George Hendrik Breitner (Rotterdam 1857 - Amsterdam 1923) maakte vanaf 1890 diverse schilderijen van de avondlijke Amsterdamse Dam. Dit doek met zijn opvallende formaat – groot en liggend – ontstond niet in openlucht, zoals veel Franse impressionistische stadstaferelen. Wat Breitner op straat opviel, noteerde hij eerst in schetsboekjes. Die vele tekeningen werkte hij in het atelier uit, vaak ook aan de hand van foto’s. Details interesseerden hem niet. Het ging hem om de impressie, de momentopname. Het Damplein wordt slechts gesuggereerd, de vormen zijn nauwelijks uitgewerkt: somberbruine gebouwen, fonkelende oranje etalages, felgele straatlantaarns, bevreemdende tramcabines…
In Amsterdam werd Breitner na zijn verhuizing in 1886 al vlug een van de belangrijkste kunstenaars van zijn generatie: de schilders van Tachtig ofte ‘de Nederlandse impressionisten’. De stad was hun muze en die was lang niet altijd vrolijk. Breitners zoektocht naar het ware grootstadsleven was geïnspireerd op het naturalisme van de Franse romanschrijver Emile Zola (1840-1902). Net als Zola probeerde hij vooral het bestaan van de armere bevolking zo natuurgetrouw mogelijk en zonder mededogen weer te geven, met een losse en ruige toets. Hier doet hij dat in confrontatie met ‘het rijk volk’.
Verken de volledige collectie van het KMSKA op de website van het museum en volg het museum op Facebook, Instagram, YouTube, Pinterest, Tiktok en LinkedIn.