Het is 1965. In de Sint-Annastraat in Leuven worden er woningen afgebroken voor de komst van een nieuw kantoorgebouw van de Boerenbond (dat intussen opnieuw plaats moest ruimen voor een wooncomplex). Het is tijdens die werken dat de muurschildering van de heilige Veronica ontdekt wordt. De Boerenbond schonk de merkwaardige vondst aan het stadsmuseum dat vandaag M Leuven heet. Het fragment sierde oorspronkelijk mogelijk de wand van een gastenverblijf van het Predikherenklooster. Dat pand was opgetrokken uit vakwerkbouw, een skelet van houten balken dat nadien met gevlochten boomtakken, stro en leem werd opgevuld. De schildering op het leem is uitgevoerd in tempera, een soort emulsie met kleurpigment, vaak op basis van eigeel. We kunnen ze rond 1500 dateren. De voorstelling op het muurfragment is slechts deels bewaard.
Hoewel de muurschildering geen artistiek topwerk is, en hoogstwaarschijnlijk van de hand van een secundaire Leuvense schilder, geeft ze een goed beeld van de wandversiering in vroegzestiende-eeuws Leuven. Voor de opkomst van het behang aan het einde van de renaissance waren wandtapijten en wandschilderingen de voornaamste methoden om huizen binnenin te decoreren. Het oppervlak van het muurfragment is gehavend door talrijke inkepingen. Tijdens de voorbije eeuwen werd de schildering met vijf opeenvolgende kalklagen bezet. De gebeitelde inkepingen zorgden voor een betere hechting van de eerste kalklaag op de lemen wand. In 1969 zijn deze lagen weggenomen en werd de originele voorstelling blootgelegd.
De heilige Veronica toont de zogenaamde Vera Icon, de afdruk van Christus’ bebloede gezicht op de zweetdoek of het sudarium waarmee Veronica tijdens de kruisdraging zijn gelaat depte. Het woord sudarium is afgeleid van het Latijnse ‘sudor’, wat zweet betekent. De naam Veronica is overigens ook een anagram van het Latijnse woord ‘vera’ en het Griekse woord ‘ikon’. Samen betekenen ze het ‘ware beeld’, het ware gelaat van Christus. Veronica draagt een felrood kleed met driehoekige witte revers en een diepe halsuitsnijding, waarin haar witte hemd zichtbaar is. Haar bruine haar is grotendeels onder een blauwe sluier weggestopt. Christus is op de traditionele manier voorgesteld met halflang haar, een snor en een gespleten, gekrulde baard. Zijn uiterlijk komt overeen met de beschrijving van Christus in de zogenaamde Lentulusbrief. Opmerkelijk genoeg ontbreekt zijn doornenkroon. Onder de doek loopt een tekstbanderol met de woorden “[MISERERE?] MEI DEUS”. Het geheel is omgeven door groene ranken met rode bloemen.
De eigenlijke legende van Veronica die tijdens de lijdensweg van Christus zijn gelaat afdroogde, ontstond in de elfde eeuw en kreeg een nieuwe vorm in de dertiende eeuw. Het gaat om een combinatie van verschillende legenden en verhalen. Zo wordt Veronica in verband gebracht met het mirakel van Christus die de bloedvloeiende vrouw geneest (Lucas, 8: 40-58). Zij wordt in de Handelingen van Pilatus, onderdeel van het apocriefe Evangelie van Nicodemus, geïdentificeerd als Veronica. In de elfde eeuw werd het verhaal uitgebreid met onder meer het gegeven dat Christus aan Veronica een ‘portret’ van zichzelf op een doek gaf en de genezing van keizer Tiberius met een doek waarmee het bebloede gelaat van Christus was gedept. De samensmelting van al die verhalen met Christus’ kruisdraging en de miraculeuze verschijning van zijn gelaat op de zweetdoek gebeurde in de dertiende eeuw door Roger d’Argenteuil. Zijn nieuwe versie raakte wijd verspreid en ingeburgerd dankzij het geschrift Meditationes Vitae Christi van de Pseudo-Bonaventura. Omstreeks 1300 werd ook het reliek van de Vera Icon, sinds het jaar 1000 bewaard in de Sint-Pietersbasiliek in Rome, in verband gebracht met de legende van Veronica en ontstond er een grote verering van de zweetdoek en van Veronica.
Vanaf de late veertiende eeuw kwamen er dan ook meer en meer afbeeldingen naar voor van Veronica en de zweetdoek, die soms deel uitmaakten van voorstellingen van de zogenaamde Arma Christi of de passiewerktuigen. De passiedevotie in het algemeen kende immers een enorm succes rond 1500. De zweetdoek wordt zowel in de context van Veronica afgebeeld, maar soms ook apart als Andachtsbild bestemd voor devotie. Het bidden voor het heilige gelaat kon voor de gelovige aflaten opleveren. Het dagelijks vroom aanschouwen van een afbeelding van Christus’ gezicht zou hen tevens behoeden voor een plotse dood. Dat afwerend karakter werkte de populariteit van afbeeldingen van Veronica met de zweetdoek alleen maar in de hand. Ook de Leuvense wandschildering past in die context, net als de blijvende populariteit van de zweetdoek op bidprentjes en doodsprentjes die het lijden van Christus in herinnering brengen.
Volg M via Facebook, Instagram, Twitter, LinkedIn en YouTube.