Deze vier scènes van de Openbaring van Johannes op Patmos maken deel uit van een serie van vierentwintig taferelen, vermoedelijk van de hand van Adriaen Collaert (1555-1618) naar een ontwerp van Jan Snellinck (I) (1548-1638). Het verhaal vormt het sluitstuk van het Nieuwe Testament en verbeeldt de Openbaring van Christus aan Johannes op het eiland Patmos in de Egeïsche Zee. In de collectie van M Leuven bevinden zich naast dit blad nog vijf andere onversneden bladen uit deze serie met telkens vier drukken waarop scènes uit de Apocalyps worden verbeeld. Op dit blad zijn dus vier verschillende platen gedrukt die om onbekende redenen nooit werden versneden.
Mogelijk werden deze drukplaten later herwerkt en werd een tekstfragment in de stralenbundel van de engel uit de prent linksboven gewist. Dat blijkt uit een vergelijking van het (wel versneden) exemplaar uit het Rijksmuseum in Amsterdam, waarin nog letters zichtbaar zijn. Dat het om proefdrukken zou gaan, en dus gedrukt voor het aanbrengen van deze letters, lijkt onwaarschijnlijk door de slijtage in de gedrukte lijnen en de minder scherpe afdruk. Ook lijken er toevoegingen te zijn aangebracht in de vorm van arcering in de vier Franse lelies in de hoeken en een omranding met enkele lijn rond de vers onder de afbeelding. Bovendien verwijzen beide prenten elk naar een ander vers in de Openbaring: in het Rijksmuseum naar vers 7 en in de collectie van M Leuven naar vers 8.13. De nummering die in het Rijksmuseum telkens in het midden bovenaan elke prent is aangebracht, is zichtbaar verwijderd in de prenten van M en verplaatst naar de rechterhoek onderaan, wat het belangrijkste argument vormt om te stellen dat het exemplaar uit Leuven een latere herwerking is. De fijne lijnen in het papier, veroorzaakt door het schepraam bij het maken van papier, kunnen mogelijk indicatief zijn voor een datering van deze latere herwerking en herdruk.
Dit blad toont scènes uit Openbaringen 8, 9 en 10 waar de engelen met de eerste zes bazuinen en de geopende boekrol aan bod komen. Linksboven vliegen twee engelen over een stad. Een van hen blaast op een bazuin. In Openbaring 7 vertelt Johannes over vier engelen op de hoeken van de aarde en over ‘verzegelde geslachten’ die voor het Lam Gods verschijnen, wat dus niet lijkt aan te sluiten bij de voorstelling, zoals de verwijzing naar dit vers in de mogelijk vroegere staat uit Amsterdam. De latere staat verwijst echter correct naar Openbaring 8, vers 13, voorafgegaan door vers 12: En de vierde engel heeft gebazuind, en het derde deel der zon werd geslagen, en het derde deel der maan, en het derde deel der sterren; opdat het derde deel derzelve zou verduisterd worden, en dat het derde deel van den dag niet zou lichten; en van den nacht desgelijks. We zien inderdaad een verduisterde zon boven de engel en links daarvan een donkere maan. In vers 13 wordt het volgende beschreven: En ik zag, en ik hoorde een engel vliegen in het midden des hemels, zeggende met grote stem: Wee, wee, wee, degenen, die op de aarde wonen, van de overige stemmen der bazuin der drie engelen, die nog bazuinen zullen. Hoewel vers 12 meer aansluit op de voorstelling, kan ook vers 13 een logische verwijzing zijn van deze prent.
De voorstelling rechts hiervan verwijst naar Openbaring 9, vers 1. We lezen hier: En de vijfde engel heeft gebazuind, en ik zag een ster, gevallen uit den hemel op de aarde, en haar werd gegeven de sleutel van den put des afgronds. Op de prent liggen drie mannen rond een put waaruit vlammen en rook opstijgen. In het midden van de vlammenzee rijst een zevenpuntige ster. Fantasiewezens met gekroonde leeuwenhoofdjes, vlindervleugels en gepunte staarten vliegen om het vuur heen. Op de achtergrond vluchten enkele figuren weg. In een wolk bovenaan blaast de vijfde engel op een bazuin. De corresponderende prent in het Rijksmuseum verwijst naar vers 8, wat, zoals we hierboven zagen, een verkeerde verwijzing is.
In de prent linksonder gaat het er heftig aan toe. Soldaten op vuurspuwende paarden met leeuwenkoppen razen voorbij terwijl engelen met zwaarden klaarstaan om mannen neer te slaan. Ze roeien samen een derde van de mensheid uit. Bovenaan blaast de zesde engel op de bazuin. Naast de engel zit God de Vader op zijn troon naast het gouden altaar met vier horens waaruit een stem komt die opdraagt de vier gevangen engelen te bevrijden. De verwijzing naar vers 9.15 geeft een verklaring voor dit gewelddadig tafereel: En de vier engelen zijn ontbonden geworden, welke bereid waren tegen de ure, en dag, en maand, en jaar, opdat zij het derde deel der mensen zouden doden. Ook de corresponderende prent in het Rijksmuseum verwijst naar Openbaring 9, maar specifieert de vers niet.
In de laatste prent verschijnt een bizar figuur. Een engel met stralenkrans en wolken rond het hoofd loopt op Johannes af met brandende pilaren als benen. De voorstelling is vrij accuraat overgenomen uit de beschrijving van het vers. Met zijn ene voet staat hij zoals beschreven op het land en met de andere in de zee. Zijn hand wijst naar de hemel, waaruit een stem weerklinkt. De vier winden blazen in de achtergrond naar beneden. Johannes vertelt: En ik zag een anderen sterken engel, afkomende van den hemel, die bekleed was met een wolk; en een regenboog was boven zijn hoofd; en zijn aangezicht was als de zon, en zijn voeten waren als pilaren van vuur. De engel overhandigt hem een boek dat hij later zal opeten en hem bitter zal smaken. Johannes krijgt hier de opdracht om wat hij heeft gezien door te vertellen.
De vierentwintig voorstellingen werden in 1585 gepubliceerd in “Thesaurus sacrarum historiaru[m] veteris (et novi) testame[n]ti, elega[n]tissimis imaginibus expressu[m] excelle[n]tissimoru[m] in hac arte viroru[m] opera: nu[n]c primu[m] in luce[m] editus”, uitgegeven door Gerard de Jode in Antwerpen. Het is onduidelijk of ook de exemplaren van de collectie van M Leuven bedoeld waren om in deze publicatie te worden opgenomen. Verder onderzoek hiernaar zou kunnen uitwijzen of de prenten voor dit boek dienden versneden te worden of dat ze later door verzamelaars of handelaars voor de markt werden verknipt.
Bezoek de website van M en volg het museum ook via Facebook, Instagram, Twitter, LinkedIn en YouTube.