Maarten Vanden Eynde bestudeert de ecologische impact van de mens op de Aarde en de fysieke gevolgen die dit zal hebben voor de volgende generaties. We bevinden ons in een tijdperk waarin de menselijke activiteit het klimaat en de atmosfeer totaal heeft veranderd. Dit wordt ook het antropoceen genoemd.
Maarten Vanden Eynde plaatst deze term in een globale en postkoloniale context. De laatste jaren focust hij zich vooral op de gevolgen van de trans-Atlantische handel van belangrijke materialen zoals rubber, olie, ivoor, koper, kobalt, katoen, lithium en uranium. Deze uitwisseling heeft immers een invloed op de evolutie van de mens, de ontwikkeling van naties en andere globale machtsstructuren. Het ensemble uit de collectie van Mu.ZEE refereert aan de ongelijke economie die hieruit is ontstaan. Het bestaat uit vijf kunstwerken die Maarten Vanden Eynde deels in samenwerking met de Congolese schilder Musasa maakte in 2015.
Het schilderij Wheel of Fortune toont zeven natuurlijke materialen die in de Democratische Republiek Congo worden ontgonnen en vervolgens geëxporteerd naar de rest van de wereld. De afgebeelde grondstoffen zijn erg gegeerd en oefenen een grote invloed uit op de menselijke evolutie.
Door de ontwikkeling van een universele vormentaal slagen Maarten Vanden Eynde en Musasa erin complexe verhalen om te vormen tot begrijpbare rebussen. De geschilderde objecten tonen de ontgonnen materialen, de objecten waarin ze worden getransformeerd en de gevolgen van dit proces.
Uranium wordt gebruikt bij de ontwikkeling van de atoombom, rubber voor revoluties inzake transport en telecommunicatie, hout voor de constructie- en meubelindustrie, ivoor bij spellen en muziekinstrumenten, koper voor het leger en oorlogvoering, diamanten voor juwelen en wetenschappelijke instrumenten en allerhande metalen en mineralen bedienen de IT-sector.
De taartvorm verwijst, zoals de titel aangeeft, naar het rad van fortuin dat ons toegang kan verlenen tot vooruitgang door rijkdom. De stukken van de taart refereren dan weer aan de globale ordening van ruimte en tijd. Zo maakten de Europese kolonisatoren een verdeling van het Afrikaanse continent tijdens de Conferentie van Berlijn en werd door dezelfde mogendheden bepaald dat Greenwich het middelpunt van de wereld zou worden in functie van een universele tijdsindeling. Dit soort beslissingsprocessen toont aan dat een beperkte groep machtshebbers vaak de besluiten maakt, zonder een universele gedragenheid of democratische uitkomst te willen bereiken.
Maarten Vanden Eynde onderzoekt ook de immense ongelijkheid in het proces tussen de ontginning van de mijnen en het gebruik van de grondstoffen voor de productie van objecten zoals smartphones.
Kennis over de toepassingen van de materialen wordt niet globaal gedeeld. De mijnwerkers hebben er vaak geen enkel idee over waar hun arbeid toe moet leiden en worden bewust niet ingelicht over het belang van de ontgonnen materialen. Er is dus geen connectie tussen het begin- en eindpunt van het proces, ondanks de beloften die de kennismaatschappij ons voorhoudt. Smartphones, internet en laptops zouden nodig zijn om ons in contact te brengen met de hele wereld. Toch blijkt er een enorme ondergeschiktheid van de regio’s waarvan de grondstoffen afkomstig zijn.
Daarom brengt de kunstenaar in Technofossils het hele proces samen: het eindproduct (de smartphone) is gebeeldhouwd uit malachiet, alsof het apparaat in de mijn werd ontdekt. Dit soort steen wordt vaak gebruikt voor kleine sculpturen die aan toeristen worden verkocht, zoals dieren of asbakken. Op de plek waar het wordt ontgonnen, is malachiet dus niet per se verbonden aan technologie.
De reeks Copper Connection werkt opnieuw als een soort van infographic. Maarten Vanden Eynde en Musasa informeren hiermee over de manier waarop materialen zoals malachiet en koper worden gebruikt.
De thema’s die Maarten Vanden Eynde aankaart, worden door de COVID-19-crisis nog acuter. Ook in regio’s waar de effecten van de klimaatverandering en de ongelijke globale economie nog min of meer verdoken blijven, ontstaat het besef dat lange ketens met verre transporten ook risico’s meebrengen.
Wanneer cruciale producten – denk maar aan mondmaskers en beademingstoestellen – slechts op een paar locaties in de wereld worden ontwikkeld, blijken we heel erg afhankelijk van de goede wil van anderen.
Tekst: Ilse Roosens