Odevaere schilderde deze naakte Narcissus volgens het neoclassicistisch ideaalbeeld van fysieke schoonheid. Het schilderij bevat alle ingrediënten van het klassieke verhaal uit Ovidius' 'Metamorphosen': een knappe, gespierde jongeling met lichte, ivoorkleurige huid en blonde, krullende haarlokken die, moe van het jagen, even uitrust in een weelderig bos en zijn dorst wil lessen met het water van een meertje, maar -…
Lees meer
Odevaere schilderde deze naakte Narcissus volgens het neoclassicistisch ideaalbeeld van fysieke schoonheid. Het schilderij bevat alle ingrediënten van het klassieke verhaal uit Ovidius' 'Metamorphosen': een knappe, gespierde jongeling met lichte, ivoorkleurige huid en blonde, krullende haarlokken die, moe van het jagen, even uitrust in een weelderig bos en zijn dorst wil lessen met het water van een meertje, maar - aangetrokken door zijn spiegelbeeld - uiteindelijk niet van het glanzend wateroppervlak kan wegkijken. Odevaere plaatst de jonge Narcissus op een koningsblauw kleed met gouden boord dat een compositorisch prachtig diagonaal accent aan het schilderij toevoegt. Met zijn ene arm houdt hij zich vast aan een afgekraakte tak van een boom en met de andere arm leunt hij tegen een rotsblok aan. Zijn goed gevulde luxueuze pijlenkoker - zijn onmisbaar attribuut als jager - hangt achter hem aan een boom. Hij wordt rechts vergezeld door twee hazewindhonden, waarvan één voorzichtig aan zijn been likt. Dit schilderij was één van de vijf pronkstukken van Odevaere op het Salon van Gent in 1820.
Lees minder