Rechts in de open stal presenteren Jozef en Maria het Christuskind aan de drie ‘koningen’. In het evangelie wordt dit bezoek kort vermeld (Mattheus 2:1-12). Alleen de giften worden genoemd. De namen en de beschrijving van de koningen stammen uit latere tradities. De man in het witte gewaad en met wierook is Caspar. Achter hem staat Balthasar, met mirre in…
Lees meer
Rechts in de open stal presenteren Jozef en Maria het Christuskind aan de drie ‘koningen’. In het evangelie wordt dit bezoek kort vermeld (Mattheus 2:1-12). Alleen de giften worden genoemd. De namen en de beschrijving van de koningen stammen uit latere tradities. De man in het witte gewaad en met wierook is Caspar. Achter hem staat Balthasar, met mirre in de rechterhand. Links voorin is Melchior, de oudste van de drie, in het rood gehuld. Hij kijkt naar de toeschouwer en heeft goud bij zich. Verder zien we hun dienstbodes, soldaten en twee mannen op een dromedaris achterin. Rubens’ voorstelling wijkt hier op enkele punten af van traditionele Aanbiddingen. Zo bevindt Caspar zich het dichtst bij Christus, niet Melchior met het goud. Bovendien draagt Caspar een koorhemd met een stola, liturgische kledij. Door deze nieuwigheid verbond Rubens dit verhaal met de Eucharistie.
Het schilderij hing oorspronkelijk in de kerk van de Antwerpse Sint-Michielsabdij. Die werd in 1124 gesticht door norbertijnen en groeide uit tot een van de machtigste religieuze instellingen van de Lage Landen, ook doordat hoogwaardigheidsbekleders die Antwerpen bezochten er in het Prinsenhof overnachtten. Vanaf de zestiende eeuw troffen diverse rampen de abdij. In 1501 sloeg een bliksem in en in 1524 woedde er een brand in de vieringtoren. Tijdens de Beeldenstorm (1566) en de Spaanse Furie (1576) werden delen van het gebouw door relschoppers verwoest. In 1620 was er ten slotte een grote kerkbrand. In de nasleep daarvan bestelde abt Matthijs Van Eersel in 1624 bij Rubens een altaarstuk voor 1500 gulden, precies 500 jaar na de stichting van de abdij. De verjaardag was waarschijnlijk mede een aanleiding voor de bestelling.
Het schilderij prijkte op het hoogaltaar in een monumentale altaaromlijsting, een constructie in rood en zwart marmer en bekroond met drie albasten sculpturen van de heiligen Michiel, Maria, en Norbertus. Aan weerskanten van het schilderij stonden zuilen met een Korinthisch kapiteel, een type dat terugkomt op de achtergrond van het schilderij. Vele altaaromlijstingen zijn verloren, maar die uit de Sint Michielskerk bevindt zich nu in de Sint-Trudokerk in het Nederlandse Zundert. Er zijn ontwerpschetsen van Rubens van bewaard en de uitvoering wordt toegeschreven aan Hans Van Mildert.
De Aanbidding door de Koningen is ontzettend vlot geschilderd. De os rechtsonder bijvoorbeeld bestaat uit slechts enkele toetsen die deskundig op de zichtbare bruine ondergrond zijn aangebracht. Volgens de overlevering penseelde Rubens de voorstelling helemaal zelf, in twee weken. Dat laatste valt niet te controleren. Toen het schilderij in 2007 in detail bestudeerd werd, oordeelden experts dat het verhaal over de eigenhandigheid klopt. Niets wijst erop dat Rubens voor dit grote paneel een beroep deed op assistenten. Waarom, is onduidelijk. Het Rubensatelier was in 1624 enorm druk bevraagd: opdrachten voor kerken en paleizen in heel Europa stroomden binnen. Mogelijk had het te maken met de prestigieuze locatie, die bovendien voor Rubens een persoonlijke waarde had. Zijn moeder was in de kerk begraven en hij trouwde er in 1609 met zijn eerste vrouw, Isabella Brant.
Rubens gebruikte eigentijdse oosterse kledij in een voorstelling van een tafereel uit de oudheid. We kijken dus eerder naar het product van zijn verbeelding dan naar historische realiteit. Zo baseerde hij het kostuum van Balthasar op zijn portret van Nicolas de Respaigne (Gemäldegalerie Alte Meister, Kassel, inv.nr. GK 92), een koopman die in 1615 in Aleppo verbleef en rond 1619 naar Antwerpen terugkeerde. Uit documenten blijkt dat De Respaigne ‘Turkse’ kledij naliet aan zijn zoon.
Rubens’ iconische Aanbidding door de Koningen is een topstuk in de Vlaamse kunst. In de zeventiende eeuw werden er verschillende kopieën geschilderd op klein formaat en werd de compositie in prent omgezet. Melchiors expressieve gezicht heeft altijd de aandacht getrokken. In 1977 speelde de koning een hoofdrol in het Suske en Wiske-album De raap van Rubens, waarin de helden afreizen naar de zeventiende eeuw.
Lees minder