In een eenvoudige ruimte poseert een gegoed gezin met vier kinderen. De vader staat met de jongens aan de (voor hem) rechterzijde, de moeder met de meisjes links. Een tafel met rood tafelkleed staat evenwijdig aan de beeldrand. De Spaanse stoelen waarop de ouders zitten zijn naar mekaar gekeerd. De kinderen staan recht. De oudste zoon en dochter vormen een accolade die de nagenoeg symmetrische compositie mooi omsluit. De peuter zit op de tafelrand. Iedereen is op zijn paasbest; uitgedost in weelderig bestikte fluwelen en satijnen kleren met kragen en manchetten van fijne kant. De moeder draagt gouden juwelen en paarlen oorhangers.
De jongste zoon van het harmonieus samengestelde gezin is nog geen zeven jaar oud. Dat weten we omdat hij zoals dat toen de gewoonte was nog gekleed gaat in een jurk. De hoofddeksels van beide broers zijn versierd met een pluim. De oudste zoon is als opvolger van zijn vader gekleed als een volwassen man. Hij draagt een hoed en handschoenen. De haren van de moeder en de dochter zijn op een rijkelijke manier achter het hoofd samengebonden. De peuter draagt in zijn linkerhand een blozende appel. Kostuumhistorici situeren het schilderij tussen 1630 en 1635.
De oudste kinderen hebben zich reeds van hun ouders losgemaakt. Hun houdingen vormen elkaars spiegelbeeld, maar hun stemming is niet dezelfde. De jongen neemt zijn taak ernstig en doet flink zijn best om stil te staan. Met klamme handen houdt hij zijn volwassen attributen krampachtig vast. Zijn oudere zus heeft een ondeugende blik. Verveeld spelen haar precieuze vingers met de knoop van haar kleed. De jongste zoon staat er wat onwennig bij. Van onder de roodfluwelen valhoed lachen de pittige kijkers van de peuter ons vrolijk toe.
Dankzij het uitzonderlijk mooie spel van handen en ogen krijgt dit op het eerste gezicht statische schilderij een levendig karakter. De ogen verraden zowel het belang van dit gebeuren als de opwinding die ermee gepaard gaat. De relaties tussen de handen dirigeren de ritmische bewegingen van onze blik, terwijl ze de onderliggende betekenis van het afgebeelde zichtbaar maken. Met zijn goede hand beroert de vader in een beschermend gebaar de bovenarm van zijn jongste zoon. Met zijn linkerhand wijst hij naar zijn hart. De rechterhand van de peuter ligt in de rechterhand van de moeder die ervoor zorgt dat hij niet van de tafel valt. Haar linkerhand ligt zedig in haar schoot. Door een evenwichtige verhouding van rede en gevoel zorgen de ouders ervoor dat hun kinderen kunnen opgroeien in de geborgenheid van een hecht en liefdevol gezin.
Centraal in beeld staat het jongste kind dat zich met de rechterhand aan zijn moeder vasthoudt en in de linkerhand een rode appel draagt. In dit cruciale punt vallen de thema’s vruchtbaarheid en verbondenheid samen. Het portret van deze ideale familie is een moraliserend genrestuk met een duidelijke voorbeeldfunctie. In het gezin staat vruchtbaarheid voor welvaart, die door de volgende generatie bestendigd en vermenigvuldigd wordt. De dichtste familie van de opdrachtgever wordt hier voorgesteld als een ideaal gezin waarvan de verantwoordelijkheidszin en de deugdzaamheid gezien moet worden als de hoeksteen van een evenwichtige samenleving.
De aanleiding voor dit portret is niet gekend, maar gezien de prominente aanwezigheid van de rijkelijk geborduurde huwelijkshandschoenen van de vrouw zou dit wel eens een huwelijksverjaardag kunnen zijn. Gezien de leeftijd van de kinderen – tussen twee en acht jaar oud – hoogstwaarschijnlijk de tiende gedenkdag. In tegenstelling tot de pater familias, die er wat beduusd bij staat, is het vooral zijn echtgenote die met haar opvallend belichte gelaat, haar verfijnde trekken, haar zachte ogen en haar zelfbewuste blik alle aandacht naar zich toe trekt. Waarschijnlijk had ze meer tijd en geduld dan de vader en de kinderen om voor de schilder te poseren, maar het is best mogelijk dat ze het onderwerp van de voorstelling uitmaakt en dat het schilderij besteld werd voor haar drieëndertigste verjaardag, de leeftijd waarop meestal een portret geschilderd werd.
Voor een dergelijke bestelling kon men in Antwerpen terecht bij Cornelis de Vos (Hulst 1584 – Antwerpen 1651). In de schaduw van de barokschilders waar hij regelmatig mee samenwerkte runde hij in Antwerpen een huis van vertrouwen, waarmee fatsoenlijke burgers zich makkelijker konden identificeren dan met het aristocratische prestige van zijn vriend Rubens, die uiteraard veel duurder was. Alhoewel hij ook talrijke historiestukken maakte was hij vooral geliefd om zijn levendige portretten van kinderen, die hij dankzij zijn nauwkeurige observatie en zijn zakelijk realisme wist af te beelden, niet als volwassenen, maar op een manier die bij hun leeftijd past: levendig, natuurlijk en spontaan.
Tekst: Lieven Van Den Abeele
Ontdek leven en werk van Cornelis de Vos op onze website Barok in de Zuidelijke Nederlanden.
Lees meer over de collectie van MSK Gent op de website van het museum en volg het museum via Facebook en Instagram.