Verona in de late twaalfde eeuw – ruim drie eeuwen vóór Shakespeares tragische liefdesverhaal Romeo en Julia zich er afspeelt. Na decennia van onrust en oorlog, gaat het de Italiaanse stadstaat eindelijk voor de wind. Waar Venetië de zee domineert, controleert Verona de handel over het land en trekt koopmannen aan van over heel Europa. De combinatie van een bloeiende handel én de tijdelijke aanwezigheid van het pauselijke hof, brengt tevens een culturele heropleving met zich mee. En een grote creatieve bedrijvigheid in de stad.
In de artistieke context van die periode duikt één naam telkens weer op: Brioloto de Balneo (overleden ca. 1225). Met zijn meesterwerk, het zogenaamde ‘Rad van Fortuin’-roosvenster van de San Zenobasiliek, wierp Brioloto zich in 1189 op als de voornaamste beeldhouwer van de stad. Bijgestaan door een atelier van medewerkers, domineerde hij de volgende vier decennia de lokale kunstproductie, en voorzag hij kerken en paleizen van beeldhouwwerk.
De Maria Lactans in M is een mooie illustratie van Brioloto’s kenmerkende stijl, die sterk was beïnvloed door de Byzantijnse kunst. Zo lijkt de ellipsvormige plooienval van de kledij van Maria en Jezus wel ontleend aan een Byzantijns icoon. Ook in zijn monumentale doopvont in het baptisterium van de San Giovanni in Fonte, versierd met voorstellingen uit de kindsheid van Jezus, paste Brioloto Byzantijnse stijlkenmerken toe. Dat hij succes oogstte met zijn compositie van de Maria Lactans, blijkt uit de niet minder dan zes versies die ervan zijn gekend. Het exemplaar in M is veruit het best bewaarde van de groep, ondanks het vrijwel volledige verlies van de oorspronkelijke beschildering.
De precieze functie van het beeld en de architecturale setting waarin het oorspronkelijk was ingewerkt, zijn niet gekend. De compositie suggereert wel dat het beeld vermoedelijk wat hoger was geplaatst en men als toeschouwer moest opkijken naar de voorstelling. De zittende Mariafiguur leunt immers naar voor vanaf de dikke, ruw afgewerkte rugplaat. Een opvallend onderdeel van het beeld is de kleine nis vooraan in de sokkel, die gezien de iconografie van de Maria Lactans vermoedelijk een reliekhouder bevatte met heilige melk van Maria.
De iconografie van de Maria Lactans of Zogende Maria, waarbij Maria het kind Jezus de borst geeft, was een van de populairste voorstellingswijzen van Maria binnen de christelijke kunst. Brioloto behandelde het thema met een voor zijn tijd kenmerkende afstandelijkheid: de figuur van Maria zit nogal houterig op haar troon, en kijkt streng voor zich uit. Toch etaleert het werk ook een tederheid die eigen is aan de iconografie: een intiem moment tussen moeder en kind. De Maria Lactans wil dan ook vooral de menselijkheid van Jezus – door het drinken van de moedermelk – en de nederigheid van Maria in de verf zetten.
Vooral die intimiteit zal in de latere middeleeuwen door kunstenaars worden uitgespeeld. Op een schilderij van Joos van Cleve (ca. 1485-1541) met hetzelfde thema in de collectie van M, zo’n driehonderd jaar jonger dan het werk van Brioloto, kijkt Maria haar zoon lieflijk aan. Jezus zelf is van pure voldoening in slaap gevallen. In de loop van de zestiende eeuw zou de Kerk echter steeds kritischer worden voor deze voorstellingen, die misschien wel té intiem waren geworden. De maagd Maria moest voortaan op een zedelijke manier worden afgebeeld – en dus zeker niet met ontblote borst.
Het thema van moeder en kind was echter te universeel om te verdwijnen uit de kunst. Daarvan getuigt het beeld De Vruchtbaarheid, of Moederschap, waarin Constantin Meunier (1831-1905) zich ondubbelzinnig liet inspireren door de middeleeuwse iconografie van de Maria Lactans. Weliswaar in een negentiende-eeuws jasje en met de voor Meunier typische sociaal-realistische ondertoon. Ook vandaag blijft het thema actueel: denk maar aan de discussies rond openbare borstvoeding.
In de loop der tijd is Brioloto’s Maria Lactans uit zijn oorspronkelijke context verwijderd en kwam ze in privébezit terecht. Dat deze versie van het werk – in tegenstelling tot de vijf andere gekende exemplaren – zo goed bewaard bleef, heeft daar ongetwijfeld mee te maken. Zo maakte het lange tijd deel uit van twee van de voornaamste verzamelingen middeleeuwse kunst van de negentiende en de twintigste eeuw, namelijk die van graaf Grigory Stroganoff (1829-1910) in Rome en van Adolphe Stoclet (1871-1949) in Brussel. Het is in Belgische en internationale museumcollecties een zeldzaam voorbeeld van een gaaf bewaard, figuratief religieus beeldhouwwerk uit die periode en regio. Reden genoeg om deze uitzonderlijke Maria Lactans in 2021 via het Topstukkenfonds te verwerven voor de collectie van de Vlaamse Gemeenschap. M Leuven kreeg het erkende Topstuk in bruikleen en stelt het de komende jaren tentoon samen met werk van Joos van Cleve en Constantin Meunier in een focuspresentatie rond het iconografische thema van de Maria Lactans in de beeldhouw- en schilderkunst.
Bezoek de website van M en volg het museum via Facebook, Instagram, Twitter, LinkedIn en YouTube.