Op 5 oktober 1894 gaat de droom van verzamelaar Fritz Mayer van den Bergh (1858-1901) in vervulling. Hij verwerft een authentieke Pieter Bruegel de Oude (1525?-1569) op de veiling van de collectie Hammer uit Stockholm. De Keulse veilingcatalogus vermeldt het paneel als een Phantastische Darstellung, Landschaft mit einer grossen Menge Spuckgestalten. Het wordt toegeschreven aan Pieter Brueghel de Jonge, zoon van. Omwille van de uitzonderlijke kwaliteit en de unieke thematiek van het werk, adviseert kunsthistoricus Max J. Friedländer tevergeefs de directeur van het Keulse museum het aan te kopen. Vervolgens brengt hij Fritz Mayer van den Bergh, die hij aanspreekt als de Bruegelkenner, op de hoogte van deze buitenkans. Mayer van den Bergh geeft zijn agent de opdracht het werk aan te kopen. Het wordt afgehamerd voor amper 488 Belgische franken.
Net als bij zijn andere aankopen, bestudeert Fritz Mayer van den Bergh zijn nieuwe aanwinst en slaagt hij erin het werk te identificeren als de Dulle Griet van Pieter Bruegel de Oude. Hij baseert zich daarvoor op de vermelding van het schilderij door Karel van Mander in diens Schilder-Boeck van 1604. Van Mander beschreef het als volgt: ‘een “dulle Griet”, die een roof voor de Helle doet, die seer verbijstert siet, en vreemt op zijn schots toeghemaeckt is’. Hij vermeldde, terecht, keizer Rudolf II van Praag als toenmalige eigenaar. Hoe en wanneer het paneel in Zweden belandde is onduidelijk. Wie de opdrachtgever was en waar het schilderij zich tot ca. 1600 bevond, blijven open vragen.
Net als Fritz Mayer van den Bergh destijds, verwonderen kunsthistorici zich al decennialang over het vulkanisch schilderij en pogen ze de meervoudige betekenissen ervan te achterhalen. Vaak zijn het historisch ongegronde theorieën, vertrekkend vanuit een sociale, religieuze of politieke context. Geloofwaardiger is de hypothese van een strijd tussen de seksen. Dulle Griet draagt figuurlijk de broek. Zij is tot de tanden gewapend en ontvlucht met heel haar hebben en houden de brandende stad. Mocht haar zwaard niet toereikend zijn, dan heeft ze nog altijd een koekenpan bij de hand. In haar kielzog gaat een vrouwenmassa soldaten en duivels te lijf.
Rondomrond krioelt het van de Boschiaanse monsters die Bruegel heruitvindt. Ook verwerkt hij spreekwoorden in de voorstelling en herneemt hij motieven uit eerdere werken. Elke figuur getuigt van zijn unieke, humoristische beeldtaal.
Fritz Mayer van den Bergh is van in het begin van zijn verzamelcarrière gefascineerd door het werk van Pieter Bruegel de Oude. Dit op een moment dat het oeuvre van de meester in de vergetelheid was geraakt en er meermaals foutieve toeschrijvingen gebeurden. Als jonge collectioneur kocht hij 22 kopergravures en later nog eens twaalf prenten van de schilder/ tekenaar. Vijf jaar na de aankoop van Dulle Griet verrijkte hij zijn collectie met een tweede origineel werk op paneel van Pieter Bruegel de Oude, de Twaalf Spreuken. De rol van Fritz Mayer van den Bergh in de herwaardering van het oeuvre van de Bruegeldynastie in de negentiende eeuw is dan ook groot. Het Museum Mayer van den Bergh is het enige Vlaamse museum met schilderijen van de meester in de collectie, aangevuld met zeven werken van zijn zonen.
De conservatie en de restauratie van de Dulle Griet, geschilderd door Pieter Bruegel, zijn uitgevoerd door het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK-IRPA). Tijdens de voorstudie is gebruik gemaakt van wetenschappelijke beeldvorming: UV, IR, IRR, RX en Ma-XRF1. Een commissie van internationale experten heeft het diepgaand onderzoek begeleid. Zowel de schildering als de drager zijn aangepakt, dankzij de financiële inbreng van het Fonds Baillet Latour en de Topstukkenraad van de Vlaamse Gemeenschap.
Door de behandeling, vooral dan de reiniging, zijn de originele kleurenpracht en de ruimtewerking opnieuw zichtbaar. Stapsgewijs zijn de vernislagen verwijderd, en ook de oude herstellingen en overschilderingen.
Het meest spectaculaire verschil na het wegnemen van alle overschilderingen is te zien in de lucht op het schilderij, waar in de achtergrond een blauwgroene halo tevoorschijn is gekomen. De herwonnen helderheid zorgt voor een hernieuwde dieptewerking: de figuur van Dulle Griet treedt veel sterker op het voorplan. Het is duidelijk: ze staat op een heuvel en verlaat de stad. Al deze elementen dragen bij tot een nieuwe lezing van het werk en tot bijkomende inzichten. De restauratie heeft ook klaarheid gebracht over de signatuur en de datering van het werk. Algemeen werd aangenomen dat Bruegel het in 1561 heeft geschilderd. Reiniging en wetenschappelijke beeldvorming brachten aan het licht dat het schilderij in 1563 te dateren is.
BRVEGEL • M • D • LXIII •
Nu komt de artistieke virtuositeit van Bruegel weer helemaal tot haar recht en kan men die met een nieuwe blik bestuderen.
Auteur en writer in residence Jeroen Olyslaegers ontving op 1 maart 2019 en 24 januari 2020 telkens vijf bekende gasten in Museum Mayer van den Bergh. Muzikant Jan Leyers, actrice Pascale Platel, auteur Gaea Schoeters, radiomaker Koen Fillet, Bruegelexperte Leen Huet, theater- en tv-maker Wim Helsen, fotograaf Michiel Hendryckx, beeldend kunstenares Anne-Mie Van Kerckhoven, Bruegelexperte Tine Meganck en historicus Jan Lampo gingen voor Bruegels' Dulle Griet in gesprek met Olyslaegers over het kunstwerk. Alle gesprekken zijn te herbeluisteren op de website van het museum. Elk gesprek duurt ongeveer 45 minuten.
Meer informatie
Lees meer over leven en werk van Pieter Bruegel de Oude op onze website bruegel.vlaamsekunstcollectie.be.