Jheronimus Bosch en zijn kunst zijn een uniek fenomeen in de kunstgeschiedenis. Uitgaande van de middeleeuwse symboliek en fantasie ontwikkelt hij een zeer eigenzinnige beeldtaal waarin religieuze thema’s met moraliserende betekenis centraal staan. De Kruisdraging is een even uitzonderlijke als gedurfde compositie. Het beeldvlak wordt enkel door hoofden gevuld, zonder dieptewerking noch gevoel voor ruimte. Het goed en het kwaad worden tegenover elkaar geplaatst. De serene gezichten van Christus en Veronica zijn rustpunten in de chaos. De groteske tronies zijn karikaturaal en tegelijk levensecht. De expressieve karakterkoppen illustreren de slechtheid en de domheid van de mens. Als studie van de menselijke gelaatsuitdrukkingen is dit schilderij zonder weerga. In dit werk komt Bosch’ artistieke vindingrijkheid tot een hoogtepunt, zowel in het koloriet, de techniek als de iconografie. De Kruisdraging is niet alleen een unicum in Bosch’ oeuvre, maar is ongeëvenaard in de Europese schilderkunst rond 1500.