Van 1936 tot 1942 geniet Amédée Cortier zijn opleiding aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Gent. Zijn oeuvre bestaat enerzijds uit schilderijen die hij vervaardigt in verschillende media (onder andere acryl, olie, gouache, aquarel, Oost-Indische inkt of bister) op paneel, papier of karton. Anderzijds maakt hij pentekeningen, reliëfs en maquettes. Rond 1950 waagt hij zich, beïnvloed door de tentoonstelling Le Cercle Artistique (Gent, 1949), aan een kortstondig geometrisch abstract experiment, maar beslist daarna om toch terug te grijpen naar zijn figuratieve beeldtaal. Hij schildert aanvankelijk landelijke taferelen (1940), stillevens en vrouwenportretten (1950), en evolueert naar een strakke, vereenvoudigde beeldtaal in schematische composities. André Lothe (1885 – 1962) oefent met zijn Traité de la figure (1950) en Traité du paysage (1939) een belangrijke invloed op hem uit. Rond 1964 begint Cortier resoluut abstract te schilderen en vanaf 1966 - 1967 primeert de kleur op de relaties tussen de vormen. De overstap naar acrylverf is in dezelfde context te begrijpen. Dit medium helpt hem om de intensiteit van zijn kleuren te verhogen. Zijn strenge werken getuigen van een wetmatigheid, maar laten ook ruimte aan de intuïtie. Uiteindelijk gaat Cortier over naar de monochromie, waarbij hij onderling samenhangende ensembles creëert in de vorm van tweeluiken en drieluiken. Met zijn reliëfs (1968) evolueert hij van het traditionele schilderij naar het schilderij als object. Vanaf de jaren ’70 wordt zijn werk volledig gedomineerd door de kleur, opgebouwd rond een strenge compositie en een eenheid tussen kleur en vorm. Met deze werken krijgt hij publieke erkenning.
Cortier ziet zijn eigen oeuvre bevestigd in het werk van kunstenaar Ellsworth Kelly (1923 – 2015). Onder impuls van Peter Struycken (1939) ontmoet hij Kelly in 1976. Als lid van Het Antenneke groeit zijn fascinatie voor de gulden snede, een belangrijke compositorische wetmatigheid in zijn oeuvre. Ook zijn vriendschap met Yves De Smet (1946 – 2004) is van cruciaal belang voor zijn artistieke carrière. Hij is niet alleen een gelijkgestemde kunstenaarsvriend, maar ook een belangrijke promotor en organisator van tentoonstellingen gewijd aan Cortier, zoals Horizonnen & horizontalen (1976). Cortier wordt lid van de door De Smet opgerichte Gentse Plus-Groep, een collectief van Gentse constructivisten die zoeken naar een eenheid tussen vorm en kleur. Via Plus-Kern - Centrum voor Konstruktieve Vormgeving, in 1969 opgericht door onder anderen De Smet, wordt Cortier actief gepromoot. Dat gebeurt door middel van publicaties, zoals Plus-Nieuws, maar ook door deelname aan internationale tentoonstellingen. In 1973 wordt hij internationaal gerenommeerd met de Sikkensprijs.
4 oktober 1921
Amédée Cortier wordt geboren in Gent.
1940
Studeert aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Gent.
1955
Hij onderhoudt contacten met de kunstenaarsgroep Het Antenneke.
1958
Eerste tentoonstelling in Gentse galerie Vyncke-Van Eyck.
1960
De kunstenaar toont zijn strakke composities uit de jaren 1958 -1960 op een tweede solotentoonstelling in de Gentse galerie Vyncke-Van Eyck.
1962
Wordt geselecteerd voor de Europa-Prijs van de Stad Oostende met Hommage à Gust De Smet (1961), Epuration (1961) en Accent grave (voor april 1962). De drie werken worden door de jury geselecteerd voor de tentoonstelling in het Kursaal van Oostende.
September 1962
Cortier stelt volledig abstracte doeken tentoon in Galerie Vyncke-Van Eyck.
