Meijndert Sonck (1626-1675) was niet de eerste de beste. Hij was advocaat, een tijdlang kapitein van de schutterij en ook bewindhebber van de VOC. Vanaf 1659 was Sonck gedurende een aantal jaren burgemeester van Hoorn. Hij was in 1653 gehuwd met Agatha van Neck (1634-1707), een jonge weduwe. Samen hadden zij acht kinderen. Op dit portret zien we van rechts naar links – en van oud naar jong – Cornelia (1654-1680), Margaretha (1656-1726), Geertruyd (1657-1699) en Albert (1659-1694).
Rechts boven houdt een min een baby in haar armen. Vermoedelijk werd dit duo later toegevoegd, toen het schilderij al was opgezet. We weten dat de baby, Lucia, in september 1662 is geboren. Het meisje overleed twee weken later. Of gaat het hier om een nog latere toevoeging? In december 1663 werd een tweede Lucia geboren, die drie jaar in leven bleef. Voor de volledigheid: ook na de toevoeging van Lucia werden nog twee kinderen geboren ten huize Sonck-Van Neck, maar huisportrettist Rotius was toen al overleden, op z’n 42ste. Het familieportret was bovendien al overvol. Dit doek bleef in de familie, via kleindochter Agatha van Neck. Het belandde in de collectie Bredehoff de Vicq, waar Fritz Mayer van den Bergh het in 1897 aankocht.
De ouders zijn in het zwart gekleed, met een schouderstuk in witte kant. De kinderen, die voor de gelegenheid ook op hun mooist zijn uitgedost, dragen allemaal een schort van batist, die de voorzijde van het lijfje en een deel van de rok bedekt. Midden voor op de borst en aan de onderzijde is het schort voorzien van kloskant. Linnengoed was in de jaren waarin het doek werd geschilderd modieus, zeker op formele portretten zoals dit. Let ook op de pluimhoed die de jonge Albert vasthoudt.
Voor het overige is de driejarige jongen door zijn kleren niet als jongen te onderscheiden. Bij jongens verving men pas op iets latere leeftijd de rok door een broek: op hun zevende en soms ook al wat vroeger.
Jan Albertsz. Rotius, zelf ook een vader van zeven kinderen, werkte vooral als portretschilder van de elite in de stad Hoorn, waar hij zich na zijn huwelijk in 1643 definitief vestigde. Aan het begin van zijn carrière (1649-1655) maakte hij naam als schilder van schuttersstukken voor de Nieuwe Doelen in zijn stad. Vier jaar vóór dit gezinsportret maakte hij al een individueel portret van Agatha van Neck. Het echtpaar moet daar tevreden over zijn geweest. Het is bij Rotius de vraag in hoeverre zijn wat starre conservatisme als schilder het gevolg is van wensen van zijn opdrachtgevers. In zijn minder formele kinderportretten blijkt hij meer de vrije hand te hebben gekregen.
Verken de collectie van Museum Mayer van den Bergh via de website en volg het museum via Facebook.