Aan het begin van zijn artistieke zoektocht schildert Luc Peire in een expressionistische stijl, geïnspireerd door Constant Permeke. Na de Tweede Wereldoorlog maakt zijn werk een opmerkelijke evolutie door, op zoek naar uitzuivering en verfijning. Medio jaren vijftig blijft er van de menselijke figuur niet veel meer over dan louter een bol voor het hoofd en een lijn voor het…
Lees meer
Aan het begin van zijn artistieke zoektocht schildert Luc Peire in een expressionistische stijl, geïnspireerd door Constant Permeke. Na de Tweede Wereldoorlog maakt zijn werk een opmerkelijke evolutie door, op zoek naar uitzuivering en verfijning. Medio jaren vijftig blijft er van de menselijke figuur niet veel meer over dan louter een bol voor het hoofd en een lijn voor het lichaam. De personages zijn niet meer zintuigelijk aanwezig, maar eerder spiritueel, als een universele mens in een lege ruimte.
Zijn gedempt kleurenpalet, waarin zwart en bruin, en af en toe iets wit en rood overheersen, verwijst naar de Spaanse afkomst van de kunstenaar. De strenge verticale balken en strepen op zijn schilderijen zijn geïnspireerd door de Watutsi-vrouwen in Katanga, die hij ontmoet tijdens zijn vele verre reizen. Hun slanke, trotse gestalten en lange benen zorgen voor de vrouwelijke motieven in zijn schilderijen.
Luc Peire puurt de vormen verder uit tot verticale lijnen. Schuine en gebogen lijnen worden steeds zeldzamer. De kleuren ondersteunen de harmonie. Hij speelt met variaties van ruimtelijkheid: diep, open, ingedeeld, decormatig. Het gaat om ritme en verhoudingen, en de verstilling die daardoor ontstaat. Hij wil de ultieme, oneindige ruimte vinden. Het verticale symboliseert de bevrijding van de mensheid, reikend naar de kosmos. Peire ziet het verticalisme als activiteit, opgang, strijd en het leven zelf. Horizontaal betekent voor hem passiviteit, rust en de dood.
Lees minder