De Leuvense historicus en letterkundige Edward Van Even (1821-1905) werd in 1853 aangesteld als archivaris van zijn geboortestad. Hij zou de functie ruim vijftig jaar lang uitoefenen. Naast de historische archieven kreeg Van Even ook de museumcollectie van de Stad onder zijn hoede. Die was toen nog gehuisvest in het historische stadhuis aan de Grote Markt en vormt de basis van de huidige M-collectie. Edward Van Even publiceerde uitvoerig over de geschiedenis van Leuven en de historische kunstproductie in de stad.
M bewaart twee portretten van de archivaris tussen zijn geliefde boeken en documenten. Net als de pronkbeker maakten ze deel uit van zijn omvangrijke persoonlijke collectie, die via zijn vriend en opvolger als museumconservator Victor Demunter (1858-1939) door het museum werd verworven.
Op 13 oktober 1878 was het feest in Leuven. Al vijfentwintig jaar lang zette Edward Van Even zich belangeloos in voor de Leuvense socioculturele verenigingen. Als secretaris van de Commissie der Gemeentefeesten was hij een rots in de branding voor de ruim driehonderd verenigingen die in de stad actief waren. De Bond der Vereenigde Maatschappijen van Leuven wilde hem een blijvend aandenken aan die feestelijke dag schenken. En waarmee konden ze beter dat zilveren jubileum vieren dan met een zilveren pronkbeker? Een gegraveerde inscriptie herinnert aan de schenking: De Maatschappijen van Leuven aan Ed. van Even 1853-13 october 1878. In het kogelvormige foedraal is een gelijkaardig opschrift aangebracht in gouden letters op de diepblauwe bekleding.
Van Evens pronkbeker is een topvoorbeeld van het eclectische gebruik van neostijlen dat kenmerkend is voor zijn tijd. Het geciseleerde decor bestaat uit een combinatie van neogotische, neorenaissance en second empire motieven. Waar de archivaris gefascineerd was door het papieren verleden, vonden heel wat kunstenaars en ambachtslui immers inspiratie in de (toegepaste) kunsten uit vervlogen tijden. Men had nauwelijks een geschikter geschenk kunnen bedenken voor iemand die het verleden zo koesterde.
De bekroning van het deksel voegt aan de beker een sterk persoonlijke toets toe. Ze bestaat uit diverse voorwerpen die verwijzen naar enkele geliefde vormen van ontspanning uit de tijd van Van Even: attributen van de schuttersverenigingen, muziekinstrumenten, kegels, ballen, een struifvogel, een toneelmasker, enz. Samen met het stadswapen van Leuven vooraan op de beker vormen ze een blijvende herinnering aan de schenkers en de feestelijke gelegenheid waarvoor het pronkstuk werd gemaakt.
Over het atelier van Festraets, dat van 1864 tot 1905 actief was, is nog bijzonder weinig geweten. Slechts enkele andere voorwerpen zijn op basis van merkteken of signatuur met zekerheid aan zijn atelier toe te schrijven. Het gaat voornamelijk om kerkzilver zoals een paar neoklassieke misampullen afkomstig uit de Sint-Jan-de-Doperkerk in het Groot Begijnhof te Leuven, nu bewaard in M. Waar Festraets in Mechelen was gevestigd, hoe groot of hoe productief zijn atelier was, blijft voorlopig een mysterie. Was Pierre Festraets in Leuven actief geweest, had Edward Van Even zelf ongetwijfeld meer kunnen vertellen over de maker van zijn historiserende pronkbeker.
Bezoek de website van M en volg het museum ook via Facebook, Instagram, Twitter, LinkedIn en YouTube.