Behalve het werk van zijn medewerkers had Rubens ook de gewoonte om voor zijn plezier tekeningen – en in mindere mate schilderijen – te bewerken van kunstenaars die níet tot zijn atelier behoorden. Daarbij ging het meestal om werk van oudere meesters uit zijn eigen verzameling. Met zulke ‘creatieve’ ingrepen – waarbij hij zijn eigen ideeën overbracht op het bestaande werk – wilde hij die tekeningen en schilderijen verbeteren. Wellicht gebruikte hij ze ook als oefenmateriaal om zijn leerlingen te instrueren. In Het feest van Sint Maarten bijvoorbeeld voerde Rubens over het hele paneel overschilderingen uit in gele, witte of bruinachtige verf om de figuren en het vuur levensechter te maken.
Het feest van Sint Maarten is een vroegzeventiende-eeuwse kopie naar een compositie van de Antwerpse schilder Maarten van Cleve (1527-1581) die zich, behalve door Pieter Aertsen en in zijn latere carrière door Gillis Mostaert, vooral liet inspireren door Pieter I Bruegel. Het feest van Sint-Maarten is daar een voorbeeld van. Er zijn verschillende versies van dit werk bekend. Het feest van Sint-Maarten is het pendant van Driekoningenavond. Beide werken komen voor in de inventaris van de zwager van Rubens, Arnold Lunden, samen met een derde schilderij, De stoet van de kreupelen op koppermaandag. Voor alle drie vermeldt de beschrijving dat ze door Rubens zijn geretoucheerd.
Het tafereel toont Het feest van Sint-Maarten, de heilige die zijn mantel deelde met een bedelaar. De legende hierover gaat als volgt: Maarten (°316) was de zoon van een gevestigde Romeinse magistraat en nam op 15-jarige leeftijd dienst in het Romeinse leger. Bij zijn aankomst aan de stadspoort van Amiens ontmoette hij een naakte bedelaar die hem om Christus’ wil een aalmoes vroeg. Maarten scheurde zijn mantel in tweeën en gaf de bedelaar de helft ervan. Tijdens de daaropvolgende nacht zou Maarten Christus hebben gezien, bekleed met deze mantelhelft. Dat was voor hem een signaal om zijn leven anders aan te pakken. Hij verliet het leger, werd priester en ging als een kluizenaar leven. Velen volgden zijn voorbeeld en samen met hen verkondigde Maarten het Christendom in Frankrijk. In 371 werd hij door het volk tot bisschop van Tours gekozen. Maarten stierf op 11 november 398 en deze dag geldt dan ook als zijn feestdag. In sommige streken wordt dit op 11 november nog steeds herdacht met Sint-Maartensvuren en Sint-Maartensommegangen. Deze tradities stammen waarschijnlijk af van Germaanse rituelen en feesten, die met de komst van het Christendom vaak werden vervangen door Christelijke betekenissen en figuren. Het leven van Sint-Maarten is beschreven door Sculpicius Severus en Gregorius van Tours. Beide schrijvers behoorden tot de meest gelezen auteurs in de middeleeuwen en dit verklaart de grote populariteit van Sint-Maarten.
De schilder van dit werk is niet bij naam gekend, maar het paneel kan gedateerd worden door het brandmerk van Antwerpen en de ingekerfde initialen ‘MV’ die achteraan zijn aangebracht. De initialen zijn afkomstig van Michiel Vriendt, die in 1615 in het Antwerpse schrijnwerkersgilde werd opgenomen en in 1637 overleed. Het schilderij is dus vervaardigd tijdens die periode.
Rubens voerde op het hele paneel overschilderingen uit om de voorstelling levensechter te maken. Dat de retouches van Rubens’ eigen hand zijn, wordt niet betwist. Het retoucheren van schilderijen deed hij regelmatig en vaker nog met tekeningen van meestal oudere meesters. Dit past helemaal binnen de traditie van de renaissance, waarbij het principe van de aemulatio, creatieve wedijver of verbetering, hoog in het vaandel stond. In het licht van deze gewoonte is het schilderij niet zonder belang.
Rubens’ overschilderingen moeten in de jaren 1630 worden gesitueerd. Het zijn gele, witte of bruinachtige retouches in olieverf om de figuren en het vuur levensechter te maken. Rubens bracht talrijke witte hoogsels op tanden en ogen aan om ze in het licht te doen fonkelen. Hij bracht niet alleen leven in de compositie, zoals hij gewoonlijk deed, maar legde ook andere accenten in gedrag en sociale status. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een ogenschijnlijk onbelangrijk detail zoals de hoed van de jongen die rechts op handen en knieën zit; Rubens trekt die hoed met enkele toetsen bruine olieverf wat naar beneden, wat de jongen een schalkser uiterlijk verleent. Deze vrije benadering van zijn feestvierende boeren wordt zelfs ronduit platvloers bij de in het rood geklede man naast de jongen, wiens kniebroek begint af te zakken. Rubens lijkt bijzonder geboeid te zijn geweest door dit soort botte details. De sterkst geretoucheerde zone is die rond het kruis van de dronken man, wiens broek afvalt. Dit gedeelte is zo zwaar overschilderd dat niet langer uit te maken valt of Rubens dit detail meer of juist minder expliciet heeft gemaakt.
De moeder met het tierende kind op de linkerhelft van het schilderij is bijna intact gelaten. Haar ogen zijn echter niet even groot. Rubens vergrootte haar rechteroog door het onderste ooglid langer te maken, terwijl hij het linkeroog ongemoeid liet; de pupillen kijken daarenboven in tegengestelde richting. Daardoor ziet ze er een beetje gek uit, zoals ook blijkt uit haar intentie om de jongen een klap te geven en uit de zwierige beweging van haar schort (die niet door Rubens is bewerkt). De overdrijvingen in het uiterlijk en in de gedragingen van Rubens’ boeren vinden een tegenpool in de wijzigingen die hij aanbracht aan de vrouw met kind naast het vuur. Hij verving de schort die ze op het prototype van Van Cleve draagt door een mauve zijden rok en voegde gouddraad aan haar muts toe: zo wordt ze een van de deftige stadslieden die zo vaak als toeschouwers bij plattelandsfeesten worden opgevoerd. Dit onderscheid tussen de maatschappelijke klassen is al aanwezig bij Van Cleve, wiens jongen met de slee op de voorgrond links beter gekleed is dan de boeren rondom. Zich inspirerend op het schilderij dat hij voor zich had, ging Rubens nog een stapje verder. In het geval van de jongen met de slee maken zijn overschilderingen in roze, oranje en karmozijn de kleding van de jongen nog kostbaarder.
Het Feest van Sint-Maarten is een visueel aantrekkelijk schilderij in de Bruegeliaanse traditie. De interventies en retouches van Rubens maken het bijzonder. Het gunt ons een blik op de atelierpraktijk van de meester en leert ons meer over zijn artistieke opvattingen en kunstenaarspersoonlijkheid.
Verken de website van het Rubenshuis en volg het Rubenshuis via Facebook.