Sinds 1648 was de Munt te Utrecht gevestigd in de gebouwen van het voormalige Sintt-Cecilia-klooster. Ondanks herhaalde pogingen van de stad Amsterdam om de Munt van het Koninkrijk der Nederlanden te laten verhuizen, bleef ze in Utrecht, ook toen beslist werd een nieuw Muntgebouw te ontwerpen. Het werd opgetrokken in Hollandse renaissancestijl naar plannen van de rijksbouwmeester C.H. Peeters, op…
Lees meer
Sinds 1648 was de Munt te Utrecht gevestigd in de gebouwen van het voormalige Sintt-Cecilia-klooster. Ondanks herhaalde pogingen van de stad Amsterdam om de Munt van het Koninkrijk der Nederlanden te laten verhuizen, bleef ze in Utrecht, ook toen beslist werd een nieuw Muntgebouw te ontwerpen. Het werd opgetrokken in Hollandse renaissancestijl naar plannen van de rijksbouwmeester C.H. Peeters, op de splitsing van de Rijn en het Merwedekanaal. Een officiële opening heeft nooit plaatsgevonden. Wel bezocht koningin Wilhelmina op 23 juni 1911 de nieuwe Munt. Na haar bezoek aan de werkruimten sloeg de koningin het eerste gouden tientje met de nieuwe beeldenaar, naar een ontwerp J.C. Wienecke, de Rijks stempelsnijder. Hij ontwierp toen ook deze plaquette, die het smelten en gieten van edelmetaal voorstelt. De koningin ontving een exemplaar, met op de keerzijde een wapenschild en een aangepast omschrift, als aandenken aan haar bezoek. Op het Salon van de Medaille te Gent in 1913, waar deze medaille werd aangekocht, stelde de kunstenaar eveneens een zilveren exemplaar tentoon.
Lees minder