Antwerps kunstschilder en invloedrijk prentontwerper Maerten de Vos (1532-1603) ontwierp de reeks Oraculum Anachoreticum met voorstellingen over de levens van 25 kluizenaars. De Vos plaatste hun bescheiden onderkomens op de meest idyllische plaatsen bij bossen, weiden, berg- en rivierlandschappen, veelal met mooi vergezicht.
De vlijtige steenhouwer op een berg aan zee is de heilige Marinus. Hij trok zich in de vierde eeuw terug uit Rimini en bouwde een kapel op de Monte Titano als toevluchtsoord voor christenen bij de Republiek San Marino (de kustplaats in de verte) waarvan Marinus de mythische stichter is.
De heilige Fiacrius toog in de zevende eeuw van Ierland naar een bos bij het Franse Meaux. De vruchtbare akker verwijst naar de legende dat Fiacrius geen enkele moeite moest doen om het land te bewerken: zodra hij zijn schop in grond stak ging alles als vanzelf.
Pelgrim Gualfardus besloot in de zesde eeuw nabij Verona al zijn bezittingen weg te geven en als kluizenaar te leven aan de rivier de Adige. Toen hij zich jaren later aansloot bij een klooster zou hij zich daar in zijn cel hebben laten inmetselen.
De titelprent van de reeks verwijst naar de deugden van de kluizenaars. Op een begroeid altaartje in een woud staat een beeld van Christus als herder die hier symbool staat voor Requies animae (rust van de ziel). Aan zijn rechterhand verbeeldt het offer van Isaac Obedientia (gehoorzaamheid) en de strijd tussen David en Goliath aan zijn linkerhand symboliseert Humilitas (nederigheid). Onderaan de titelprent is te lezen dat de reeks is opgedragen aan paus Clemens VIII.