardoor een rechter geamuseerd toekijkt. Een tweede rechter neemt zelfs niet de moeite om te kijken wat er gaande is, maar kust Marianne, het symbool van de vrijheid.
Buiten drommen de boze vissers nog steeds verontwaardigd voor het lijkenhuis samen. Ze worden in bedwang gehouden door een gendarme met bajonet. De rode vlaggen die Ensor in 1887 in zijn tekening nog zo grotesk en opvallend de tekening liet domineren, zijn nu gekrompen tot onnozele exemplaren waaruit alle kracht en symboliek verdwenen is.
Tekst: Mieke Mels
Ontdek het vernieuwde Mu.ZEE, met een unieke collectie moderne en hedendaagse kunst in België, van 1880 tot vandaag. Volg Mu.ZEE via Facebook, Twitter, Instagram en TikTok.
Interesse in het oeuvre van Ensor? Bezoek onze website 'James Ensor. Een online museum.' en Arthub Ensor voor hogeresolutiebeelden.