Een man zit op een steen. Hij is enkel gekleed in een broek, schort, klompen en een muts. Zijn ontbloot bovenlijf toont het lichaam van iemand die zware fysieke arbeid gewend is. Maar zijn linkerarm hangt krachteloos in zijn schoot en de uitputting staat op zijn expressief gezicht te lezen. De uitgesproken wenkbrauwen die samenkomen in een zware frons en de halfgeopende mond verraden zelfs een zekere ontreddering, een wanhoop. Dit is de Puddeler van Contstantin Meunier, een van zijn eerste grote meesterwerken in de beeldhouwkunst.
Meunier is reeds 47 jaar op het moment dat hij zijn artistieke roeping had gevonden. In 1878 nodigt Daniel De Groux, de zoon van Meuniers oude vriend Charles De Groux, uit om op bezoek te komen naar Herstal, op dat ogenblik een industrieel hartland. Daar raakt Meunier in de ban van het leven van de arbeider. Het is echter pas na zijn reis naar Spanje in 1883 dat Meunier volop terugkeert naar de beeldhouwkunst. Een van de eerste sculpturale werken die Meunier maakte was een klein hoofd. Dit was een afbeelding van het hoofd van de puddeler, die hij baseerde op zijn schilderij De Vermoeidheid. Deze eerste versie van 1884 stelde hij tentoon bij de Brusselse avant-garde kunstenaarsgroep Les XX. Twee jaar later creëerde hij een levensgrote plaasteren versie van de puddeler.
Puddelen was een techniek uit de metallurgie. Om smeedijzer van goede kwaliteit te kunnen produceren, moest het ruwe ijzererts eerst gepuddeld worden. Dit proces bestond erin erts op te warmen in een puddeloven tot een deegachtige massa. Die massa werd dan met lange metalen staven omgeroerd door een zogenaamde ‘puddeler’ om de onzuiverheden en een deel van de aanwezige koolstof uit het erts te verwijderen. Door het lagere koolstofgehalte won het ijzer aan elasticiteit en buigzaamheid, waardoor het voor veel meer toepassingen in aanmerking kwam.
De bekendste toepassingen van puddelijzer zijn de Eiffeltoren in Parijs en het Vrijheidsbeeld in New York. Die toepassingen illustreren het belang van deze nieuwe manier van ijzerraffinage voor de industrialisering van Europa. Het werk van de puddeler was dus uiterst belangrijk, maar het omroeren van gloeiend heet ijzerdeeg met een lange metalen staaf was een onmenselijke en ondankbare taak. Dit alles maakt de rustende puddeler tot het ideale thema voor het sociaal realisme van Meunier.
Een eerste rechtstreekse aanzet tot dit beeld was een tekening van Meunier uit 1881 getiteld ‘Vermoeidheid’. Hierop zien we diezelfde man in een ongeveer identieke houding. Enkel de rechterhand rust niet op zijn rechterbovenbeen maar naast zijn lichaam. Het lijkt erop dat de tekening gemaakt is naar het leven. Ze kwam dan ook tot stand in de tijd dat Meunier samen met schrijver Camille Lemonnier door de Belgische industriebekkens trok om illustraties te maken voor Lemonniers teksten over België. Maar de beelden van Meunier zijn zelden zo eenvoudig terug te leiden naar enkel een observatie. Of zoals Denis Laoureux terecht opmerkt in de catalogus van de Meunier-tentoonstelling in 2014 van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Brussel: “De beelden van Meunier bieden een voorbeeld van de versmelting van het reële en het ideale die tot stand komt in de expressie van het archetype”. Zo ook met het beeld van de Puddeler. Het reële is duidelijk: de afbeelding van een Waalse staalarbeider. Maar nu reist de vraag welk archetype Meunier heeft gebruikt en wat de uiteindelijke betekenis van dit beeld is. Albert Mockel (1866-1945), dichter en kunstcriticus, legde het verband met het hellenistische beeld van de rustende bokser uit het Palazzo Massimo te Rome. Misschien nog relevanter is het verband met de iconografie van de Christus op de koude steen.
Christus op de koude steen was een populair thema in de beeldhouwkunst van de Lage Landen in de 15de eeuw. Vandaag zijn deze beelden in gans België terug te vinden. Meunier moet deze beelden dus wel degelijk gezien hebben. Het gebruik van dit archetype geeft ons een sleutel tot de betekenis van het werk: Christus zit op een rots nadat hij de martelingen onderging en zijn kruis naar Golgotha droeg. Hij zit terwijl hij wacht tot hij gekruisigd zal worden. Zo rust ook de puddeler uit nadat hij zijn verschroeiende werk heeft gedaan en hij wacht tot de volgende lading erts klaar is zodat hij zijn beproeving kan verderzetten. In die zin beeldt Meunier de puddeler uit als een moderne Christus die met zijn labeur en leed de industrialisatie van België weerspiegelt, net zoals Christus zich opoffert voor de mensheid. Dit verleent aan de afbeelding van de puddeler een universele kracht.
De grote invloed van middeleeuwse beeldtaal op het werk van Constantin Meunier en zijn tijdgenoten Auguste Rodin en Georges Minne vormen de kern van de nieuwe tentoonstelling ‘Rodin, Meunier & Minne’ in M. Die opende normaal op 20 maart, maar is nu uitgesteld als gevolg van de coronacrisis.