Marc Eemans komt op het Koninklijk Atheneum in Brussel in contact met de Duitse romantiek, met Wagner in het bijzonder. Hij ontpopt zich tot een veel lezende intellectuele schilder en dichter.
Via Geert van Bruaene ontmoet hij onder anderen Paul van Ostaijen. Als kunstschilder experimenteert hij aanvankelijk in constructivistisch-abstracte zin. Hij leest het eerste surrealistische manifest van André Breton en sluit zich in 1925 aan bij de surrealistische kunstenaars Dali en Magritte, met wie hij gezamenlijke exposities houdt.
In 1930 debuteert Eemans als dichter met Vergeten te worden: 10 lijnvormen, beïnvloed door 10 woordvormen. Hij raakt onder de invloed van het symbolisme en noemt zijn poëzie ‘Gnostisch surrealisme’. In 1938 publiceert hij in die zin de dichtbundel Wola’s visioen.
Zijn artistieke en politieke stellingname tijdens de Tweede Wereldoorlog leidt tot een breuk met Magritte en anderen. Hij wordt wegens collaboratie veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf. In 1975 verliest hij nog een smaadproces hierover van Marcel Mariën.
Eemans schrijft naast dichtbundels, werken over diverse onderwerpen, zoals de moderne schilderkunst en de architectuur. Hij publiceert Anthologie de la mystique aux Pays-Bas.
Bron: Letterenhuis Antwerpen