In de jaren 1890 bewoog George Minne zich in progressieve kringen en kwam hij in aanraking met socialistisch en anarchistisch gedachtegoed. Hij raakte bevriend met invloedrijke figuren als Henry Van de Velde, Emile Verhaeren, Octave Maus en Edmond Picard, die allemaal actief waren in de Section d’art van het Brusselse Volkshuis, het cultuurhuis van de Belgische Werkliedenpartij (Parti Ouvrier Belge)…
Lees meer
In de jaren 1890 bewoog George Minne zich in progressieve kringen en kwam hij in aanraking met socialistisch en anarchistisch gedachtegoed. Hij raakte bevriend met invloedrijke figuren als Henry Van de Velde, Emile Verhaeren, Octave Maus en Edmond Picard, die allemaal actief waren in de Section d’art van het Brusselse Volkshuis, het cultuurhuis van de Belgische Werkliedenpartij (Parti Ouvrier Belge).
In 1898 maakte Minne voor de partij een ontwerp voor een monument, Solidariteit, naar aanleiding van het plotselinge overlijden van de journalist en socialistische voorman Jean Volders. Het gedenkteken was het eerste project dat de kunstenaar concipieerde voor de publieke ruimte. We zien geen beeltenis van Volders zelf, wel van een ranke, schijnbaar uitgerekte naakte jongeling – sinds 1889 een van Minnes hoofdmotieven – die in dit kunstwerk in tweevoud voorkomt.
Minnes leermeester, Charles Van der Stappen, noemde zijn leerling ooit ‘de beeldhouwer van het gebaar’. Door de specifieke focus op gebaren en poses lijken Minnes figuren altijd onder spanning te staan, zowel fysiek als psychisch. De twee jongemannen staan wijdbeens, met de voorarmen op elkaar, op de voorsteven van een schijnbaar zinkend schip.
Het delicate evenwicht tussen de twee wordt geaccentueerd door de fragiele weergave van zowel de figuren als het bootje. Ondanks de precaire situatie waarin de mannen zich bevinden, overheerst hier toch een gevoel van balans. Dat moest van dit beeld een universeel symbool van de diepmenselijke nood aan broederschap, oprechte steun, hulp en solidariteit maken. Toch valt ook op dat er al bij al maar weinig diepgaande menselijke interactie is tussen de twee figuren. Zo grijpen zij zich niet met hun handen aan elkaar vast en kijken ze eerder uitdrukkingsloos naast elkaar. Het is onduidelijk of dat zichtbare gebrek aan menselijk contact een rol speelde, maar de werkliedenpartij keurde Minnes voorstel af. Het gipsen ontwerp voor het monument in de publieke ruimte, dat op ware grootte drie meter hoog was, werd door de kunstenaar vernietigd.
Toch commercialiseerde Minne het basismotief. Zo werd een kleiner gipsmodel in 1898 tentoongesteld op de tentoonstelling Arts and Crafts in Den Haag, onder de titel Solidarité. Ook werden er versies in brons en marmer gecreëerd. Behalve dit bronzen beeld bezit het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen een gipsmodel, dat in 1947 geschonken werd door Henry Van de Velde.
Dat Minne belang hechtte aan het motief van twee elkaar ondersteunende figuren, blijkt uit de herhaling ervan in het eveneens nooit uitgevoerde Vredesmonument (ca. 1930-1931), dat we kennen dankzij ontwerpen. De ranke figuren en het fijngevoelige evenwicht ruimen daar plaats voor meer gespierde en starre personages, in een meer geometrische compositie. Minne maakte in de loop van de 20ste eeuw vaker varianten en pastiches van zijn eigen iconografische motieven.
Lees minder