Op dit eigenste moment zijn in grote delen van de wereld mensen aan hun woonplaats gekluisterd en geldt er een reisverbod. Maar waar wij vandaag beschikken over Google, Netflix en Whatsapp om een venster op de wereld te hebben, moest men zich in de 15de eeuw behelpen met de occasionele toegang tot schilderijen als deze. De ultieme droom van veel middeleeuwse christenen was om de plaatsen in het heilig land te zien waar hun verlosser had geleden en zich had opgeofferd. Slechts een uiterst kleine minderheid kon deze gevaarlijke en kostelijke reis naar Jeruzalem ook effectief maken. De vraag naar beelden die de toeschouwer de heilige plaatsen konden laten zien en die een ‘vervangervaring’ voor het lijden van Christus konden bieden, was dan ook groot. In dit paneel komen beide samen.
Op dit wonderlijke schilderij van een onbekende Brabantse schilder worden de episodes van Jezus’ lijden en zijn dood aan het kruis verteld, met nauwgezet oog voor kleurrijke, narratieve en vormelijke details. Dit concept, waarin alle scènes van lijden, dood en verrijzenis in één beeld worden samengebald, is uiterst zeldzaam: er zijn slechts een handvol andere voorbeelden van bekend, waaronder één van Hans Memling (Turijn, Galleria Sabauda).
Jeruzalem, waar dit alles zich afspeelt, ziet er in dit werk uit als een West-Europese, laatmiddeleeuwse stad. Veel personages dragen vijftiende-eeuwse kleren en op straat spelen zich herkenbare, alledaagse taferelen af. Die vertrouwde visuele prikkels maakten het voor de toeschouwers makkelijker om zich in te leven en zich betrokken te voelen bij wat Jezus overkomt. Dat was ook de bedoeling van zo’n vertellend schilderij: ‘mee lijden’ met de Verlosser van de mensheid in zijn donkerste uren. De schilder vond duidelijk inspiratie voor zijn voorstelling van de vele feiten in eigentijdse opvoeringen van mysteriespelen en literatuur over Jezus’ passie.
De lezing begint links onderaan met de intrede van Christus in Jeruzalem op Palmzondag. Het verhaal gaat boven verder, waar Christus de kooplui uit de tempel jaagt, de aanleiding tot zijn veroordeling. Rechts daarvan ontvangt Judas dertig zilverlingen van de hogepriester. Vervolgens is links van de tempel het laatste avondmaal uitgebeeld. In de linkerbovenhoek bidt Christus in de tuin van Getsemane, buiten de stad, in gezelschap van drie slapende apostelen. Daar sluiten de Judaskus en de gevangenneming bij aan, samen met de episode waarin Petrus met zijn zwaard het oor van Malchus afhakt.
Het middenplan is voorbehouden voor het proces. Van links naar rechts leiden soldaten Christus naar Annas en vervolgens naar Kajafas. Vlakbij ontmoet Petrus de dienstmeid die hem ontmaskert als een leerling van Christus. In een volgend tafereel staat Christus terecht voor Pilatus. Een dienaar staat klaar met het waterbekken waarin de landvoogd zijn handen in onschuld zal wassen. Onderaan verschijnt Christus voor Herodes die als een oosterse potentaat zetelt op zijn troon. Dan volgt de geseling en de doornenkroning.
Het contrast tussen Christus, die sereen en gelaten alle pijn en vernedering ondergaat, en de expressieve, karikaturale tronies van zijn beulen, is groot. Merkwaardig is dat, net als in het werk van Memling, de geseling de meeste en de meest centrale plaats inneemt in het verhaal. De apotheose van het lijdensverhaal, de kruisdood, speelt zich in het klein, ver op de achtergrond af.
Nadien toont Pilatus Christus, onderaan in het midden, aan het volk, dat als een compacte groep van op enige afstand toekijkt.
In de rechterbenedenhoek heeft de stoet met de kruisdragende Christus de stadspoort verlaten. Voor de poort stallen twee vrouwen hun voedingswaren uit. Langs de stadsmuur sleuren soldaten hem voort naar de Golgothahoogte. Met kniestoten en stokslagen port een beul hem aan. Geholpen door een dienaar doorsteekt de blinde Longinus de zijde van de gekruisigde Christus. Onder het kruis valt Maria in zwijm, ondersteund door Johannes en een van de andere Maria’s. Daarnaast wordt de overledene van het kruis genomen. Tegen de rechtse rand bevrijdt Christus de zielen die wachten in het voorgeborchte van de hel. Rechts boven is de verrijzenis geschilderd met daarbij aansluitend, als bewijs van de opstanding, de verschijningen aan Petrus en aan Maria Magdalena.
Alle taferelen die zich binnen de gekanteelde muren van de stad Jeruzalem afspelen, worden afgebakend door architecturale elementen, die het verhaal een structuur geven. Die architecturalemise-en-scène, die schatplichtig is aan de Brabantse gebeeldhouwde retabels, bakent alle scenes af maar verbindt ook het hele verhaal door alles in één ruimte samen te brengen. Een dergelijke techniek vergemakkelijkt het de toeschouwer om deze gebeurtenissen als het ware zelf te beleven. Door de beweging die de kijker met het oog maakt bij het volgen van de cyclus doorheen de afbeelding, maakt hij of zij bijna deel uit van de actie. Er is geen lineaire manier om het verhaal te beleven, van boven naar onder of van links naar rechts. Alles gebeurt tegelijk, hier en nu. De actieve toeschouwer kan zijn blik laten dwalen over het paneel en elke scène beleven.
Dit werk vormde dan ook een ideaal vertrekpunt toen M samen met het Laboratorium voor Experimentele Psychologie aan de KU Leuven onderzoek begon te voeren naar de manier waarop mensen naar kunst kijken. Met speciale eye-trackingapparatuur konden bezoekers hun kijk-DNA in kaart brengen. Iedereen kijkt namelijk anders naar kunst. Door oogbewegingen te traceren, kunnen onderzoekers registreren bij welke taferelen, kleuren en contrasten je oog onbewust stil blijft staan. Dit leert ons iets over wat er gebeurt wanneer mensen beelden verwerken, en hoe de kunstenaar hierop mogelijk trachtte in te spelen bij de opbouw van de compositie.
Voor meer informatie over het onderzoek, klik hier.
Dit paneel is een aanwinst uit 1998. Het komt uit een privécollectie en M kon het verwerven met steun van de Vrienden van het Museum, de Nationale Loterij en de Provincie Vlaams-Brabant.