Anna Boch (La Louvière 1848 – Elsene 1936) werd geboren in een welstellende en kunstzinnige familie. Haar vader was medeoprichter van de befaamde faience- en keramiekfabriek Boch Frères in La Louvière en bestuurder van het Saarlandse bedrijf Villeroy & Boch. Op jonge leeftijd begon ze te tekenen en ging ze in de leer bij verschillende landschapsschilders, waaronder de Oostendse Euphrosine Beernaert. In 1880 debuteerde ze op het Salon van Brussel. Vijf jaar later stond ze op het Salon van Parijs. In hetzelfde jaar werd ze het enige vrouwelijke lid van de Brusselse avant-gardekring Les XX, waar haar neef Oscar Maus de oprichter van was. Onder invloed van Théo Van Rysselberghe evolueerde ze naar het impressionisme en het pointillisme. Het schilderen in de openlucht, de observatie van het wisselende licht en de weergave van zijn onstandvastig karakter was haar lang leven. Anna is achtentachtig geworden.
Haar huis in Brussel, eerst in Sint-Gillis en later de art-nouveauwoning in Elsene die door Victor Horta en Maurice Denis werd ingericht, was een ontmoetingsplaats voor intellectuelen en kunstenaars. Ze organiseerde er concerten met onder andere de bekende Belgische violist, dirigent en componist Eugène Ysaÿe, waarbij ze zelf ook optrad. Ze speelde zowel piano en orgel als viool.
Anna’s jongere broer Eugène was ook schilder. Van jongs af aan gingen ze samen tekenen in het park van het kasteel van Mariemont of tijdens de zomervakanties aan de Belgische kust. Later gingen ze samen op stap om te schilderen. Eugène vestigde zich in Parijs waar hij de impressionisten leerde kennen en hen in contact bracht met hun Belgische collega’s. Van Gogh maakte zijn portret en noemde het De dichter. De stijl van Eugène Boch beschreef hij als ‘un impressionnisme timide’.
Zowel Anna als Eugène kochten werk van hun even getalenteerde als behoeftige vrienden. Anna had een voorkeur voor de schilders van het licht, Paul Signac en Georges Seurat, maar hield ook van Emile Bernard, James Ensor, Paul Gauguin en Vincent van Gogh. De rode wijngaard (1888) zou het enige werk zijn dat Van Gogh tijdens zijn leven verkocht heeft. Anna kocht het op een tentoonstelling van Les XX in Brussel. Later werd het verkocht en kwam het in de verzameling van Ivan Morozov terecht. Vandaag hangt het in het Pushkin Museum in Moskou.
Bij de Bochs zit het reizen in het bloed. Anna is daarop geen uitzondering. Wanneer ze zich verplaatst is het om naar muziek te gaan luisteren, om te kuren, te schilderen, musea en tentoonstellingen te bezoeken of eenvoudigweg om het plezier van het reizen zelf. In haar Souvenirs en Impressions de voyage, dagboeken, schetsen en foto’s, volgen we haar onder andere in Bayreuth, Aix-les-Bains, Sanary, Venetië en de kusten van Bretagne, Normandië en de Midi, waarvoor ze een bijzondere voorliefde koestert. Haar indrukken legt ze vast in olieverf en aquarel. Ze reist in haar eigen Minerva, maar rijdt ook graag mee in de auto van Eugène, die ze al lachend ‘de schildpad’ noemt. Opvallend in haar dagboeken zijn de talrijke vermeldingen van de weersomstandigheden: de storm die haar uit de slaap houdt, de regen die het schilderen in de openlucht verstoort of de mist die een bijzonder picturaal effect sorteert.
Tussen eind november en eind december 1924 verblijft Anna met haar broer Eugène, en de Franse schilder Albert Lepreux in Sanary. Ook Laure Van Haelewijn is van de partij. Antoine en Laure Van Haelewijn waren de tuinier en de huishoudster van Anna Boch. Meer dan vijfentwintig jaar lang deelden ze het leven van de kunstenares, die hen als familieleden beschouwde. Op verschillende reizen ging Laure ook mee als gezelschapsdame. Bij de geboorte van hun dochter Ida-Anna werd Anna Boch de peetmeter. Na de dood van Anna werd ze een belangrijke erfgenaam. Van De klippenkust van Sanary zijn verschillende versies in olieverf en aquarel bekend, waarvan sommige met Crépuscule betiteld zijn. Het schilderij moet voor haar een belangrijke betekenis gehad hebben, aangezien het een mooie plaats kreeg in de inkomhal in haar huis in Elsene, onderaan de trap van Victor Horta.
Tekst: Lieven Van Den Abeele
Lees meer over de collectie van MSK Gent op de website van het museum en volg het museum via Facebook en Instagram.