In een weids landschap ligt een naakte vrouw mooi te wezen. Ze slaapt, ze droomt, ze is gelukkig. In haar slaap is het rode kleed langzaam van haar lichaam gegleden. Ze is zich niet bewust van haar naaktheid. Ook niet van de twee gure figuren die haar wellustig bejegenen: een sater en een adelaar. De sater kijkt naar het fijne gelaat van de slapende vrouw terwijl hij met zijn rechterhand op het punt staat om het laatste stukje textiel van haar lichaam te verwijderen en zo haar schaamstreek prijs te geven. De roofvogel kijkt vol verwachting gespannen toe. Het vervolg laat zich gemakkelijk raden.
Wat door Anthony van Dyck (Antwerpen, 1599 – Londen, 1641) hier wordt afgebeeld is het verhaal van Jupiter en Antiope, zoals het in de Metamorfosen van Ovidius beschreven wordt. Jupiter is de god van donder en bliksem, herkenbaar aan de adelaar, symbool van de macht van de oppergod. Uit de klassieke mythologie kennen we hem als de grootste womanizer van de Olympus. Hij had vele amoureuze avonturen en talrijke bastaardkinderen. Homeros noemde hem ‘vader van goden en mensen’. En dit tot groot ongenoegen van zijn jaloerse echtgenote Juno. Omdat hij niet door Juno herkend zou worden, benaderde hij zijn slachtoffers in verschillende gedaanten om hen te verleiden en vervolgens te misbruiken: bij Danaë in de vorm van gouden regen, bij Europa als stier, bij Io als wolk of bij Leda als zwaan.
Zijn meest geliefde vermomming was deze van een sater, een mythisch wezen, half mens, half dier, met horens en bokkenpoten. Belust op dans en muziek en met een uitgesproken voorkeur voor zinnelijke genoegens en wijn, behoort de sater tot het gezelschap van Bacchus. In de gedaante van dit geil en kwelziek wezen benaderde Jupiter Antiope en maakte hij haar zwanger van een tweeling. Volgens Homerus was Antiope een nimf, volgens andere bronnen was ze een mensenkind. Hoe dan ook, het was een jonge vrouw van uitzonderlijke schoonheid.
Het tafereel dat soms onrechtmatig beschreven wordt als ‘Slapende nimf met sater’ of ‘Venus en sater’ kende sinds het einde van de vijftiende eeuw een grote populariteit. De belangrijkste aantrekkingskracht van het thema was ongetwijfeld het alibi dat het de schilder verschafte voor het schilderen van een aantrekkelijk naakt. Door samen met Jupiter deze naakte vrouw te begluren bezondigen we ons aan voyeurisme en worden we medeplichtig aan wat er te gebeuren staat. Maar zelfs als we zouden willen blijft het moeilijk om in te grijpen. Het gordijn links geeft de scène een theatraal karakter en het wegschuiven ervan is een ontdubbeling van het ontbloten van de nimf. Dat voyeurisme in de beeldende kunsten een geliefkoosd thema is hoeft niet te verbazen. Het gaat hier tenslotte over kijken!
Het eigenlijke thema van het schilderij is inderdaad een lustobject. Voor wie het geschilderd werd is niet geweten, maar voor een vrijpostig werk is dit schilderij van vrij groot formaat. De vloeiende curven van het paarlemoeren lichaam accorderen mooi met het sensuele ritme van het rode kleed. De huid is fijn en gevoelig geschilderd. Dit in tegenstelling tot de ruwe borstelstreken van Jupiter en de adelaar. Het hoofd van Antiope is afgewend van de toeschouwer. Haar ogen zijn gesloten. Het vermijden van rechtstreeks contact verhoogt het objectkarakter van het weerloze lichaam. De vruchtbare schoot in vooraanzicht is als centraal element in de compositie prominent aanwezig.
Vastberaden heeft de opgewonden Jupiter, zijn kwijlende tong hangt likkebaardend uit zijn mond, de slapende Antiope ongemerkt benaderd. Terwijl zijn handlanger met zijn roofzuchtige arendsblik zijn prooi nauwlettend in het oog houdt, maakt Jupiter zich op om in één snelle beweging het lichaam te ontbloten. In een schilderij vol beweging, van het golvende textiel over de krachtige arm van Jupiter en de wiekende vleugels van de arend tot de haastige wolken, wordt de tijd plots stilgezet. Het onvermijdelijke staat te gebeuren. De god kan zijn lusten niet bedwingen en zal zich op lafhartige wijze vergrijpen aan een nietsvermoedende en weerloze vrouw. Wat hier wordt afgebeeld is de voorbode van een verwerpelijke daad. En toch heeft deze scène niets dramatisch.
Wat lang beschouwd werd als een object van esthetisch genot wordt vandaag door onze gecorrigeerde blik terecht in vraag gesteld. Toch is het niet gemakkelijk om de ware betekenis van deze vreselijke scène volledig te vatten. In de antieke oudheid was verkrachting schering en inslag. De klassieke literatuur staat er bol van. Het meest schrijnende verhaal is dat van Lucretia, die uit schaamte zelfmoord pleegde. Maar van enige afkeuring van dit losbandig gedrag is er in het schilderij geen spoor.
Doorgaans wordt deze scène beschreven als een ode aan de vruchtbaarheid. Een vruchtbaarheid die geassocieerd wordt met overvloed en materiële welvaart, waarvan de tweeling het mooiste bewijs is. De daad wordt niet beschouwd als zedeloos, maar als een teken van de kracht van de natuur, die verbeeld wordt door het oneindige landschap. De dader is dan ook geen moreel wezen, maar een mythologische creatie, een immorele sater of een faun, een laag-bij-de-grondse figuur die dicht bij de aarde staat. Ook Jupiter en Antiope zijn verbonden door hun verlangens. Ze voelen zich thuis in het weidse landschap van de niet van moraal gespeende natuur. Door haar liggende positie wordt Antiope niet alleen door moeder aarde opgenomen, ze wordt er ook aan gelijkgesteld.
Een meer expliciete versie van dit tafereel vinden we overigens in een prent naar Van Dyck van Willem Basse.
Tekst: Lieven Van Den Abeele
Lees meer over de collectie van MSK Gent op de website van het museum en volg het museum via Facebook en Instagram.
Interesse in barok? Bekijk ook onze website Barok in de Zuidelijke Nederlanden.