Léon Spilliaert is eenentwintig wanneer hij aan de slag gaat bij de Brusselse uitgever Edmond Deman. Zijn taak is verkoop en public relations. Edmond Deman is een bevlogen uitgever voor Franse en Belgische symbolistische dichters. Hij neemt graag jonge, veelbelovende kunstenaars onder zijn vleugels en lanceert ze in de kunstwereld. Hier komt Spilliaert in contact met een wereld van hoogstaande kunstenaars en intellectuelen. Zo ontmoet hij onder meer de dichters Emile Verhaeren en Maurice Maeterlinck. Geïnspireerd door hun symbolistische poëzie brengt Spilliaert de nachtelijke stilte in beeld als een metafoor voor een psychologische of filosofische werkelijkheid. De sfeer in zijn vroege werken is beklemmend, beangstigend, verstild en meditatief. Ze weerspiegelen zijn eigen gemoed.
’s Avonds wandelt Léon Spilliaert graag over de zeedijk waar na zonsondergang meestal geen mens meer komt. Hij houdt van de eenzame stadslichten langs de pier en in de vergeten straten van Oostende, hij heeft oog voor de weerspiegelingen van het maanlicht. De duisternis van de nacht doet de vormen vervagen: de kustlijn, de dijk, de parfumflesjes in het atelier van zijn vader, de planten in zijn interieur, zijn eigen gelaat.
De oorverdovende stilte en de onmetelijke diepte van de nacht tracht hij uit te beelden met een heel persoonlijke techniek. Hij combineert verschillende materialen: kleurpotlood, pastel, aquarel, gouache en Oost-Indische inkt die hij verdunt – of ‘wast’ – met water om verschillende grijswaarden te bekomen. Zo ontstaan er eindeloze schakeringen tussen licht en duister, in zachte overgangen of harde licht-donkercontrasten.
De oorverdovende stilte en de onmetelijke diepte van de nacht tracht hij uit te beelden met een heel persoonlijke techniek. Hij combineert verschillende materialen: kleurpotlood, pastel, aquarel, gouache en Oost-Indische inkt die hij verdunt – of ‘wast’ – met water om verschillende grijswaarden te bekomen. Zo ontstaan er eindeloze schakeringen tussen licht en duister, in zachte overgangen of harde licht-donkercontrasten.
De dwingende en verlammende zoektocht naar zijn identiteit zet Spiliaert aan om een reeks expressieve zelfportretten te maken. Hij heeft er een dertigtal getekend en geschilderd. Meestal beeldt hij zichzelf af tijdens de nacht, met een donker pak en een stijve witte hemdskraag, een kostuum dat hij ook in het dagelijkse leven draagt. Zo stelt hij ook zichzelf voor in ‘Zelfportret met rood potlood’ uit 1908. Zijn blik is koortsachtig, met een half open mond, een skeletachtig gelaat, ogen die diep weggestoken zitten in de oogkassen. Het gezicht valt uiteen in vele licht- en schaduwvlakken. Ook de spiegel speelt regelmatig mee in zijn zelfportretten. Het benadrukt de beklemmende sfeer of geeft reflecties op de werkelijkheid. Hier is de spiegel wat verscholen achter zijn rug, volledig opgenomen in het interieur. De kleuren zijn gedempt, gefilterd door de nacht. Om bepaalde delen meer naar voren te brengen, accentueert hij ze met kleurpotlood en krijt. Het rode potlood in zijn hand krijgt hierdoor wel een heel bijzondere betekenis.
Opvallend in elk werk van Léon Spilliaert is de kadrering. Bewust beklemtoont hij een horizontale of verticale richting, snijdt hij een tafel of een schildersezel af. Die ongebruikelijke uitsneden en het geometrisch uitwerken van de ruimte bepalen zijn eigenzinnige beeldtaal. De ‘innerlijke duisternis’ die opwelt in de nacht, de vele reflecties, decors, positionering, belichting, lichtdonkercontrasten, … het zijn allemaal middelen die hij aanwendt voor zijn diepe introspectie en doorgedreven zelfstudie.
Tekst: Inne Gheeraert