Onthoofding van de heilige Joris

CC0

Datering

(1643)

Periode

17de eeuw
In dit altaarstuk beeldt Cornelis Schut het moment net voor de onthoofding van de heilige Joris uit. De heilige heeft zich van zijn wapenrusting ontdaan en knielt voor een beul, die zijn zwaard al heeft getrokken. Soldaten en twee jongens met een hond slaan het tafereel gade. Op hetzelfde ogenblik port een heidense priester Joris tevergeefs aan om het beeld…
Lees meer
In dit altaarstuk beeldt Cornelis Schut het moment net voor de onthoofding van de heilige Joris uit. De heilige heeft zich van zijn wapenrusting ontdaan en knielt voor een beul, die zijn zwaard al heeft getrokken. Soldaten en twee jongens met een hond slaan het tafereel gade. Op hetzelfde ogenblik port een heidense priester Joris tevergeefs aan om het beeld van Apollo eer te betuigen. Bovenaan komen een engel en een cherubijntje aanvliegen met de martelaarspalm. Volgens de Legenda aurea van Jacobus de Voragine vonden de twee gebeurtenissen op een verschillend moment plaats, maar Schut beeldt ze uit alsof ze zich tegelijk voordoen, zoals Rubens dat eerder had gedaan in zijn Sint-Joris-altaarstuk voor de Sint-Gummaruskerk in Lier van omstreeks 1615 (Bordeaux, Musée des Beaux-Arts, inv.nr. Bx M 7078). Met deze ambitieuze compositie wilde Schut op de toeschouwer een maximale emotionele impact uitoefenen. In de compositie zijn heel wat details geïntegreerd, en de krachtige contrasten tussen beweging, licht en kleur capteren het dramatische ogenblik van de terechtstelling. Schut schilderde het altaarstuk voor de Besnijdeniskapel van het Gilde van de Jonge Voetboog in de Antwerpse kathedraal, nadat hij een wedstrijd had gewonnen van zijn concurrent Thomas Willeboirts Bosschaert. Het werk van deze laatste ging verloren. Volgens een document uit het gildearchief hadden de leden zich voor de realisatie van hun altaarstuk aanvankelijk tot Anthony van Dyck gewend. Na diens dood in 1641 bleef dat project onvoltooid. Daniël Papebrochius, het hoofd van het Antwerpse jezuïetencollege, meldt dat er al een ontwerpschets was. Vermoedelijk is dit Van Dycks olieverfschets in Christ Church, Oxford (inv.nr. 247). Gezien de compositorische overeenkomsten is het aannemelijk dat Schut de schets van Van Dyck als uitgangspunt heeft genomen. Een ontwerpschets van Schut op doek bevond zich in 1902 in de verzameling Edmond Huybrechts te Antwerpen. Een tweede ontwerpschets in Wenen (Gemäldegalerie der Akademie der bildenden Künste, inv.nr. 597) ging tijdens de Tweede Wereldoorlog verloren.
Lees minder

Meer over dit werk

Vlaamse Kunstcollectie - NL

Your browser doesn't meet the minimum requirements to view this website. The browsers below are compatible. If you do not have one of these browsers, click on the icon to download the preferred browser.