Dans les expositions particulières on trouve à foison des peintres, mais bien peu d’artistes. […] Henry De Groux est de ceux-là.
Henry De Groux (1866-1930) is een kunstenaar van het grote spektakel. Hij laat een oeuvre na waarin hij mythologische verhalen, historische gebeurtenissen en christelijke taferelen door de filter van zijn rijke verbeelding haalt. De Groux houdt van opera en theater. Hij is een fervente Wagneriaan. Drama en tragiek is hem niet vreemd. Zijn doeken wemelen van de figuren die de gekozen scenes in ‘beweging’ zetten. De kunstenaar werd vaak als schilder van het geweld bestempeld. Zelf zei hij daarover: “Al geven veel van mijn werken inderdaad deze indruk, dan is dat misschien een resultaat: het is nooit een doel geweest. In ieder geval ben ik nooit op zoek gegaan naar het geweld omwille van het geweld. Wanneer ik echt realiseerde wat ik wilde realiseren, bestond mijn voornaamste streven uit beweging.(1)"
Le Christ aux outrages (1888-1889) is daar een bijzonder voorbeeld van. Deze Bespotting van Christus kan beschouwd worden als een signatuurwerk waarin hij zich als jonge opkomende kunstenaar wil bewijzen. Zijn vriend en kunstenaar William Degouve de Nuncques (1867 – 1935) poseert als de Christusfiguur die omringd wordt door een wemelende mensenmassa die hem bespot en kleineert. Op hetzelfde moment werkt James Ensor (1860 – 1949) aan zijn eigen meesterwerk: De intrede van Christus in Brussel (1888). Ensor zal tot 1929 wachten om zijn intrede aan het grote publiek te tonen. De Groux zendt zijn werk in voor de Salon van Brussel in 1890, wat een ‘schandalig’ succes wordt, de talk of the town.
Mu.ZEE bewaart een aantal werken van Henry De Groux. Naast een portret van Richard Wagner (1895), een portret van Emma Lambotte (1907) en een portret van James Ensor zelf (1907), kocht het museum in 2021 het historische tafereel Alexandre pleurant Darius (1892). In zijn dagboeknotities schrijft Henry De Groux dat Alexandre pleurant Darius een voorbeeld is van zijn verlangen om grote emoties op doek weer te geven. Daarnaast is het schilderij ook een toonvoorbeeld van de kunstenaars’ passie om helden en grote historische personages op doek te willen brengen.
Alexandre pleurant Darius grijpt terug naar een historisch moment ca. 331 v. C., wanneer de Slag bij Gaugamela door de Grieken, aangevoerd door Alexander de Grote, gewonnen wordt op het Perzische Rijk, aangevoerd door koning Darius III. Gaugamela is een plek die vandaag gesitueerd kan worden in Noord-Irak, nabij Mosoel. Deze strijd was niet de eerste maar wel een van de beslissende veldslagen in de grote Perzische veroveringstocht van Alexander de Grote. Koning Darius III wist te ontvluchten maar werd verraderlijk vermoord door Bessus, een van zijn eigen vertrouwelingen. De ambitieuze verrader die zijn koning vermoord had, probeerde hem onder de naam Artaxerxes V op te volgen en begon een guerrillaoorlog tegen Alexander de Grote, maar ook hij moest de duimen leggen. Alexander, die respect had opgevat voor zijn vermoorde tegenstander, liet de koningsmoordenaar door een Perzische rechtbank ter dood veroordelen wegens hoogverraad. Uit respect voor zijn jarenlange vijand, kreeg Darius III een eervolle begrafenis.
Henry De Groux kent deze geschiedenis goed. Hij schrijft er over in zijn dagboek (14 januari 1892). Literatuur is voor hem een zeer rijke bron voor alle thema’s die hij in zijn doeken kan verwerken, hetzij historisch, hetzij mythologisch. Hier kiest de kunstenaar het moment waarop Alexander met spijt het dode lichaam van koning Darius III ontdekt, doorzeefd met pijlen. Hij knielt neer en rouwt om de dood van zijn bekampte vijand.
James Ensor heeft eveneens aandacht voor het tragische lot van koning Darius III. Hij kiest er voor om eerder te spot te drijven in de gravure De beroemde Perzische geneesheren Iston, Pouffamatus, Cracozie en Transmouffe onderzoeken de stoelgang van koning Darius na de slag van Arabela (1886). Ensor verplaatst de veldslag van Guagamela naar Arabela (vandaag Ibril in Noord-Irak). Niet de veldslag zelf interesseert hem, maar wel wat er nadien gebeurde, toen Darius wist te ontvluchten. De troepen van Alexander de Grote zetten tevergeefs de achtervolging in, maar konden wel de tent van de Perzische vorst plunderen. Daar troffen ze een troon, een toilet en andere luxueuze meubelen aan. Wellicht kon dit historische feit de verbeelding van Ensor voldoende tarten om deze fantasievolle ets te maken. Ensor schetst een Oosters ingekleed tafereel waarin de stoelgang van Darius door een aantal Perzische geneesheren onderzocht wordt, op zoek naar een mogelijke reden voor zijn nederlaag tegen Alexander.
Tekst: Mieke Mels
Mei 2022
Ontdek het vernieuwde Mu.ZEE, met een unieke collectie moderne en hedendaagse kunst in België, van 1880 tot vandaag. Volg Mu.ZEE via Facebook, Twitter, Instagram en TikTok.
Jan Dewilde, Thoma Schlesser, Henry De Groux. Oorlogsgetuige 1914 – 1918, uitg. In Flanders Fields, 2007
Henry De Groux, Obsessions & Symphonies, Thomas Deprez Fine Arts, 2021
Historianet
(1) Henry De Groux, in zijn Journal op datum van 5 mei 1901: uitgave opgesteld onder leiding van Rodolphe Rapetti en Pierre Wat, Parijs, Kimé, 2007, p. 78.