Kalenders
Het verlossingsdenken toont zich duidelijk in de kunst van de tijd- en kalenderminiaturen. Zo tonen kalenderplaten vanaf de twaalfde en dertiende eeuw de strijd van de derde stand – de boeren. De strijd met de aarde en hun voortdurende pogingen om natuurgeweld te beheersen. Alleen op die manier konden ze voldoende voedsel produceren om zichzelf en anderen in leven te houden. Elke maand was verbonden aan een specifieke (landbouw)activiteit, zoals het ploegen, spitten, zaaien, maaien en oogsten van velden en akkers, het planten en snoeien van wijnstokken of het vetmesten en slachten van het vee.
Het boerenleven stond in schril contrast met het luxueuze leven van de edellieden, die hun tijd doorbrachten met de jacht op wilde dieren of het verleiden van jonkvrouwen. Opvallend: de kalenderafbeeldingen met voorstellingen van hardwerkende boeren werden meestal gemaakt in opdracht van de adel. Edellieden gebruikten de kalenderplaten enerzijds als een uitdrukkelijke manier om zich te onderscheiden van de boerenstand – op dat moment de laagste plaats in de wereldlijke hiërarchie. Anderzijds kan de kalenderprentkunst ook geïnterpreteerd worden als een eerbetoon aan de natuur en de landbouwers, van wie de edellieden heel sterk afhankelijk waren.