De heilige Joris was van de meest vereerde heiligen in de middeleeuwen. Als patroonheilige van de schutters werden vele schuttersgilden naar hem vernoemd. Zo ook de voormalige eigenaar van dit schilderij, het Brugse Sint-Jorisgilde, tot het schilderij in 1863 overgebracht werd naar het museum van de Brugse Academie. Of het gilde ook de opdrachtgever was, is niet zeker.
Het schilderij is visueel opgebouwd als een veelluik. De opdeling gebeurt niet door het gebruik van drie verschillende scharnierende panelen. De taferelen worden afgebakend door gouden architecturale elementen. In totaal zijn er vijf scènes uit het leven van de heilige uitgebeeld op het schilderij.
Het centrale tafereel toont het bekendste onderdeel van de legende: de heilige Joris als ridder te paard die een draak verslaat. Rechts van hem zitten twee offers voor de draak: de prinses van de stad Silene en een schaap. Centraal linksboven is het vervolg van het verhaal afgebeeld. De heilige Joris brengt de draak en de prinses terug naar de stad Silene waarna de inwoners van Silene zich tot het Christendom bekeren.
De vier kleinere taferelen links en rechts van het centrale beeld, vertellen de heilige Joris' gruwelijke marteling en zijn uiteindelijke dood. Bij de vier scènes is telkens een man met een lange grijze baard, witte tulband en opvallende ketting te zien. Dit is proconsul Dacianus die de heilige Joris vervolgde om zijn christelijke geloof.
Linksboven op het schilderij hangt Joris aan een kruis terwijl zijn beulen hem met verschillende marteltuigen pijnigen. Deze marteling had echter geen effect op de heilige.
Onder dit tafereel is te zien hoe Joris in een ketel met kokend lood zit maar ook hier ongeschonden uitkomt.
De derde martelscène rechtsboven beeldt uit hoe een paard hem over de grond sleept, zonder de dood tot gevolg. Ten slotte is rechtsonder te zien hoe de heilige Joris uiteindelijk gedood wordt door onthoofding.
Over het ontstaan van het schilderij is nog maar weinig geweten. Is het gemaakt in opdracht van het Brugse Sint-Joriskruisbooggilde?
Ook de oorspronkelijke functie is niet zeker: was het bedoeld voor de kapel van het gilde of eerder als decoratie voor een kamer in het gildehuis?
Ten slotte rest de vraag wie het werk schilderde. De kunstenaar was zeker geïnspireerd door het werk van de Brugse schilder Lancelot Blondeel (1498-1561) die zeer vaak gouden architecturale elementen opnam in zijn schilderijen. De mindere kwaliteit van de figuren maakt echter duidelijk dat Blondeel het werk niet schilderde. Het auteurschap blijft dus tot op heden een raadsel.
Geboeid door dit artikel? Op de website van Musea Brugge kan je in de reeks Kunst | werk meer artikels over diverse collectiestukken lezen. Volg Musea Brugge ook via Facebook, Twitter en Instagram.