Het schilderij Avond op de Dam in Amsterdam heeft een opvallend groot en liggend formaat. In één brede en snelle beweging trekt in de avondlijke duisternis de bezige grootstad voorbij. Daarin is in de eerste plaats de ‘impressie’ van belang, veel minder het detail. Het plein wordt slechts gesuggereerd, de vormen zijn nauwelijks uitgewerkt. Schetsmatig, maar raak, met een trefzekere…
Lees meer
Het schilderij Avond op de Dam in Amsterdam heeft een opvallend groot en liggend formaat. In één brede en snelle beweging trekt in de avondlijke duisternis de bezige grootstad voorbij. Daarin is in de eerste plaats de ‘impressie’ van belang, veel minder het detail. Het plein wordt slechts gesuggereerd, de vormen zijn nauwelijks uitgewerkt. Schetsmatig, maar raak, met een trefzekere penseeltoets verschijnen de gebouwen bruin en somber, fonkelen de etalages oranje, de tramcabines mysterieus, de straatlantaarns felgeel.
Er heerst een drukte van jewelste. Dienstbodes snellen over straat voor de laatste inkopen van de dag. Centraal op de voorgrond neemt een dienstmeid in haar typisch helblauwe uniform met wit tulen mutsje een rijk gekleed meisje – allicht het dochtertje van haar werkgever – bij de hand. De figuur rechts van haar, die slechts uit enkele vegen bestaat, stelt een volksvrouw voor. Armzalige honden rennen elkaar na. Op het middenplan keren fabrieksmeiden in groezelige schorten terug van hun werk. Dienstmeisjes in lichte jurken steken af tegen het donkere plein. Op de achtergrond staan een zwart en grijs trampaard met hetzelfde rode gareel rond hun nek te wachten op klanten, terwijl deftige dames en heren flaneren en zich aan chique etalages vergapen.
George Hendrik Breitner maakte vanaf 1890 diverse schilderijen van de Dam in Amsterdam bij avond. Hij koos vaak, zoals hier, de zuidelijke kant van de Dam bij het Rokin met als achtergrond de uitstalramen aan de Vijgendam en de zijmuur van de Beursstraat, die bestemd was voor affiches en reclames. Hij schilderde de figuren met een grote snelheid, alsof hij hun gekrioel zoveel mogelijk wilde vastleggen voordat ze uit zijn gezichtsveld verdwenen. In tegenstelling tot de Franse impressionisten, die boulevards en pleinen in de openlucht vastlegden, werd het van Nederlandse schilders niet geaccepteerd dat ze buiten in de stad schilderden. Avond op de Dam ontstond dan ook in de beslotenheid van het atelier. Alles wat Breitner op straat interesseerde, noteerde hij in schetsboekjes. De talloze tekeningen, vaak in combinatie met foto’s, werkte hij daarna zorgvuldig uit tot composities die de illusie van een momentopname oproepen.
In 1886 verhuisde Breitner van Den Haag naar Amsterdam, waar hij zich al vlug ontpopte tot een van de belangrijkste kunstenaars van zijn generatie: de schilders van Tachtig, ook wel ‘de Nederlandse impressionisten’ genoemd. Amsterdam, een onuitputtelijke bron van motieven, was hun muze. Als geen ander dompelde Breitner zich onder in haar sfeer. Zijn schilderijen tonen het rumoer in de stad, de bouwactiviteiten, de sociale ongelijkheid en het vertier dat niet alleen een plezierige kant heeft. Reeds in 1882 schreef de jonge Breitner aan zijn mecenas, de graanhandelaar Adriaan Pieter van Stolk: ‘Ik zelf, Ik zal de mensch schilderen op de straat en in de huizen de straten en huizen die ze gebouwd hebben ’t leven vooral. Le peintre du peuple zal ik trachten te worden of liever ben ik al omdat ik ’t wil. Geschiedenis wild[d]e ik schilderen en zal ik ook maar de Geschiedenis in haren uitgebreidsten zin. Een markt, een kaai, een rivier, een bende soldaten onder een gloeiende zon of in de sneeuw is net zoo goed en meer geschiedenis dan "De nichtjes van Spinoza komen hem bezoeken vergezeld van hunne mama".’ In Avond op de Dam in Amsterdam plaatste Breitner het gewone volk op de voorgrond. Zijn zoektocht naar het ware leven in de grootstad was geïnspireerd op het naturalisme van de Franse romanschrijver Emile Zola (1840-1902). Net als Zola keek Breitner naar de arme bevolking en probeerde hij haar bestaan zo natuurgetrouw mogelijk weer te geven. Dit tafereel is een treffende impressie van die zoektocht. Breitner portretteerde de volksvrouwen zonder mededogen, maakte hun gezichten extra lelijk en versterkte met zijn losse, ruige verftoets hun primitieve voorkomen nog.
Lees minder