Het drieluik toont de drie hoofdmotieven uit het verhaal van het einde der tijden. Het middenluik stelt het Laatste Oordeel voor, waarbij Christus verschijnt in zijn apocalyptische gedaante, omringd door vier bazuinende engelen en een aantal heiligen. De lelietak en het zwaard volgen zijn handgebaar: respectievelijk opwaarts in de richting van de gelukzaligen, neerwaarts naar de verdoemden. Het hemels paradijs…
Lees meer
Het drieluik toont de drie hoofdmotieven uit het verhaal van het einde der tijden. Het middenluik stelt het Laatste Oordeel voor, waarbij Christus verschijnt in zijn apocalyptische gedaante, omringd door vier bazuinende engelen en een aantal heiligen. De lelietak en het zwaard volgen zijn handgebaar: respectievelijk opwaarts in de richting van de gelukzaligen, neerwaarts naar de verdoemden. Het hemels paradijs op het linkerluik en de hel op het rechterluik tonen de reeds voltrokken toestand na het Oordeel. Bizar en fantastisch in de uitbeelding van gelukzaligheid en verdoemenis, is het schilderij vooral wat de opvatting van het Oordeel zelf betreft onconventioneel. Zowel het motief van de opstanding der doden als het verzamelen van de uitverkorenen schijnt de schilder bewust achterwege te hebben gelaten. Christus verschijnt boven een monsterachtige in ondeugd en dwaasheid levende wereld, die reeds een hel op zichzelf is. De typische stijl van Jheronimus Bosch is herkenbaar in de kleine figuren, de bizarre en monsterachtige elementen, de kleuren en de fijne, transparante schilderwijze. De moraliserende bedoeling is hier duidelijk. Gesloten vertoont het drieluik resten van een doornenkroning in grisaille, die oorspronkelijk ononderbroken over de twee luiken doorliep.
Lees minder