De symbolistische beeldhouwkunst van George Minne wordt gekenmerkt door de weergave van verinnerlijkte menselijke figuren en de zoektocht naar een diepere zingeving. Zijn zielsverwant Maurice Maeterlinck – net als Minne was deze dichter afkomstig uit Gent – omschreef de beeldhouwer treffend als ‘le grand poète des grandes douleurs’. De geknielde, tengere en schijnbaar uitgerekte naakte jongeling – een van Minnes…
Lees meer
De symbolistische beeldhouwkunst van George Minne wordt gekenmerkt door de weergave van verinnerlijkte menselijke figuren en de zoektocht naar een diepere zingeving. Zijn zielsverwant Maurice Maeterlinck – net als Minne was deze dichter afkomstig uit Gent – omschreef de beeldhouwer treffend als ‘le grand poète des grandes douleurs’. De geknielde, tengere en schijnbaar uitgerekte naakte jongeling – een van Minnes hoofdmotieven sinds 1889 – beeldt in essentie een emotionele toestand uit. De beelden kunnen gevoelens van kwetsbaarheid, nederigheid, verdriet, leed, angst, melancholie, contemplatie en narcisme oproepen. Dit motief bereikte een hoogtepunt in Minnes meest geroemde beeldhouwwerk: De fontein der geknielden van 1898.
In De reliekdrager ondersteunt de ranke, ingetogen jongeman een reliek dat op zijn linkerschouder rust. Zijn spirituele toewijding aan dit heilige object wordt overtuigend, bijna tastbaar, weergegeven door het nederig gebogen hoofd, de verstilde gelaatsuitdrukking en de gestileerde lange vingers die het relikwie omsluiten. Er is ook het samenspel tussen de kracht die uitgaat van de bijna loodrechte positie van de boven- en onderbenen en de overgave die uit de gekromde rug en nek spreekt.
Deze dynamiek tussen kracht en overgave wordt versterkt door de geprononceerde omtreklijnen van het beeld. Die zetten de ascetische figuur in een soort besloten spanning, als uiterlijk kenmerk van zielenroerselen. De Duitse kunstcriticus Julius Meier-Grafe schreef in 1901 dat ‘er iets onpersoonlijks schuilt in Minnes kunst, en daarmee juist iets persoonlijks in hogere zin’. Door de nadruk te leggen op de ziel van een beeld, eerder dan op natuurgetrouwheid, werd het symbolisme van Minne bij het begin van de 20ste eeuw al veelvuldig in verband gebracht met de mystieke emotionaliteit van de gotiek en de middeleeuwse religiositeit.
Karakteristieke beeldhouwwerken van Minne uit het fin de siècle, zoals De fontein der geknielden en De reliekdrager, worden beschouwd als iconische, vroegmoderne kunst. Zo wordt Minne kunsthistorisch beschouwd als een overgangsfiguur tussen de invloedrijke beeldhouwkunst van Auguste Rodin en de moderne beeldhouwkunst aan het begin van de 20ste eeuw. Daarbij is duidelijk dat Minne niet zozeer een voorbode was van de Parijse avant-garde, waarin kubistische beeldhouwers vooral de vormen ontleedden. Wel waren de emotionele gevoelsladingen van Minnes beelden een direct voorbeeld voor expressieve moderne beeldhouwers, zoals Wilhelm Lehmbruck en Käthe Kollwitz. Het werk van Minne werd bij het begin van de 20ste eeuw dan ook hoofdzakelijk in Duitsland en Oostenrijk succesvol in de markt gezet, waarbij men wees op de verwantschap met de gotiek en de verbanden met de Jugendstil of de moderne Ausdruckskunst.
Ook in België oefende Minne als mystico-symbolist een belangrijke invloed uit op de opeenvolgende generaties van expressionistische kunstenaars uit Sint-Martens-Latem, waar hijzelf sinds 1899 woonde en werkte. Zo koos Constant Permeke een beeldhouwwerk van zijn vriend als grafmonument.
Lees minder