Dé grote doorbraak zou de in Oostende wonende kunstenaar Charles Drybergh nooit meemaken. Een onrustige jeugd, zijn epilepsie, depressieve periodes en financiële problemen weerhielden hem ervan zich volledig te ontplooien als kunstenaar. Maar zijn oeuvre spreekt niettemin heel erg tot de verbeelding. Tijdens zijn leven laaft Drybergh zich aan verschillende kunststromingen. Zijn vroegste werk is figuratief, maar vanaf de jaren…
Lees meer
Dé grote doorbraak zou de in Oostende wonende kunstenaar Charles Drybergh nooit meemaken. Een onrustige jeugd, zijn epilepsie, depressieve periodes en financiële problemen weerhielden hem ervan zich volledig te ontplooien als kunstenaar. Maar zijn oeuvre spreekt niettemin heel erg tot de verbeelding.
Tijdens zijn leven laaft Drybergh zich aan verschillende kunststromingen. Zijn vroegste werk is figuratief, maar vanaf de jaren vijftig werkt hij in lyrisch abstracte en abstract expressionistische stijl. Deze abstracte periode zou kort maar hevig zijn, zo vernielde hij soms opzettelijk zijn werken.
Vanaf 1963 komt het figuratieve opnieuw op de voorgrond. Gefragmenteerde voorwerpen of figuren, waarvan het gelaat vaak wordt weggeveegd, roepen een bevreemdende, chaotische sfeer op. Maar tegelijk voel je door het rijke kleurenpalet zijn plezier bij het schilderen.
Hij schildert ook portretten, o.a. van zijn grootmoeder en andere mensen uit zijn omgeving. Of zaken als een koffiemolen, het café, kelners … een weergave van zijn alledaagse leven.
Vanaf 1968 doet popart zijn intrede. Drybergh gebruikt psychedelische, schrille kleuren en laat zich inspireren door magazines, publiciteit en persfoto’s. Aan het eind van zijn carrière maakt kleur plaats voor het pure zwart-wit, geïnspireerd door zijn familie en het ouderlijke huis is hij nog actief tot de vroege jaren ’80.
Lees minder