El dia del burro (2018) van Dodi Espinosa biedt meteen veel aanknopingspunten en symbolen, maar bij een eerste blik valt vooral de kitscherige esthetiek op. De kunstenaar gaat bewust niet mee in wat westerse kunstliefhebbers als smaakvol beschouwen, waarmee hij een veelzeggend statement maakt. Hij weigert resoluut te beantwoorden aan wat van hem als kunstenaar verwacht wordt. De geschiedenis wordt door de winnaars geschreven, maar Espinosa gelooft dat heel wat andere perspectieven, verhalen en vormentalen minstens even interessant zijn. Zijn El dia del burro is bijvoorbeeld een sculptuur die meer aansluit bij het rurale en folkloristische – of alleszins wat zo wordt bestempeld door wie zich in de meer mainstream of normatieve kringen bevindt. De zittende figuur draagt een hoofddeksel in papier-maché op basis van pagina’s uit De Witte Raaf. Dit kunsttijdschrift staat bekend om de erg kritische artikels, maar spreekt vooral een gespecialiseerd publiek aan. Dat het door Espinosa als gebruiksmateriaal wordt herwerkt, is dus best symbolisch.
Met de papieren ezelskop verwijst de kunstenaar naar het feest dat zich afspeelt op de plek waar hij opgroeide in Mexico op 1 mei – ‘el dia del burro’ dus, ofwel 'de dag van de ezel'. Het feest is vergelijkbaar met carnaval, hoewel hier niet de mensen, maar wel de ezels verkleed zijn. Espinosa brengt dit volksfeest in verband met een aantal bekende kunstwerken, waarmee hij hiërarchische verbanden tussen het populaire en kunsthistorische tracht uit te dagen. De figuur in tutu verwijst naar de ballerina’s van kunstenaar Edgar Degas. Al geruime tijd is Degas het onderwerp van discussie bij verschillende feministische kunstcritici die vinden dat hij de jonge danseressen op een voyeuristische en objectiverende manier weergeeft. Espinosa maakt er een queer figuur van en schudt daarmee aan het klassieke patroon waarbij de mannelijke kunstenaar een vrouwelijk figuur observeert en weergeeft. Het derde been symboliseert dan ook een derde sekse. De kunstenaar refereert zo aan zijn homoseksualiteit en de manier waarop conservatieve denkkaders niet toelaten dat mannelijkheid ook gevoelig en artistiek kan zijn. Zo herinnert hij zich hoe hij tijdens zijn jeugd in Otumba (Mexico) werd aangeleerd hoe hij zich genderconform moest gedragen, waardoor hij zich enorm gelimiteerd voelde in het uitdrukken van zijn identiteit.
Een andere verwijzing naar Mexico zijn de scarificaties op de rug van de figuur. Deze wonden refereren aan de katholieke voorstelling van Christus, maar ook het machtsmisbruik van koloniale mogendheden. El dia del burro is voor Espinosa een soort van ex voto, ofwel een gelofte of bedanking die het overwinnen van een gevaarlijk incident voorstelt. In Mexico kent de ex voto een lange traditie, meegebracht door de Europese koloniale heersers in de vorm van schilderijen. Kunstenaarskoppel Diego Rivera en Frida Kahlo startte met het verzamelen van votieve schilderijen en liet er zich ook door beïnvloeden. Kahlo vermengt daarbij haar interesse in populaire cultuur met mystieke Mexicaanse elementen. Haar opvallende fysieke kenmerken en lichamelijke pijn zijn cruciaal in haar biografie en werden deel van haar votief werk. Espinosa gaat ervan uit dat Kahlo in haar oeuvre een manier vond om met haar trauma’s en wonden om te gaan. In El dia del burro zijn de kwetsuren op de rug gelinkt aan het verleden van de kunstenaar als (illegaal) migrant en slachtoffer van machtsmisbruik en ongelijkheid. Het werk hielp hem op een bijna therapeutische manier zijn verleden te verwerken en vormt een bedanking voor het doorkomen van deze moeilijke periode uit zijn leven. Hij vindt het daarbij interessant dat net de Europese overheerser die voor zoveel leed heeft gezorgd, de traditie rond de ex voto startte.
Ontdek de collectie van Mu.ZEE via de website van het museum en volg Mu.ZEE via Facebook, Twitter en Instagram.