Al in de oudheid was het thema van ‘de faun (of de sater) en de nimf’ populair in de kunst. Het situeert zich in een dionysische sfeer van drank, mannelijke vrijpostigheid en lust. Ook in de baroktijd werd het vaak voorgesteld. Dit is een voorbeeld uit het atelier van Rubens, bij wie er thuis diverse Bacchustaferelen hingen.
Een faun is een personage uit de antieke mythologie, half mens en half bok. Faunen leefden op het platteland en in bossen, vaak in het gezelschap van herders en hun dieren. Ze maakten ook deel uit van het bonte gevolg van de god Dionysus (of Bacchus). Nimfen van hun kant waren mythische jonge vrouwen die in het water, in bossen en op het platteland leefden. Ze hielden goden en godinnen gezelschap, beleefden in de mythen al dan niet gewilde liefdesavonturen met goden, soms ook met mensenjongens en met wezens als Pan, Priapus, satyrs en faunen.
Nimfen staan vaak symbool voor vruchtbaarheid. Dat is ook het thema van dit werk uit het atelier van Rubens, zoals de rijkelijk gevulde mand – een stilleven op zichzelf – laat zien. Een bebaarde en naakte faun klemt de mand vast, terwijl de bedeesd blozende en tegelijk ondeugend ogende nimf een druivenrank vasthoudt. Misschien is zij hem aan het plagen. De faun houdt zijn hoofd licht gebogen en kijkt de toeschouwer aan.
Wie druiven zegt, zegt wijn, en zo belanden we bij de antieke wijngod Dionysos. Druiven stonden ook symbool voor maagdelijkheid én tegelijk voor vruchtbaarheid, afhankelijk van de context. Als we het gebaar van de nimf combineren met de suggestieve blik van de faun, dan wordt duidelijk wat het motief van dit werk is: alluderen op vleselijke en erotische lust, lichamelijke genoegens, dionysisch plezier. Mythologische figuren, met al hun associaties, worden hier als mensen van vlees en bloed voorgesteld.
In het atelier van Rubens kwamen minstens twintig kopieën van dit tafereel tot stand. Een versie in Wenen (Schönborn-Buchheim-collectie) gaat door voor het origineel. Als dat klopt, dan deed dat werk in het atelier van de meester dienst als model. Dezelfde faun (of satyr) verschijnt ook op andere werken van Rubens. Sommige onderzoekers suggereren dat Frans Snyders instond voor het schilderen van de mand en haar inhoud.
We weten dat de kunstenaar zelf zijn huis aan de Wapper onder meer decoreerde met bacchische taferelen. Die brachten hulde aan de levenskracht van de natuur, een noodzakelijke voorwaarde voor het geluk van mensen. In die zin zijn dergelijke schilderijen een ode aan het leven, de liefde en de vruchtbaarheid. Dat lijkt voor een humanistische schilder als Rubens hun diepere betekenis te zijn geweest.
Interesse in barok? Raadpleeg onze website Barok in de Zuidelijke Nederlanden.
Verken de collectie van Museum Mayer van den Bergh via de website en volg het museum via Facebook.