In Mijn portret in 1960 etste James Ensor een liggend skelet met een spin op de voorgrond. We krijgen een zelfportret van Ensor op honderdjarige leeftijd.
Maskers, skeletten en doodshoofden: het zijn de meest gekende beelden uit Ensors kunst. Net als bij zijn maskers, schuilt ook achter de skeletten een veelzijdig verhaal. Dat vangt aan in zijn studentenjaren aan de Academie in Brussel, waar Ensor schetste naar skeletten in de lessen anatomie. In Oostende werden intussen restanten van gesneuvelde soldaten uit historische veldslagen opgegraven. Maar ook Aglaé, het skelet van Ernest Rousseau jr., speelt een niet onbelangrijke rol. Ernest Rousseau jr., de zoon van Ernest Rousseau, studeerde geneeskunde en beschikte over een oefenexemplaar. Samen met Ensor haalde hij er graag fratsen mee uit. Het duo liet zich zelfs fotograferen in de duinen van Oostende, terwijl ze elkaar met botten en schedels te lijf gingen.
In andere werken zoals De kokette dood (1922) of De dood achtervolgt de mensenkudde (1896) plaatst Ensor de skeletten in levende situaties. In zijn tijd was er heel wat belangstelling voor middeleeuwse kunst en volksgeloof. De zogenaamde macabere dansen waarbij doden af en toe uit hun graven kwamen om te dansen op de kerkhoven, kenden een revival.
Ensor gebruikte alle artistieke media om de dood weer te geven. We zouden gerust kunnen stellen dat hij een fascinatie had voor de dood. Hij was ook een verwoed verzamelaar van doodsbrieven. Deze thematiek bleef hem fascineren tot op het einde van zijn leven.
Interesse in leven en werk van Ensor? Raadpleeg onze website jamesensor.vlaamsekunstcollectie.be. Op de Arthub Ensor kan je het werk van Ensor in hoge resolutie raadplegen en downloaden.
Ontdek de collectie van Mu.ZEE via de website van het museum en volg Mu.ZEE via Facebook, Twitter en Instagram.