Ouder zijn, het is een van de moeilijkste taken. Dat geldt nu, en dat gold zeker ook in de zeventiende eeuw. Een nieuw genre verschijnt dan ten tonele in de Noordelijke Nederlanden: het familieportret. Niet toevallig gebeurt dat net dan. Waarom? En hoe gingen zij vroeger om met hun kinderen?
Het Nederlandse protestantisme, het calvinisme, bant Maria uit de kunst. De Bijbel stelt immers duidelijk: je mag enkel God aanbidden. Kunstenaars vervangen Maria als ideale moeder door het perfecte gezin. Noord-Nederlandse kunstenaars spelen daarmee niet alleen in op een religieuze afspraak. Vanaf de zestiende eeuw beginnen gezaghebbers het kerngezin van ouders en kinderen te promoten als hoeksteen van de maatschappij. Het gezin geldt als een soort samenleving in het klein. Als elk gezin volledig in balans is, dan kan het in de maatschappij als geheel niet mis gaan. De elite omarmt gezinsharmonie als nieuwe waarde.
Deze vader is alvast overtuigd dat alles dik in orde is in zijn jonge gezin. Het schilderij bevestigt zijn trotse gevoel. Er is een keten aan eensgezinde interactie waarbij papa een peer geeft, het kind dat de peer wil en mama die haar kind vasthoudt.
Het kind is overigens een jongetje. Jongens laten zich niet herkennen aan hun kleding, maar aan de belletjesketting die ze dragen. Bij jongetjes gaat die ketting schuin over de romp, terwijl meisjes ze aan de hals dragen.
Op het moment dat Anthonie Palmedesz. dit onbekende gezin vereeuwigt, telt het acht kinderen. Dat is in de Nederlanden van de zeventiende eeuw echter geen standaard. De meeste gezinnen hadden twee tot drie kinderen. Maar als het kerngezin zo belangrijk is, verandert ook het gewicht dat kinderen in de schaal werpen. In de begindagen van het familieportret willen gezinnen vooral documenteren hoe gezegend ze zijn met hun grote aantal kinderen. De kindersterfte ligt immers nog hoog. Kinderen zijn echte schatten, en gelden als waardevoller dan juwelen.
De kunstenaar houdt zich hier aan enkele richtlijnen: zet een grote familie rond een tafel, dat is handig om de compositie op te bouwen, en breng variatie. Dus leest een van de zonen een boek, terwijl een andere net terugkomt van de jacht.
Eenmaal het nieuwe genre aan populariteit wint, geven ook kleinere gezinnen aan kunstenaars de opdracht om een familiekiekje te maken.
Wanneer moet je de strenge ouder zijn en wanneer ga je te vriendschappelijk om met je kinderen? Dat zijn vraagstukken in onze tijd. In het Nederland van de zeventiende eeuw proberen ouders alvast de kloof te dichten met hun kinderen. Op het eerste gezicht houden dokter Cornelis Van der Heijde en zijn eega Ariaentgen Ariens de Buijser zich netjes aan de etiquette. Hun oudste dochters Anna en Arien staan recht, de kleinsten zitten op een tafel of worden vastgehouden. Kinderen mogen pas vanaf een bepaalde leeftijd mee aan tafel zitten om te eten. Tot dan aten ze staand.
Voor het gemiddelde zeventiende-eeuwse Nederlandse burgergezin moet echter de harmonie in hun gezin van het schilderij afstralen. De ouders zitten dus neer, dat brengt hun gezichten meer op een lijn met die van hun kinderen. De kunstenaar helpt een handje door helemaal in te zoomen op het gezin waardoor de leden dichter bij elkaar lijken te komen.
Vormelijk zijn deze kinderen gebonden aan het verschil in hiërarchie. Maar hun ouders zien hen wel als waardevolle individuen die niet gekleineerd mogen worden.
Ook de nieuwe man staat op in het Nederland van de zeventiende eeuw. Waarschijnlijk niet volledig naar huidige normen, maar hij doet al zijn best. De vrouw is er juridisch beter beschermd dan in vele andere Europese landen, dat helpt wel. Ze geniet veel aanzien als de roerganger van het gezin, en heeft recht op bezit. Buitenlandse reizigers merken op hoeveel genegenheid er vaak is tussen man en vrouw. Dat wordt ook aangeraden in de literatuur van de tijd, met bijvoorbeeld Jacob Cats die stelt dat het huwelijk door beide echtlieden gestuurd wordt.
Affectie tonen mannen door kleine gebaren, dat is typisch voor het genre van het familieportret. Ze presenteren hun gezin, wijzen ernaar, bieden hun kinderen vanalles aan. Of kijken heel liefdevol naar hun zoon, zoals deze onbekende vader.
De meeste familieportretten hebben vooral functioneel belang als document van de actuele gezinssituatie. Al staat het natuurlijk altijd goed om dat portret te laten maken door een belangrijke kunstenaar. Door Cornelis de Vos, bijvoorbeeld. Als topkunstenaar denkt die ook vooruit. Hij houdt bijvoorbeeld rekening met toekomstige, nog ongeboren gezinsleden. Jawel, er zijn verschillende voorbeelden waarbij nieuwe kinderen later zijn bijgevoegd, en niet altijd even zorgvuldig of door de oorspronkelijke schilder. Op dit schilderij kon de familie nog wel uitgebreid worden zonder al te grote ingrepen.
Dat is nooit gebeurd. Het lot van dit schilderij was erger: in de achtiende eeuw werden de jongens links gescheiden van de meisjes rechts. Waarom? Was het schilderij te groot voor de nieuwe bestemming? Bracht de verkoop van twee schilderijen van De Vos meer op? In 1905 koopt het museum beide delen aan bij kunsthandelaar Kleinberger in Parijs. In die delen herkent men het geheel en de hand van de kunstenaar. Het duurt nog tot 1930 voor het museum de twee delen definitief herenigt en de harmonie in dit gezin herstelt.
Volg updates over het KMSKA via de website, Facebook, Instagram, LinkedIn en Twitter.