Het Brugse schilderij, naar Rogier van der Weyden, toont de heilige Lucas die op een knie neerknielt voor Maria en Jezus. Hij tekent haar portret met een zilverstift op een vel papier dat bevestigd is op een houten plankje. Maria zit nederig op de vloer voor een troon, waarboven een baldakijn van goudbrokaat hangt. De troon zinspeelt op haar status als koningin van de hemel. Ze geeft haar zoon de borst. Het geheel speelt zich af in een burgerlijk interieur met een prachtig uitzicht op een binnenhofje, een rivier en een levendig stadje. In een vertrek achter Lucas is zijn attribuut, de os, en een schrijfgestoelte met daarop een boek afgebeeld. Hiermee wordt verwezen naar het evangelie dat de heilige Lucas volgens de overlevering heeft geschreven.
De voorstelling is gebaseerd op een legende uit de zesde eeuw, waarin wordt verteld dat Lucas het portret van Maria schildert. Om deze reden is de heilige Lucas de beschermheilige van de schilders en worden de gilden waarin de schilders zijn verenigd, vaak naar hem vernoemd. Dit verhaal is dan ook een geliefd thema als altaarstuk voor de kapel van het Sint-Lucasgilde. Het schilderij waarvan het Brugse werk een kopie is, is voor 1440 door Rogier van der Weyden geschilderd. Hij maakte het waarschijnlijk voor de kapel van het Brusselse Sint-Lucasgilde, waarvan hij lid was. Het origineel wordt nu in het Museum of Fine Arts in Boston bewaard. Behalve het Brugse werk, zijn er nog twee getrouwe kopieën bekend die bewaard worden in de Alte Pinakothek in München en de Hermitage in Sint Petersburg. Het Brugse schilderij is van deze kopieën kwalitatief het beste en werd vermoedelijk rond 1500 geschilderd.
Rogier van der Weyden laat zich voor zijn compositie inspireren door Jan van Eycks Madonna en kanselier Rolin (Musée du Louvre, Parijs) en een verloren gegaan schilderij van Robert Campin. Hij schildert een werk vol met de prachtigste details en schept één van de invloedrijkste werken van de vijftiende eeuw.
Het originele schilderij kwam in 1893 in de collectie van het Museum of Fine Arts in Boston terecht. Door enkele slechte restauraties uitgevoerd in de 19de eeuw en vergeeld vernis, werd dit schilderij in eerste instantie beschouwd als een kopie naar het schilderij in München of Sint-Petersburg.
Het Brugse schilderij bevond zich op dat moment nog in privébezit en was slechts een keer in 1902 publiekelijk tentoongesteld. In 1932-3 werd het Bostons schilderij verregaand gerestaureerd.
Vergeeld vernis en oude retouches werden verwijderd en een prachtig schilderij van hoogstaande kwaliteit kwam tevoorschijn. Vanaf dat moment waren de meeste connaisseurs ervan overtuigd dat dit het originele schilderij van de hand van Rogier van der Weyden was. Deze toeschrijving berust op kennerschap. Pas in het midden van de 20ste eeuw wordt deze hypothese gestaafd met bewijs uit natuurwetenschappelijk onderzoek.
De vier schilderijen zijn allemaal onderzocht met natuurwetenschappelijke methoden zoals Röntgen-opnamen, infraroodfotografie en infraroodreflectografie (IRR). IRR is een techniek waarbij infraroodlicht wordt gebruikt om door de verf- en tekenmaterialen te dringen. Men kan door alle materialen dringen, met uitzondering van dewelke die koolstof bevatten. Deze techniek wordt vooral gebruikt om de ondertekening - de tekening die de kunstenaar op het schilderij aanbrengt voordat hij gaat schilderen - te bestuderen. In de vijftiende en zestiende eeuw worden hiervoor veelal materialen gebruikt die koolstof bevatten, zoals het geval is bij deze vier schilderijen. Röntgenopnamen vullen dit beeld aan omdat daarmee de verschillende verflagen en eventuele wijzigingen tussen de verflagen onderscheiden kunnen worden.
