Sinds de late jaren zestig werkt Lili Dujourie aan een oeuvre waarin ze schippert tussen de schilder- en beeldhouwkunst. De kunstenares laat zich inspireren door de kunstgeschiedenis. Haar blik wordt gestuurd door een vouw die ze ontdekt in een gewaad zoals alleen Rubens het kan schilderen. Haar handen volgen intuïtief de plooien die Van Eyck in olieverf ragfijn drapeert. Alleen komt er bij Lili Dujourie geen olieverf aan te pas, maar gebruikt ze materialen die een dualiteit in zich dragen. Materialen die zacht én hard zijn, makkelijk te manipuleren én onwrikbaar.
Plooien in de tijd is de titel van de tentoonstelling die Mu.ZEE en S.M.A.K. samen met Lili Dujourie maakten in 2015. Graag blikken we hier aan de hand van enkele werken op terug door in te zoomen op een aantal parels uit de Mu.ZEE-collectie.
In het midden van de jaren zeventig legt Lili Dujourie zich toe op een reeks werken in papier. Globaal genomen kunnen we drie grote reeksen onderscheiden: het stilleven, het landschap en de roman.
Bij elk van deze reeksen kiest Lili Dujourie fragmenten uit tijdschriften. Ze scheurt ze uit en plaatst ze in een compositie. Kleurrijke fragmenten brengt ze samen op een blad papier met begrensde contouren tot een stilleven. Of ze verspreidt de fragmenten rechtstreeks tegen de muur in een open landschap. Het fragment is even bepalend als de leegte errond. Er wordt een spel gespeeld tussen aanwezigheid en afwezigheid.
Eigenlijk kan je elk werk van Lili Dujourie lezen als een fragment. Of het nu een papiersnipper tegen de wand is, een bloem in papier-maché, een sculptuur in geplooid lood of een marmeren sculptuur op de grond, steeds verwijst het naar iets anders. Het is een onderdeel van een niet zichtbaar geheel.
Ook de Roman is op dezelfde manier opgebouwd als het Stilleven en het Landschap. Opnieuw kiest Lili Dujourie voor fragmenten uit tijdschriften, maar nu hebben de fragmenten een inhoud. Ze selecteert herkenbare, realistische beelden. Meestal gaat het over de rol van de vrouw in de maatschappij: erotisch, pornografisch of idyllisch. Een beeld van de vrouw zoals de maatschappij haar wil zien en haar kan gebruiken. Anders dan bij het Stilleven en het Landschap zijn deze fragmenten op grote vellen papier aangebracht.
In het midden van de jaren tachtig creëert Lili Dujourie kunstwerken met theatraal gedrapeerde stoffen, vaak in fluweel. Deze sculpturen ogen bombastisch en barok, maar ook heel sensueel. Ze zijn hard en zacht tegelijk, makkelijk te manipuleren en onwrikbaar. De beweging van de plooienval wordt gevat en bevroren als een fragment in de tijd.
Vaak worden ook lijsten geïntegreerd in deze sculpturen. Ze maken het mogelijk om de wereld van het beeld te onderscheiden van het gewone, het alledaagse. De lijst scheidt het beeld van alles wat niet-lijst is. De lijst behoort niet zelf tot de voorstelling, maar maakt de voorstelling mogelijk.
In het kunstwerk Crépuscule ligt een zwarte stof schijnbaar nonchalant op een stoel gedrapeerd. Het grootste deel ligt op de grond, alsof iemand het heeft achtergelaten. De rug van de stoel verwijst naar de vorm van een luit. Aan de wand hangt een deel van een lijst. Stoel, fluwelen doek en lijst zijn de personages in een blauw geschilderd houten decor.
Door het theatrale karakter van de sculpturen wordt deze periode ‘barok’ genoemd. Maar Lili Dujourie heeft zich evengoed geïnspireerd op de weergave van fluweel in de schilderijen van Rogier van der Weyden en Jan van Eyck.
Het oeuvre van Lili Dujourie draagt duidelijk een aantal kenmerken uit de muziek. Figuren, vormen, bewegingen die als een idee aanwezig zijn, keren regelmatig terug – in haar vroege minimalistische sculpturen, videowerk en latere sculpturen in klei. Het gaat steeds om het stollen en vertragen, stilstand en beweging, het onverwachte accent (syncope).
