Deze twee schilderijen (inv. 1961-AG en 1961-AH) zijn pastorale voorstellingen, gefantaseerde verhalen waarvan de handeling zich afspeelt in een idyllische omgeving. Dit genre kende toen nergens een bloei zoals in Holland. Bij Carrée ging het uitsluitend om het weergeven van een geïdealiseerd beeld van het herdersleven in Arcadië, een bucolische omgeving uit de verbeelding, ver weg van de dagelijkse realiteit…
Lees meer
Deze twee schilderijen (inv. 1961-AG en 1961-AH) zijn pastorale voorstellingen, gefantaseerde verhalen waarvan de handeling zich afspeelt in een idyllische omgeving. Dit genre kende toen nergens een bloei zoals in Holland. Bij Carrée ging het uitsluitend om het weergeven van een geïdealiseerd beeld van het herdersleven in Arcadië, een bucolische omgeving uit de verbeelding, ver weg van de dagelijkse realiteit. In dit paradijselijk droomland leiden herders en herderinnen een onbekommerd leven. Ze dragen kledij all’antica: geen realistische kostumering maar een theatrale uitdos losjes geïnspireerd op de kledij uit de oudheid.
Lees minder