George Minnes voorstelling van een biddende non, waarvan ook versies in hout en brons bekend zijn, ontstond in 1894. Het is een markant voorbeeld van Minnes vroeg-symbolistische oeuvre, waarin zijn fascinatie voor de beeldtaal van de middeleeuwse beeldhouw- en boekkunst tot uiting komt. Daarnaast is het, zoals veel van zijn werken uit het midden van de jaren 1890, sterk verwant…
Lees meer
George Minnes voorstelling van een biddende non, waarvan ook versies in hout en brons bekend zijn, ontstond in 1894. Het is een markant voorbeeld van Minnes vroeg-symbolistische oeuvre, waarin zijn fascinatie voor de beeldtaal van de middeleeuwse beeldhouw- en boekkunst tot uiting komt. Daarnaast is het, zoals veel van zijn werken uit het midden van de jaren 1890, sterk verwant aan de sfeer en de personages in het toneelwerk van Maurice Maeterlinck. Biddende non kondigt latere beelden als Johannes de Doper (1895; inv. 1921-CH) en De drie heilige vrouwen bij het graf (1896; inv. 2016-GK) aan. Louter vormelijk staan Biddende non en Johannes de Doper het dichtst bij elkaar: in Johannes de Doper hernam Minne immers de houding van het hoofd en de handen uit Biddende non. Telkens streefde Minne naar een expressieve uitdrukking, waarbij de diepe groeven in de gelaatsuitdrukking de intensiteit van de voorstelling verhogen. Deze grafische karakteristiek vinden we eveneens terug in het beeld De drie heilige vrouwen bij het graf. Vergelijkbaar met het laatst vermelde beeld is verder het in een kapmantel gehulde vrouwentype, en de aanzet van de plooienval, elementen die Minne in dezelfde periode ook in tekeningen en illustraties uitwerkte en waarvoor waarschijnlijk de pleurants model stonden die Claus Sluter op het einde van de veertiende eeuw voor het graf van de Bourgondische hertog Jan zonder Vrees in Dijon maakte.
Lees minder