De Amsterdamse korenkoopman Thomas Gerritszn Doesburch en zijn vrouw Claesje Hendricksdr Roeclaes worden hier samen met hun twee kinderen voorgesteld: levensgroot, ten voeten uit en in een Italiaans aandoende loggia. Hun respectabele houding en ingetogen gelaatsuitdrukking, de sobere maar kostbare kledij in Spaanse trant en het luxueuze interieur met de wapenschilden geven het milieu aan waarin zij leven: het rijke…
Lees meer
De Amsterdamse korenkoopman Thomas Gerritszn Doesburch en zijn vrouw Claesje Hendricksdr Roeclaes worden hier samen met hun twee kinderen voorgesteld: levensgroot, ten voeten uit en in een Italiaans aandoende loggia. Hun respectabele houding en ingetogen gelaatsuitdrukking, de sobere maar kostbare kledij in Spaanse trant en het luxueuze interieur met de wapenschilden geven het milieu aan waarin zij leven: het rijke patriciaat. Op de achtergrond geeft een groot venster uitzicht op een landschap met daarin Adam en Eva op het moment van de zondeval.
De grote bloei van het familieportret in de Nederlanden is nauw verbonden met de opkomst van een nieuw gezinstype. Het ‘kerngezin’ – vader, moeder en kinderen – werd vanaf ongeveer 1500 als een hoeksteen van de maatschappij gepropageerd. Zo liet in 1559 Thomas Gerritszn Doesburch zich hier ook met zijn vrouw en hun twee dochters portretteren: als een geslaagd burgergezin. De koopman, zevenentwintig jaar oud, poseert fier en zelfverzekerd, de ene hand in de zij en de andere op de schouder van zijn vrouw. De twintigjarige Claesje Hendrickdr Rooclaes kijkt de toeschouwer ietwat schuchter aan. Het portret toont op een subtiele manier er in de zestiende eeuw over ‘echt en trouw’ werd gedacht.
De voorstelling van het eerste mensenpaar Adam en Eva benadrukt dit maatschappelijke kader nog. De zondeval heeft de hiërarchische verhouding tussen man en vrouw beïnvloed. De ongehoorzaamheid van Eva en Adam, die volgens de Bijbel op Eva’s initiatief van de vruchten van de boom van goed en kwaad aten, leidde er immers toe dat God hen uit het paradijs verdreef en dat voortaan in het echtelijk samenleven de man over de vrouw zou heersen: ‘Naar uw man zal uw begeerte uitgaan hoewel hij over u heerst, want bij een vrouw is de zonde begonnen en door haar moeten wij allen sterven.’ (Gen. 1:16)Door de scène op te nemen in zijn familieportret doet Thomas Doesburch een uitspraak over de machtsverdeling in zijn gezin. Ook de beschermende hand op de schouder van zijn vrouw is een teken van zijn overheersing. Claesje Rooclaes onderwerpt zich aan zijn gezag.
Het overige bijwerk verwijst naar de andere waarden die belangrijk zijn voor een goed en duurzaam huwelijk. De roze anjer in Claesjes hand is het teken van haar trouw. De meisjes spelen met een appel en een bundeltje houtjes. Van oudsher is de appel de vrucht van de liefde en het huwelijk. In de oudheid was hij het attribuut van de liefdesgodin Venus en werd hij als symbool van vruchtbaarheid aan pasgehuwden geschonken. Het bosje houtjes verwijst naar de bundel fasces of pijlen, het attribuut van Concordia of Eendracht. Het motief van de pijlenbundel was in de zestiende en zeventiende algemeen bekend en werd regelmatig in de emblematiek en de heraldiek gebruikt. De samengevoegde houtjes staan symbool voor de harmonie, huwelijksband en trouw tussen man en vrouw, en voor de samenhorigheid van de gezinsleden. Het geluk van de familie Doesburch is compleet. Daarvan getuigen de dochtertjes. Kinderzegen is immers volgens de christelijke huwelijksmoraal het uiteindelijk doel van het samenleven van man en vrouw.
Als graanverkoper pleitte Doesburch voor meer invloed van de kooplieden in de stadsregering. In 1567 leidde hij samen met de gereformeerden het burgerlijk verzet tegen de zittende katholieke stadsregering. Nadat Doesburch in 1568 door Alva was veroordeeld en verbannen, steunde hij de Opstand.
Lees minder