De ellende van Job – ook wel: Job of Job en zijn vrienden – is een in hout gekerfd beeld dat menselijk lijden voorstelt. Vier figuren bewenen de onfortuinlijke Job. Het gaat om zijn knielende vrouw en drie vrienden – Elifaz, Bildad en Sofaz – die kop in kas hun medeleven betuigen. ‘Nu begonnen ze hardop te wenen, scheurden hun…
Lees meer
De ellende van Job – ook wel: Job of Job en zijn vrienden – is een in hout gekerfd beeld dat menselijk lijden voorstelt. Vier figuren bewenen de onfortuinlijke Job. Het gaat om zijn knielende vrouw en drie vrienden – Elifaz, Bildad en Sofaz – die kop in kas hun medeleven betuigen. ‘Nu begonnen ze hardop te wenen, scheurden hun klederen en strooiden zich as op het hoofd. En zeven dagen en zeven nachten bleven ze op de grond naast hem zitten, zonder dat iemand een woord tot hem sprak, want ze zagen hoe vreselijk zijn smart was,’ aldus de tekst in het Oude Testament.
Thematisch en vormelijk is dit vroege werk van Zadkine veel meer schatplichtig aan het symbolisme dan aan het kubisme dat anno 1914 de Parijse avant-gardekunst overrompelde. De Bijbelse scène en de uitgelengde vormen illustreren mee de spirituele dimensie die volgens Zadkine verloren was gegaan in de contemporaine beeldhouwkunst. Hij deelde die overtuiging onder meer met de Italiaanse kunstenaar Amedeo Modigliani. Daarom werkte Zadkine graag – in tegenstelling tot de invloedrijke Auguste Rodin – taille directe, een techniek waarbij het proces van het houtkerven de uiteindelijke vorm van het werk mee bepaalt. Met andere woorden: de nerven bepalen mee de vormen, houdingen en gebaren van Zadkines figuren. De kunstenaar stelde zich naar eigen zeggen ‘ten dienste van het hout’. Hij beschikte daarbij over het verbeeldingsvermogen om de contouren van zijn onderwerpen reeds waar te nemen in het onbewerkte materiaal.
De ellende van Job is Zadkines enige bekende sculptuurgroep die niet als één geheel is uitgewerkt. De vier afzonderlijke beelden werden pas na de Eerste Wereldoorlog op een laag grondvlak geplaatst. De ruimtelijke compositie telt drie niveaus, waarbij de knielende vrouw de overgang vormt tussen horizontaliteit (Job) en verticaliteit (de vrienden van Job). Nog meer dan Rodins Burgers van Calais, doet Zadkines beeldengroep denken aan De fontein der geknielden, het bekende beeldhouwwerk van de Gentenaar Georges Minne, al is het onduidelijk of Minne een rechtstreekse inspiratiebron was. De nauwe band van Zadkine met België ontstond pas enkele jaren later.
André De Ridder, oprichter van het tijdschrift Sélection en de gelijknamige Brusselse galerie, werd de belangrijkste promotor van Zadkines werk. Na de tentoonstelling Cubistes et néo-cubistes in galerie Sélection bleven twee sculpturen van de kunstenaar er permanent. De Ridder en zijn professionele partner Paul-Gustave Van Hecke namen de tentoonstelling voor een groot deel over van de Antwerpse Cercle royal artistique et littéraire. Daar exposeerde Zadkine samen met Parijse kubisten als Jacques Lipchitz, Henri Laurens, Georges Braque en Pablo Picasso. De volgende jaren bleven zijn Brusselse promotoren zijn werk tentoonstellen in de galerieën Centaure en L’Epoque, en verschenen artikels in tijdschriften als Le Centaure, Variétés, Cahiers de Belgique en Opbouwen. Zadkines langdurige visibiliteit in België heeft geleid tot aankopen door het KMSKA in 1932 en 1933, het jaar van zijn grote retrospectieve tentoonstelling in het Brusselse Paleis voor Schone Kunsten.
Midden november 1936 ontving Zadkine in Parijs een brief van de toenmalige directeur van het Antwerpse museum. Hij bedankte de beeldhouwer voor diens ‘grote gebaar van sympathie’ jegens het museum. Zadkine wilde De ellende van Job schenken. Ook de daaropvolgende decennia keerde de kunstenaar vaak naar België terug. In 1950 volgde een grote tentoonstelling in het Middelheimmuseum, waar vier werken van zijn hand worden bewaard. ‘België bevalt me,’ aldus Zadkine.
Lees minder