Door de reliëfuitvoering komt het beeld het best tot zijn recht in vooraanzicht. Mogelijk maakte het deel uit van een schrijn- of kleine retabelconstructie. We kijken naar een ‘snapshot’ van een spel tussen moeder en zoon, een bevroren moment waarbij het bovenlichaam van Maria voorover neigt en het Jezuskind begerig naar de druiventros reikt. Deze plasticiteit en dynamiek wijst op de nieuwe vormentaal van de renaissance en vormt een stijlbreuk met de laatgotische traditie. De compositie toont een uitgesproken lichamelijkheid: het accent ligt op de lichaamsdelen onder de kledij – zoals de ontblote voeten, de geprononceerde en robuuste benen en de knieën onder de rok.
Het beeldje is toegeschreven aan Daniel Mauch (Ulm 1476/77 – 1540 Luik) en vormt een schakelwerk in zijn late oeuvre. Sinds het begin van de zestiende eeuw runt Mauch een toonaangevend beeldsnijdersatelier in de Zuid-Duitse stad Ulm. De Ulmse beeldhouwkunst is geworteld in de laatgotische traditie en staat tot ver buiten de stadsgrenzen bekend om haar kwalitatieve productie. Na dertig jaar verlaat de beeldsnijder evenwel zijn thuisstad. Hij emigreert niet enkel vanwege zijn rooms-katholieke religieuze overtuiging die niet meer past in het gereformeerde gedachtengoed dat via Zwingli en Calvijn steeds meer gemeengoed wordt in Ulm. Zijn vertrek blijkt ook een economische keuze: de opkomende reformatie gaat gepaard met een afnemende vraag naar religieuze beeldhouwkunst.
De innovatieve artistieke aantrekkingskracht van het prins-bisschoppelijke centrum doen Mauch wellicht opteren voor de stad Luik. Sinds het begin van de zestiende eeuw beleeft Luik een economische en culturele bloeiperiode onder de ambtsperiode van Érard de la Marck (1472-1538). Er ontluikt een interesse voor de antieke oudheid en het humanisme. Dat blijkt een uitstekende voedingsbodem voor intellectuele en culturele vernieuwing én voor artistieke innovatie. Dit reliëf toont dat Mauch, meer dan de andere Ulmse beeldsnijders, onder invloed staat van de nieuwe beeldtaal van de renaissance. En waar in Zuid-Duitsland zijn opdrachten vooral grote retabels betrof, worden in Luik voornamelijk kleinere sculpturen besteld.
Net als Mauchs biografie is dit speelse beeldje van Maria en Jezus welhaast exemplarisch voor de ingrijpende esthetische, intellectuele en religieuze omwentelingen in de eerste helft van de 16e eeuw.
Hoe komt het beeldje dan in Antwerpen terecht? We weten dat het beeldje voor 1902 in het bezit kwam van de verzamelaar Fritz Mayer van den Bergh (1858-1901). Na zijn vroege en plotse dood bracht zijn moeder zijn collectie in 1904 onder in het Museum Mayer van den Bergh. Maria met kind en druiventros is niet de enige Daniel Mauch in de collectie van het museum. Fritz was duidelijk gecharmeerd door het hoogstaande vakmanschap en de exquisiete uitvoering van diens werk. Naast dit kleine reliëf, verwierf Fritz in Parijs nog twee andere reliëfs uit zijn Ulmse periode met scènes uit het leven van de heilige Catharina.