1964
Stelt tentoon in de galerie Au Cheval de Verre in Brussel. Tijdens dit jaar begint hij overtuigd abstract te schilderen. Rond maart en april worden vier schilderijen van hem opgenomen in de tentoonstelling Kunst van vandaag, waarin naast eigentijdse figuratieve schilderkunst ook lyrisch en geometrisch abstracte werken te zien zijn. Zijn schilderijen hangen er naast die van Gilbert Decock, Jo Delahaut, Jozef Peeters, Luc Peire, Victor Servranckx, Gilbert Swimberghe, Guy Vandenbranden en Dan Van Severen.
Hij exposeert, naast 37 andere deelnemende kunstenaars, op de tentoonstelling Gekonstrueerde abstrakte kunst in de Brusselse Galerie de la Madeleine. Het is een hulde aan de kunstcriticus Jean Séaux.
Zijn keuze voor de geometrische abstractie wordt in het najaar van 1964 bevestigd in zijn tentoonstelling in de Gentse Galerie Oranje.
1965
Hij schildert een aantal composities die als drieluiken kunnen worden gelezen.
1966
Cortier wordt opgenomen in de Plus-Groep, in 1966 opgericht door Yves De Smet, Willy Plompen (1942) en Jan Van den Abbeel (1943). Hij neemt deel aan de tentoonstelling Plus in het Hoger Sint-Lucasinstituut in Gent, samen met De Smet, Plompen, Van den Abbeel, Albert Rubens (1944), Gerard Geerinckx en René Heyvaert (1929 – 1984).
1966 - 1967
Cortier begint met acrylverf te werken om de lichtintensiteit in de kleur te verhogen. In zijn werk ligt een grotere nadruk op de kleur en minder op de relaties tussen de uiteenlopende vormen.
Stelt tentoon in Galerie Foncke in Gent.
1968
Neemt deel aan de tentoonstelling Speeltijd in Brugge, de tentoonstelling Groupe Plus. Cortier, De Smet, Plompen, Van den Abbeel in Florence en de tentoonstelling Constructieve kunst België-Luxemburg in galerie Disque Rouge in Brussel.
Begint reliëfs te creëren.
1969
Neemt deel aan Art construit en Belgique, georganiseerd door de Doornikse kunstkring SIGMA 13 en aan Kleur + Licht. Dit is een internationale tentoonstelling van eigentijdse constructieve kunst in Galerie Waumans in Sint-Niklaas.
Dankzij een vermelding voor de Prijs voor Schilderkunst van de stad Knokke wordt Cortier geselecteerd voor de begeleidende tentoonstelling in het Casino van de stad.
Wordt bekroond met de bronzen medaille op de Europaprijs voor schilderkunst (Oostende, 1969). Zijn werk wordt getoond in het Kursaal.
Wordt geselecteerd voor Forum van de Grafiek: Forumprijs 69 in Gent.
Er wordt ter ere van hem een solotentoonstelling in het stadhuis van Roeselare georganiseerd door de plaatselijke Vrienden Hedendaagse Kunst.
Hij neemt deel aan de tentoonstelling Plus-Kern bij Carlos Demeester.
Aan het eind van het jaar krijgt Cortier een solotentoonstelling in Plus-Kern, waarop hij doeken, recente reliëfs en de maquette Kleuromgeving toont. Deze expositie plaatst hem in een professionele avant-gardecontext. Het werk dat er te zien is, kondigt zijn evolutie in de jaren 1970 aan.
1971
Vervangt olieverf definitief door acryl.
Krijgt een solotentoonstelling in het Groninger Museum voor Stad en Lande, in samenwerking met Plus-Kern.
Neemt deel aan de groepstentoonstelling Hedendaagse Konstruktieve Kunst in België in ’s-Hertogenbosch en Leiden
Zijn werk wordt opnieuw door de Plus-Kern tentoongesteld.
1972 - 1973
De tentoonstelling Aquarel en Gouache wordt voor het ministerie voor Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur op verschillende locaties in België opgericht en is in 1972 - 1973 te zien tijdens een rondreis door Brazilië.
Cortiers werk wordt tentoongesteld door het Centrum voor Kunst en Kultuur in Gent in samenwerking met Plus-Kern en de Provinciale Dienst voor Kunstambachten.
1976
Zijn werk wordt tentoongesteld in Horizonnen & horizontalen door Yves De Smet.
Amédée Cortier sterft op 11 februari 1976 in Gent.
(Tekst: Sergio Servellón)