Vooral het schilderij in Boston geeft een interessant beeld. Uit onderzoek met zowel röntgen als IRR blijkt dat de kunstenaar tal van kleine wijzigingen heeft doorgevoerd. Zo houdt Maria haar hoofd iets minder naar voren gebogen, zijn de beentjes van Jezus van positie veranderd, is Lucas' gezicht iets hoger en meer in driekwart geschilderd en is zijn hoed van vorm veranderd. De meest spectaculaire vondst is een engel die het baldakijn boven het hoofd van Maria vasthoudt. Ook al was hij in de ondertekening vastgelegd, toch werd hij nooit uitgewerkt in verf.
Een aantal andere, kleine wijzigingen hebben samen tot doel gehad de ruimtesuggestie van het schilderij te verbeteren. De draperieën van de mantels van Maria en Lucas bedekten in eerste instantie grotere delen van de vloer. Door de draperieën kleiner te tekenen, lijkt het alsof er meer ruimte tussen de twee figuren bestaat. Ten tweede zijn de vestingwerken links in het werk aangepast zodat het perspectief sterker wordt. De kantelen van de vestingwerken en de muur om het binnenhofje, en de figuurtjes die ervoor staan, zijn verkleind. Als laatste is ook de rivier breder geschilderd dan in de ondertekening.
In tegenstelling tot de verschillende wijzigingen in het schilderij in Boston, heeft het natuurwetenschappelijk onderzoek van de schilderijen in Brugge, Sint Petersburg en München geen wijzigingen aangetoond. Alle drie de schilderijen volgen nauwkeurig de compositie van het verfoppervlak van het Bostons schilderij. Dat betekent dat de drie anonieme kunstenaars gewerkt hebben naar het voltooide schilderij in Boston. De kunstenaar van het schilderij in München heeft zelfs het schilderij uit Boston overgetrokken en dat als basis gebruikt voor zijn schilderij. Mogelijk is dit ook het geval in het Brugse schilderij, maar dit moet nog door onderzoek bevestigd worden.
Ondanks dat het schilderij uit het Groeningemuseum een kopie blijkt te zijn, heeft het nog steeds een grote kunsthistorische waarde. Het schilderij is van hoge kwaliteit en is in zeer goede staat behouden. Een anonieme kunstenaar schilderde het tussen 1482 en 1500. Behalve de drie vrijwel identieke kopieën van het schilderij in Boston, zijn er nog vele andere werken bekend die geïnspireerd zijn op dit schilderij. Opvallend is dat bijna al deze werken aan het einde van de vijftiende eeuw worden gedateerd. Hieruit blijkt hoe groot de populariteit van het werk van Rogier van der Weyden en deze compositie was. Het is mogelijk dat een liefhebber van de kunst van Rogier de opdracht voor het Brugse werk heeft gegeven. Ook is geopperd dat de kopieën werden gemaakt om de kapellen van andere schildersgilden in andere steden te sieren. Bij gebrek aan enige informatie over de ontstaanssituatie van het Brugse werk, blijft het voorlopig echter gissen waarom het werk is gemaakt.
Tekst: Anne van Oosterwijk (Musea Brugge)
Till-Holger Borchert, 'Rogier's Saint Luke: A Case of Corporate Identity?', in Carol J.Purtle (ed), Rogier's Saint Luke painting the Virgin and Child. Selected Essays in Context, Turnhout 1997, pp. 61-87.
Dirk De Vos, 'De H. Lucas tekent het portret van O.-L.-Vrouw', in Stedelijke Musea Brugge, Catalogus Schilderijen 15de en 16de eeuw, pp. 216-9.
Molly Faries, 'The infrared Studies of Rogier van der Weyden St. Luke Drawing the Virgin in Boston: Stages of Investigation and Perception', in Rogier van der Weyden St. Luke drawing the Virgin selected essays in context, Turnhout 1997, pp. 89-101
Rhona Macbeth en Ron Spronk, 'A Material History of Rogier's Saint Luke Drawing a Virgin; Conservation Treatments and Findings from Technical Examinations', in Rogier van der Weyden St. Luke drawing the Virgin selected essays in context, Turnhout 1997, pp. 103-134.
Jochen Sander, 'Copy after Rogier van der Weyden, Saint Luke drawing the Virgin', in tent. cat. The Master of Flémalle and Rogier van der Weyden, Stephan Kemperdich en Jochen Sander (eds.), Frankfurt/ Berlin 2008/9.