Voor Memoires van de handen drukt de kunstenares haar handen, palmen, vingertoppen diep in de klei. Ze manipuleert de materie tot expressionistische abstract-figuratieve vormen waarin de afdruk van haar handen zichtbaar blijft. Zo ontstaat er beweging in de klei, een beweging die geen verhaal vertelt maar wel een spoor van handeling nalaat. Opnieuw voelen we een tegenstelling: een tastend zoeken naar evenwicht versus een intens fysiek omgaan met de materie.
Ook voor Initialen der stilte componeert Lili Dujourie losse delen klei tot een vorm en een beweging. De organische vormen doen denken aan bladeren, potscherven of een ruggengraat. Het lijkt alsof ze zowel behoren tot de cultuur als tot de natuur. De suggestie is aanwezig, maar er blijft plaats voor fantasie.
Lili Dujourie presenteert de organische sculpturen op alle mogelijke dragers: een robuuste tafel van staal en hout, een houten mdf-plaat op de grond of een eenvoudig tegen de muur vastgevezen schap. Ook de patine en kleisoorten zijn verschillend. Zwarte, grijze of beige klei, in haar gedroogde oorspronkelijke kleur of in een gebakken toestand, soms geglazuurd. Een overkoepelend idee in verschillende variaties. Door de grillige vormen ontstaan verrassende nuances van licht en schaduw.
Poëzie is steeds present, in de vormen, de bewegingen en de titels. Epigram refereert aan een kort en bondig gedicht met een woordspeling of een pointe. Memoires van de handen verwijst naar de gedachten of het geheugen die zowel de geest als de handen toebehoren. Het staat voor de indrukken van ervaringen eigen aan een persoon.
In Ballade focust Lili Dujourie zich op de geneeskundige krachten van bloemen en planten. Medicinale planten en kruiden kennen een lange geschiedenis in het Westen. De kennis werd overgeleverd door de Egyptenaren en verder ontwikkeld tijdens de middeleeuwen. De middeleeuwse kloosters hadden niet enkel een grote tuin of hortus, maar ook een geneeskrachtige kruidentuin of hortus sanitas, gelegen naast de ziekenzaal of dokterswoning. De praktische en empirische kennis van de ziekenzorg werd mondeling doorgegeven of via illustraties en beschrijvingen van kruiden in boeken.
Lili Dujourie selecteert kruiden die in het Westen groeien sinds de Oudheid en nog steeds wijd verspreid en beschikbaar zijn, maar waarvan de culturele oorsprong niet meer achterhaald kan worden. De planten zijn er altijd al geweest. Elke sculptuur in papier-maché is gebaseerd op illustraties uit Middeleeuwse handschriften en uit botanische studies uit de periode van de Verlichting. De vormen zijn afgeleid van die delen van de plant, meestal bloesems, die gebruikt worden in de kruidenapotheek. Soms sterk uitvergroot. Salvia bijvoorbeeld wordt traditioneel gebruikt om angsten, verteringsproblemen en pijnlijke spieren te behandelen. Maar ook om verkoudheden en koorts te bestrijden. Rosa Canina (hondsroos) heeft een hoog vitamine C gehalte en wordt ook gebruikt om zich te beschermen tegen verkoudheden en koorts en om scheurbuik te voorkomen. Digitalis (vingerhoedskruid) wordt genoemd bij de behandeling van hartproblemen. En Helleborus Niger (kerstroos), een heel giftige plant, werd gebruikt om een abortus in te leiden. De geneeskrachtige planten die Lili Dujourie heeft uitgekozen, zijn over het algemeen gekend. Maar de onderdelen van de planten waarvan de geneesmiddelen worden gemaakt – en die Lili Dujourie heeft uitvergroot – zijn veel minder gekend. Vandaag gebruikt meer dan 80% van de wereldbevolking een kruidenbehandeling om een ziekte te bestrijden. In niet-Westerse landen is deze natuurlijke geneeskunde algemeen geïntegreerd in de samenleving. In het Westen is er een herwaardering zowel in de farmaceutica als in de huiskamer.
Tekst: Mieke Mels
Ontdek de collectie van Mu.ZEE via de website van het museum en volg Mu.ZEE via Facebook, Twitter en Instagram.