Op de foto’s, die geen titel dragen, zien we schijnbaar onbeduidende, alledaagse straat- en stadstaferelen: een duo rokers aan de ingang van een glazen kantoorgebouw, het anonieme interieur van een doorzonwoning, voetgangers met plastic draagzakjes in hun hand. Telkens gefotografeerd in een sober kleurenpalet en een precieze compositie. Evenals de foto’s die in 2001 werden verworven, schenken ook de tekeningen van toen een verstilde en zorgzame aandacht aan dagdagelijkse, verwaarloosbare onderwerpen.
Met delicate lijnen en minimaal kleurgebruik, geeft Anne momenten of taferelen weer uit het leven van alledag, zoals bijvoorbeeld een viltje onder een tafelpoot, of een achtergebleven stuk worst op een borrelplankje. De stad, het huis of de tuin, keren regelmatig terug als het decor waaruit Annes tekeningen voortkomen. Ze verkent de binnen- en buitenruimtes van onze wereld en stipt de kleine, stille en vergankelijke details aan die de utopie van het stadsleven, alsook het ideaalbeeld van huiselijkheid doorkruisen en decouperen.
De tekeningen die in 2001 aan de collectie werden toegevoegd zijn allen zijn titelloos, maar vaak voorzien van een enkele, narratieve zin die het beeld onderschrijft. Ze lezen als dag- of logboeknotities die het afgebeelde feitelijk duiden. “Nog één stuk worst bleef over en niemand nam de laatste olijf”, leest een van de onderschriften bijvoorbeeld. Tegelijkertijd benadrukken ze de momenten of taferelen als kostbaar en fragiel: het waard om herinnerd, getekend en overdacht te worden. Het zijn de sporen, het residu van de dagelijkse bezigheden die Anne ons toont en naar voren schuift als momenten van schoonheid.
Waar in vroeger werk de stad en het straatbeeld vaak het onderwerp waren van Annes lens of tekenpen, is dat in recenter werk veelal het huis en de tuin. Fotografie maakt tegenwoordig minder deel uit van haar praktijk, sculptuur en installaties groeiden juist uit tot een belangrijke component ervan. Tekeningen blijven een belangrijk medium voor de kunstenaar. In 2021 kocht Cera opnieuw tekeningen van Anne Daems en groeide haar ensemble in de collectie verder. Ditmaal betrof het een viertal tekeningen uit de reeks Stoel Gustave Serrurier-Bovy bedekt met kledingstukken (2019).
In deze reeks van in totaal 18 tekeningen in potlood en waterverf, zien we telkens dezelfde stoel, bedolven onder een stapel kleurige zomerkleding. We kunnen vermoeden dat de stoel een kostbaar bezit is, meer bepaald een designstuk van de hand van de Belgische art-nouveau-ontwerper Gustave Serrurier-Bovy (1858-1910). Echter, deze gaat in elke tekening van de reeks schuil onder een andere stapel kleding, die zich nonchalant op de stoel heeft opgehoopt. De hoofdrol is weggelegd voor de alternerende, spontane compositie van kledingstukken die ‘tussendoor’ ontstaat tijdens de dagelijkse bezigheden in huis: het wassen en drogen, de passage in de ruimte, het aan- en uitkleden, enzoverder.
De 19 kunstwerken onderlijnen de zorg en de aandacht van Anne Daems voor het schone in het onbeduidende, voor dat wat geruisloos, bijna ongemerkt ontstaat, leeft en vergaat tussen de rush van onze dagelijkse bezigheden en idealen door.
Jan Braet omschreef Anne Daems in een recent artikel als “bewaarder van het nietigste ter wereld”. Daarmee ging hij tevens in op de solotentoonstelling Tuinkamer van Anne in Bozar (2021), waar ze recent werk toonde tegen de achtergrond van Victor Horta’s architectuur. In een serene opstelling toonde ze er tekeningen van bloemetjes en rondkruipende slakjes, lage tafels met delicate kleisculpturen van kommetjes met etensresten en kleine kamerschermen met aquarellen van wormen en compost. Ook de tekeningenreeks Stoel Gustave Serrurier-Bovy Bedekt met Kledingstukken maakte deel uit van deze tentoonstelling. Enkele van de kunstwerken uit deze tentoonstelling werden in 2021 door de Vlaamse Gemeenschap aangekocht en in langdurige bruikleen aan M toegekend, waardoor het ensemble van Anne in de M-collectie danig uitbreidde. Onder andere Windmuur voor tuinkamer 5 (2021) en De naaktslak had een vergeet-me-nietje in de mond 3 (2019) maakten deel uit van deze aankopen.
Windmuur voor tuinkamer 5 is een laag kamerscherm uit hout, papier en katoentouw, gebaseerd op de zogenaamde windschermen die gebruikt worden bij traditionele Japanse theeceremonies. Op de papieren vlakken tekende en schilderde Anne in aquarel de vergaande tuin- en groenteresten van een vermi-composthoop uit haar eigen stadstuin in Brussel. De tekening De naaktslak... (cf. supra) toont ons op diens beurt een zestal slakjes, rondkruipend op zoek naar een lekker bloemetje, waarvan er elders op het blad ook enkele te vinden zijn. Met deze kunstwerken richt Anne de aandacht wederom op details, niet in het straatbeeld deze keer, maar in het microleven, dicht bij de grond, dat zich afspeelt in zelfs de kleinste stadstuin. Ook hier keren de resten terug van de handelingen van alledag zoals het tuinieren of koken, alsook de trage, bijna onzichtbare wereld van bloemen en planten, compost, slakken en wormen.
Het ensemble van Anne Daems in de M-collectie is vandaag gegroeid tot een geheel van 19 kunstwerken. Tekeningen maken er het grootste deel van uit, een medium waarvoor ook in het ruimtelijk werk van Anne een bijzondere rol is weggelegd. Het ensemble van Anne Daems in de M-collectie getuigt van een ontwikkeling in de artistieke praktijk van de kunstenaar, waarbij het krioelende leven van in eerste instantie de stadsmens, en later steeds meer van de restanten, kruimels, beestjes en flora van de (stads)tuin het onderwerp werd. De 19 kunstwerken onderlijnen de zorg en de aandacht van Anne Daems voor het schone in het onbeduidende, voor dat wat geruisloos, bijna ongemerkt ontstaat, leeft en vergaat tussen de rush van onze dagelijkse bezigheden en idealen door.
Bezoek de website van M en volg het museum via Facebook, Instagram, Twitter, LinkedIn en YouTube.